Singapore arresteert twee Falun Gong beoefenaars wegens het blootstellen van de vervolging door de CCP. Op 27 april werden in Singapore twee vrouwen ‘schuldig’ bevonden op zeven aanklachten, waaronder ‘samenscholing zonder vergunning’ en ‘bezit en distributie van illegale VCD’s.’ Hun misdaad? Het uitdelen van materiaal in een openbaar park, dat de mensenrechtenschendingen documenteert die mensen die Falun Gong in China beoefenen aangedaan worden. Dezelfde materialen worden vrijwel dagelijks uitgedeeld in bijna elke grote stad in Noord Amerika, Europa en Australië, evenals in delen van het Midden Oosten, Zuid Amerika en Afrika.
Tot twee dagen geleden werden mensen die deze materialen verspreiden alleen in Communistische China gestraft door de autoriteiten. Hoe komt het dat het juridisch systeem van Singapore mensen straft voor het spreken van de waarheid?
Het is een welbekend feit in de hele wereld dat de Chinese Communistische Partij een campagne van verdrukking tegen Falun Gong gevoerd heeft in China over de afgelopen zes jaren – een campagne die uitgestrekt in haar reikwijdte is en angstaanjagend in haar implementatie. Mensenrechtenwerkers hebben 42.000 zaken gedocumenteerd van ernstige mishandeling of marteling van Falun Gong beoefenaars in gevangeniskampen en bewaartehuizen. Duizenden zijn vermoord. Honderdduizenden, als het al geen miljoenen zijn, kwijnen weg in dwangarbeidskampen en bewaartehuizen door heel China – velen zijn daar heen gestuurd slechts vanwege hun medeburgers op de hoogte te brengen welke mishandelingen Falun Gong beoefenaars aangedaan worden.
Een ander welbekend feit is dat China’s campagne om Falun Gong uit te roeien niet stopt aan China’s grenzen. Overheidsfunctionarissen op stads- en gemeenteniveau tot aan het federale en topniveau hebben gerapporteerd op talrijke gelegenheden benaderd te zijn door Chinese functionarissen waarbij hen gevraagd werd, mee te werken tegen Falun Gong en het nieuws over de sterfgevallen en martelingen in China te onderdrukken (bron: http://faluninfo.net/na_interference/index.asp). Er wordt aanzienlijke economische en politieke druk uitgeoefend door functionarissen van Chinese consulaten en ambassades, welke een systematische, wereldwijde campagne onthullen die tot in steden en bedrijven wereldwijd reiken.
Het is daarom verontrustend dat in Singapore – een samenleving die volgens de regels van de wet bestuurd zou moeten worden – twee Falun Gong beoefenaars schuldig bevonden zijn en beboet simpelweg voor het gratis weggeven van CD’s en informatie over China’s vervolging van Falun Gong aan het publiek. De verdediging van de twee in beschuldiging gestelde vrouwen heeft benadrukt dat ze slechts hun grondwettelijke rechten uitoefenden, en zulke rechten die vredig en ordelijk geuit worden, zouden door geen andere wet van het land aangetast mogen worden.
De twee vrouwen hebben, begrijpelijkerwijs, geweigerd de boetes te betalen die hen onder deze omstandigheden werden opgelegd, en dienen daarom nu een celstraf uit. Ons werd verteld dat tenminste een van hen nu een hongerstaking voert om tegen deze onrechtvaardigheid te protesteren.
Dit incident maakt Singapore het eerste land buiten China dat vreedzame Falun Gong beoefenaars in staat van beschuldiging heeft gesteld en ze onder deze omstandigheden naar de gevangenis heeft gestuurd. Het doet tevens de internationale gemeenschap het juridische en wettelijke systeem van Singapore in twijfel trekken, aangezien het duidelijk is dat gerechtigheid niet gediend is. Tenslotte doet het vragen rijzen of zulke daden een teken zijn van toegeven aan druk uit Peking of dat het een politiek gebaar is om Chinese autoriteiten te paaien.
Wij doen een beroep op de regering van Singapore om op haar beslissing terug te komen en deze zaak op correcte wijze af te handelen in overeenstemming met de wet. Geen regering zou basisrechten en vrijheid op moeten offeren enkel en alleen om de gunst van het communistische regime in Peking te winnen. Alle kortstondige voordelen die zulke daden op zouden kunnen brengen, worden ruim overschaduwd door de schade die aan Singapore’s rechtspraak, haar reputatie in de internationale gemeenschap en het welzijn van haar volk wordt toegebracht.
FDI, 29 april 2005