Falun Gong vraagt gerechtelijke stappen tegen Chinese hooggeplaatsten die op bezoek waren in Taiwan

HONG KONG – Beoefenaars van Falun Gong dienden een gerechtelijk dossier in tegen drie hooggeplaatste Chinese communistische kaderleden die op officieel staatsbezoek waren in Taiwan. Deze hooggeplaatste ambtenaren worden beschuldigd van deelname aan de vervolging van Falun Gong in het binnenland van China. Verscheidene wetsgevers van Hong Kong en mensenrechtenactivisten uitten hun steunbetuigingen.

Professor Chang Ching-hsi (links), de president van de Taiwanese Falun Dafa Vereniging en advocate Theresa Chu (in het midden) dienden een gerechtelijke aanvraag in bij het Taiwanese hooggerechtshof tegen de gouverneur van de provincie Guangdong, de heer Huang Huahua (16 augustus 2010)

De drie staatsambtenaren uit China waarover het gaat, zijn de provinciale gouverneur Huang Huahua van de provincie Guangdong, aan het bewind zijnde provinciale gouverneur Zhao Yongzheng van de provincie Shaanxi, en hoofd van de staatsadministratie van religieuze zaken, meneer Wang Zuoan.

De wetsheer Yiu-chung Leung van Hong Kong zei dat deze rechtszaken ‘grote verliezen’ betekenen voor het dictatoriale beleid van Beijing. “Het Chinese regime moet inzien dat andere regeringen met zorg toekijken! De vervolging van andersdenkenden en religieuze groeperingen zou gestopt moeten worden,” zei hij.

Nadat ze eerder deze maand al brieven van inbeschuldigingstelling kregen tijdens hun reizen in Taiwan, maakten zowel Zhao als Wang hun verblijf in Taiwan erg kort en maakten ze niet veel ophef tijdens hun reis.

Leung zei dat hij hoopte dat deze rechtszaken in Taiwan voorbeelden kunnen zijn voor andere naties om in dezelfde voetsporen te treden, om de internationale verplichtingen na te leven waartoe deze naties zich verklaard hebben.

“Het zal een grote impact hebben op deze Chinese communistische kaderleden, aangezien ze China nu niet kunnen verlaten,” zei Leung.

Een andere wetsheer van Hong Kong en rechtenactivist, Kwok-hung Leung, zei dat dergelijke gevallen testen zijn voor het democratische systeem van Taiwan “om te zien of ze gerechtigheid zullen laten zegevieren en Taiwanese mensen hun basisrechten beschermen.

”

Yuk-kai Law, hoofd van de Hong Kong mensenrechtenmonitor, zei dat ze speciale aandacht schenken aan deze gevallen, desalniettemin is het moeilijk om de exacte relevantie te bepalen die zij hebben voor Hong Kong. Onder de “een land, twee systemen” politieke regeling, is het niet duidelijk of Hong Kong jurisdictie heeft over misdaden van foltering die gebeurd zijn binnen China.

"Maar de internationale gemeenschap hecht veel belang aan de misdaad van foltering, dus er is nood aan een Conventie Tegen Marteling en grensoverschrijdende rechtsgeldigheid” zei dhr. Law.

Op 16 augustus 2010, vanaf het moment dat zijn vliegtuig landde in Taiwan, dienden Falun Gong beoefenaars een bezwaarschrift in tegen Huang Huahua, de gouverneur van de provincie Guangdong, voor het begaan van genocidemisdaden en het overtreden van de conventies van burgerrechten.

Woordvoerder van de Taiwanese Falun Dafa Vereniging, professor Chang Ching-his, en advocate Theresa Chu ontmoetten een rechtsheer in het Taiwanese hooggerechtshof en vertelden hem over de rol die Huang speelde in de vervolging van Falun Gong.

Chu zei dat volgens betrouwbare bronnen in China, Huang, als partijsecretaris van de stad Guangzhou, aan de leiding stond van het onderdrukken van Falun Gong en hielp met het opzetten van het 610 Bureau op alle niveaus van de regering. Het 610 Bureau is een buitenrechterlijke instantie die opdrachten uitvoert met grote slagkracht, en enkel in het leven geroepen is om Falun Gong beoefenaars te hersenspoelen of te elimineren.

Als provinciaal partijsecretaris en gouverneur stuurde hij de politie in Guangdong aan om Falun Gong beoefenaars te martelen. Ze werden volgens Chu slagen en verwondingen toegediend, gevangen gezet in gevangenissen, gehersenspoeld, onder dwang gevoed met uitwerpselen en kokend water, gefolterd met elektrische shokken, en ondergingen groepsverkrachtingen. Chu refereert naar bewijsmateriaal dat zich opgestapeld heeft over de afgelopen tien jaar.

Falun Gong beoefenaars hebben op zijn minst 50 rechtszaken in evenveel landen ingediend tegen meer dan 30 Chinese staatsambtenaren. De meeste van deze bezwaarschriften, met inbegrip van burgerlijke en criminele gevallen, zijn tegen voormalig leider Jiang Zemin, die de vervolging van Falun Gong gestart is in juli 1999.

ONDERNEEM ACTIE

In Focus

Voor meer informatie neem contact op met
het Falun Dafa Informatiecentrum

+31 (0)6-46767319 (Peter Houben)
of via het contact formular