Het beëindigen van misbruik van orgaantransplantatie in ChinaDoor David Matas.

26-09-2010 Orgaanroof

Het verbaasde mij dat het zo lang duurde, maar eindelijk beginnen de mensen het misbruik van de orgaantransplantatie operaties in China serieus te nemen. Voorheen waren er enkele geïsoleerde uitingen van zorg. Maar een misbruik dat dateert uit de jaren '80 krijgt slechts nu, 25 jaar te laat, wijdverspreide aandacht.

Vanaf het moment dat China begon met transplantatie-operaties, werden donors vermoord voor hun organen. De wet liet dit zelfs toe.

David Matas. (Mingguo Sun/The Epoch Times)

De regelgevingen over het gebruik van dode lichamen of organen van veroordeelde criminelen, daterend van 9 oktober 1984, omvat onvrijwillige orgaanoogst van ter dood veroordeelde en geëxecuteerde gevangenen. De wet omschrijft drie situaties die het oogsten van organen toelaten.

De eerste hield een toestemming van de bron, de gevangene, in. De tweede hield een toestemming van de familie in. Een derde hield de weigering of het in staat zijn van de familie om het lichaam van de geëxecuteerde gevangene op te halen.

De wet liet vervolgens het oogsten van organen met toestemming toe, maar verbood niet de organenoogst zonder toestemming. Dit betekende dat zelfs al was er een uitdrukkelijke weigering door ofwel de gevangene voor zijn dood ofwel door de familie na zijn overlijden, indien de familie weigerde of het naliet om het lichaam te komen halen, dan konden de organen, volgens de wet, geoogst worden.

In 1984 toen deze wet ingang vond, bevond China zich in het vroegste stadia van haar verandering van socialisme naar kapitalisme. Naarmate de verandering toenam, maakte het gezondheidssysteem een belangrijk deel van die verandering uit. Vanaf 1980 startte de regering met het terugtrekken van fondsen uit de gezondheidssector, waarbij ze verwachtte dat die sector het verschil goed zou maken door dit aan de cliënten door te rekenen.

De verkoop van organen voor transplantatie werd de voornaamste inkomstenbron. Er is een wereldwijde vraag naar organen omwille van de schaarste. Door de verkoop van organen hielden de ziekenhuizen hun deuren open en was er een manier gevonden waarop andere gezondheidsdiensten aan de gemeenschap konden worden geboden. Die nijpende nood aan fondsen leidde enerzijds tot een rationalisatie dat de verkoop van organen van gevangenen -  die toch zouden worden geëxecuteerd - aanvaarbaar was en anderzijds naar een verlangen om niet te nauwgezet te onderzoeken of de donoren werkelijk ter dood veroordeelde gevangenen waren.

Orgaanprijslijsten werden op Chinese websites gepost. Op hun websites schepten ziekenhuizen openlijk op over het geld verkregen uit de verkoop van organen.

Vervolgde Falun Gong als bron van organen

China startte de handel in organen door de organen van ter dood veroordeelde gevangenen te verkopen. Maar de wereldwijde vraag naar organen en de financiële nood van het gezondheidssysteem oversteeg de beschikbare voorraad via ter dood veroordeelden. De Falun Gong gemeenschap werd de volgende bron.

Falun Gong bestaat uit een eenvoudige set van oefeningen met een spirituele basis, die in 1992 in China begon. Het geloof achter de oefeningen is een mix en update van de Chinese Boeddhistische en Taoïstische tradities.

Aanvankelijk moedigde de Chinese Communistische Partij de oefeningen aan omwille van hun gezondheidsvoordelen. Door die officiële aanmoedigingen, verspreidde de praktijk van de oefeningen zich snel tot op het punt dat er meer beoefenaars waren dan  leden van de Communistische Partij.

Vervolgens bande de Partij in juni 1999 de oefeningen uit jaloezie en uit angst om haar ideologische overheersing te verliezen. Wanneer beoefenaars volhielden en protesteerden, werd de Partij in november 1999 gewelddadig en maakte zij de praktijk zwart via propaganda, door het arresteren van  beoefenaars,  door hen te martelen, door hen openlijk hun dwaling te laten erkennen,  en door hen te laten verdwijnen indien zij zich niet bekeerden.

