Lagere school lerares mevr. Hu Lianhua overlijdt in hechtenis één maand na haar arrestatieDoor een Clearwisdom correspondent uit de provincie Hebei

07-12-2010 Dodenlijst

Lagere school lerares mevr. Hu Lianhua weigerde te stoppen met het beoefenen van Falun Gong en werd verschillende malen gearresteerd en gefolterd door de overheidsinstanties. Mevr. Hu stierf (vermoedelijk) op 2 oktober 2010, precies een maand na haar arrestatie.

Naam:

Hu Lianhua

Geslacht:

vrouwelijk

Leeftijd:

onbekend

Adres:

gemeente Hanjiangjun, stad: Xiaoying, in Yanshan  in de provincie Hebei

Beroep:

Lerares op de Hanjiangjun lagere school  in Xiaoying

Datum van overlijden:

wellicht 2 of 3 oktober, 2010 (haar familie werd op 4 oktober op de hoogte gebracht van haar overlijden)

Gearresteerd:

2 september, 2010

Plaats van hechtenis:

Politiekantoor van Qingyun stad in de provincie Shandong

Geleden vervolging:

Slaapverbod, hersenspoeling, slagen en folteringen, onwettige arrestatie, ontslagen op het werk, huiszoeking, ondervraging, beroofd van vrijheid.

Hu Lianhua ging in 2000 naar Peking om er te pleiten voor Falun Gong en werd bij haar thuiskomst ontslagen door de Dienst Onderwijs van Yansha. Ze kon ook geen pensioen innen. Om verdere vervolging te vermijden, bleef ze een tijd thuisloos; ze werd in de voorbije 9 jaar 4 keer gearresteerd. Op 28 augustus 2008 werd Mevr. Hu gearresteerd terwijl ze informatiemateriaal over Falun Gong en de vervolging aan het uitdelen was in Xiaoying. Die namiddag werd haar huis doorzocht door een twintigtal politieagenten van de Huiselijke Divisie van de politie en de districtpolitiediensten. Haar computer, printer en Falun Gong lectuur werden in beslag genomen; ook haar dochter en haar zoon werden gearresteerd. Mevr. Hu werd niet vrijgelaten tot ze in kritieke toestand verkeerde.

Toen ze weer thuis was, zette ze haar beoefening van Falun Gong verder en herwon ze haar gezondheid. Op 2 september 2010 werd ze opnieuw gearresteerd door het politiekantoor van Qingyun in de provincie Shandong, dat de zaak ook doorgaf aan de politie van Yanshan die haar huis in Yanshan doorzochten. Haar man, Han Zongdai, werd eveneens gearresteerd. Er werden ongeveer tien Falun Gong beoefenaars uit Qingyun gearresteerd samen met Mevr. Hu. Op 4 oktober werd haar familie op de hoogte gebracht van haar overlijden

Hieronder volgt een brief van Mevr. Hu uit februari van 2004 waarin ze de kwellingen vermeld die haar gezin heeft moeten doorstaan onder de vervolging door het Chinese regime.

Ik ben een Falun Dafa beoefenaar uit  Hanjiangjun in de provincie Hebei. Mijn echtgenoot, mijn dochter en ik begonnen omstreeks 1997 met het beoefenen van Falun Gong. Mijn man, Han Zongdai, is een veteraan en werd tijdens zijn dienst in het leger besmet met hepatitis C. Nadat we trouwden, raakte ik ook besmet. We hadden een slechte gezondheid en we moesten beiden medicatie nemen voor onze levers. Onze twee kinderen hadden evenmin een goede gezondheid. Kort nadat mijn man en ik met Falun Gong begonnen, hadden we geen nood meer aan medicatie. Onze dochter zag dit en wilde daarom de beoefening ook opnemen. Hetzelfde mirakel gebeurde met haar. Ze had geen nood meer aan haar medicatie, noch waren er redenen voor andere medische behandelingen. Onze moraal ging omhoog, ons gezin leefde in harmonie, wrevel en wrok werden bijgelegd, en we leefden gelukkig; dat zijn de voordelen van Dafa!

Falun Dafa wordt sinds 20 juli 1999 vervolgd. We hebben de druk getrotseerd van verschillende kanten, inclusief van familie en vrienden. De gewelddadige vervolging blijft escaleren, en vele Falun Gong boefenaars werden gruwelijk gemarteld – sommigen werden zelfs doodgeslagen. In deze kritieke omgeving, en met de bedoeling de mensen de waarheid over Falun Gong te laten begrijpen, trok mijn dochter erop uit om folders uit te delen en werd ze gearresteerd. Op dat moment was mijn dochter 16 jaar oud. Ze werd vastgeketend aan een radiator in het politiekantoor van Haixing, in de provincie Hebei. Het bloed liep uit haar mond van de klappen die ze kreeg. De volgende dag werd ze naar het politiekantoor van Yanshan gebracht waar ze twee weken werd vastgehouden. De dag na de arrestatie van mijn dochter, kwamen agenten van de gemeentelijke politie, de stedelijke politie, en het hoofd van de stedelijke veiligheidsdienst aan op mijn school om me arresteren. Ik wist wat ze van plan waren, dus ik ontglipte hen. Later kwamen de stedelijk politiediensten ons thuis lastigvallen.

Begin 2001 arresteerden agenten van de stedelijke politiediensten onder leiding van Wang Jianjun me zonder zich te legitimeren. Ze brachten me naar het gemeentehuis en trachtten me te dwingen te stoppen met het beoefenen van Dafa. Ze sloten me op in een ijskoude garage en namen mijn Dafa boeken van me af. Song Yuetan van de  stedelijke politie vroeg of mijn echtgenoot ook Falun Gong beoefende, en dreigde ermee hem ook te arresteren, indien ik het hem niet vertelde. Mijn dochter werd opnieuw gearresteerd en eveneens naar het gemeentehuis gebracht. Ze bloedde uit haar mond van de klappen die ze had gekregen van commissaris Zhang Zhongxun. Ze werd later ook in de ijskoude garage opgesloten. We gingen uit protest in hongerstaking en werden tien dagen later vrijgelaten.

Na een aantal maanden geschorst te zijn op het werk, mocht ik weer aan de slag nadat de schooldirecteur voor mij had gepleit bij de Dienst Onderwijs. In juli 2001 werd ik midden in een les gearresteerd door Song Yuetan. Ik werd vrijgelaten na vier dagen hongerstaking. Ik werd opnieuw geschorst, en twee maand salaris werden ingehouden. In augustus 2001 arresteerde de stedelijke politie opnieuw mijn dochter en namen haar naar een hersenspoelingscentrum. In die gruwelijke plaats hoorde ze dikwijls het ijselijke geluid van Dafa beoefenaars die vernederd en geslagen werden. Het maakte een diepe indruk op haar jonge hart en ze stopte met beoefenen. Al gauw moest ze terug medicijnen nemen en vorig jaar werd ze gediagnosticeerd met schildklierontsteking.

In september 2001 werd ik gearresteerd door Wang Jianjun en anderen van het politiekantoor toen ik op weg was om familie te bezoeken. Later kwamen ze dikwijls naar mijn huis om me er lastig te vallen. Mijn man en ik verlieten het huis [om verdere vervolging te vermijden]. Gedurende het 16e Partijcongres gebruikte de stedelijke politie de controle op het één-kindbeleid als voorwendsel om thuisloze Falun Gong beoefenaars op te speuren. Ze klopten bij ieder gezin aan en vonden ons gehuurd stekje. Ik heb geen idee wat voor folteringen mijn man doorstond terwijl hij in het politiekantoor was. Hij werd later illegaal veroordeeld tot de gevangenis.

Twee agenten arresteerden me in het huis van een familielid en brachten me naar het kantoor. Mijn handen waren gesneden van de handboeien. Iemand van de stedelijke overheid (ik vermoed burgemeester Zhao) gedroeg zich als een gangster. Hij schreeuwde: “Kom binnen en sla haar!” Plotseling stormden meer dan tien mensen naar binnen. Zhao zelf trok een schoen uit om me te slaan.  Op weg naar het hersenspoelingscentrum zei ik hen dat ze boosaardige misdaden verrichtten en dat ze de titel 'overheidsambtenaren' onwaardig waren.

In het hersenspoelingscentrum kleineerde en sloeg Yang Lingjun van het 610 Bureau eender wie, wanneer het hem uitkwam. Vaak bloedde ik uit neus en mond van de klappen die ik kreeg. Het plaatselijke hoofd van het 610 Bureau, Ma Ruicai, gaf Li Tianjun en Yang Lingjun van het politiekantoor en de cipiers, het bevel om me te slaan en te vernederen. Dan wilden ze me naar het dwangarbeidskamp van Tangshan sturen, maar ik werd gediagnosticeerd met hypertensie en hartkwalen, en het werkkamp weigerde me omdat ik niet meer kon rechtopstaan. De agenten die me erheen hadden gebracht, trachtten op alle mogelijke manieren me erbinnen te krijgen maar het werkkamp bleef me weigeren. De agenten begonnen te schreeuwen en dreigden er tijdens de terugtocht mee om me langs de kant van de weg te dumpen.

Op dat moment was ik er al heel erg aan toe van de folteringen, maar ze hielden me nog een 20-tal dagen vast. De politie dwong al mijn verwanten – inclusief mijn gezin – om een garantieverklaring te ondertekenen vooraleer me vrij te laten.

De stedelijke chef van het 610 Bureau, Zhang Zhiqiang, beloofde een van mijn familieleden valselijk dat er geen arrestatie meer zou komen en beval me nergens heen te gaan. Hij bedreigde mijn familieleden om me in het oog te houden. Mijn familie was zo bang dat ze me overal volgden, ik had geen vrijheid meer. Twee maanden later dwong  Zhang Zhiqiang me om 1000 yuan te betalen en naar het hersenspoelingscentrum te gaan. Ik weiderde, en toen lieten ze me niet met rust. Ik kreeg een beroerte, en toch namen ze me mee. Toen mijn zoon heel boos werd, lieten ze me toch liggen. Ze kwamen dikwijls naar mijn huis om problemen voor me te maken. Ik kon niet in vrede leven.

ONDERNEEM ACTIE

In Focus

Voor meer informatie neem contact op met
het Falun Dafa Informatiecentrum

+31 (0)6-46767319 (Peter Houben)
of via het contact formular