Falun Gong beoefenaars werden snel de nummer één slachtoffers van onderdrukking in China —  ze beslaan 2/3 van de slachtoffers die gemarteld worden, volgens de V.N. Rapporteur inzake foltering; en ze beslaan de helft van de populatie van werkkampen voor slavenarbeid, volgens de verslagen van het Amerikaanse Department of State Human Rights. Vele van die Falun Gong beoefenaars die gearresteerd werden en weigerden om hun beoefening op te geven, weigerden eveneens hun identiteit vrij te geven, om zo hun vrienden, familie en werkplaatsen te beschermen, die anders slachtoffer zouden worden omdat zij hen niet hadden aangegeven. De depersonalisatie van Falun Gong, het hoge aantal beoefenaars dat in detentie zit en hun kwetsbaarheid als een ongeïdentificieerde populatie, maakte het gemakkelijker voor hen om de volgende bron van organen voor verkoop te worden.

Volgens het onderzoek dat David Kilgour en ik verrichtten, voor het eerst in een rapport gepubliceerd in juli 2006 en geüpdated in januari 2007, vervolgens in november 2009 in een boek gepubliceerd met de titel Bloody Harvest , concludeerden wij dat tienduizenden Falun Gong beoefenaars werden vermoord zodat hun organen verkocht konden worden aan buitenlanders, wat een miljardenhandel tot stand bracht voor China. Wij lanceerden een wereldwijde campagne om over ons onderzoek te vertellen in een poging het geïdentificeerde misbruik te stoppen, en dit in meer dan 40 landen en 80 steden.

Storing van inspanningen tegen orgaanroof in het westen door de Chinese regering

De Chinese regering reageerde op ons werk, maar niet altijd op een manier die onze bezorgdheid counterde. De regering verwijderde internetinformatie waarnaar wij verwezen. We archiveerden het allemaal zodat men het op onze website kan zien. Maar omwille van de officiële blokkade kunnen internetgebruikers in China het niet langer zien.

Via hun ambassades, consulaten en organisaties spaarde de regering geen inspanning om te voorkomen dat we konden spreken of door de toespraken te cancelen en door mensen te verbieden of te ontmoedigen om ons te ontmoeten. De Partij lanceerde vijandige propaganda, vooral door Falun Gong of ons persoonlijk aan te vallen, zonder in te gaan op de inhoud van ons onderzoek.

Op dit congres was de reactie van de Chinese afgevaardigde op mijn presentatie tijdens de vragenronde, een typische reactie van de CCP. Hij stelde dat de organisatoren mij niet hadden moeten laten spreken en viel mijn presentatie op persoonlijk niveau aan zonder een kans om dit te weerleggen.

De Chinese spreker kreeg tot op zekere hoogte zijn zin. Congresregels werden selectief opgelegd om te verhinderen het evenement waarop ik sprak, bij te wonen.

Aan de deur van de ruimte van de congressessie waar ik de presentatie gaf, in tegenstelling tot eender ander event, observeerden ik en anderen dat er een verbazingwekkend aantal van 8 veiligheidsmensen aanwezig waren die mensen die zich geregistreerd hadden maar niet de blauwe delegatie badges droegen, weghielden. Mensen die gedurende de sessie in de gang bleven staan, vertelden me dat er aan velen de toegang was geweigerd. Op andere congres evenementen, inclusief de lunch, konden de geregistreerden zonder de blauwe badges zonder problemen binnengaan, hoewel in theorie de kleurcode op hun badge hen niet toeliet de zaal te betreden.

Recente veranderingen van de Chinese wet en regelgeving voor orgaantransplantaties

In de jaren nadat ons oorspronkelijke rapport verscheen, voerde de regering van China enkele serieuze veranderingen in. China maakte een orgaandonatiesysteem, als een pilotproject in 10 steden in augustus 2009. Veranderingen in de regelgeving vereiste dat orgaantransplantaties enkel uitgevoerd werden in geregistreerde ziekenhuizen.

De regering beval aan de hospitalen om prioriteit te geven aan Chinese patiënten, wat een serieuze domper betekende voor het internationale transplantatietoerisme. De regering, die aanvankelijk stelde dat alle organen van donaties kwamen, ook al was er op dat moment geen donatiesysteem, gaf uiteindelijk toe dat bijna alle organen voor tranplantaties van gevangenen afkomstig waren.

Het beleid en vervolgens de wet inzake de herkomst van organen veranderde, en verbood de verkoop van organen. Het verbod op de organenverkoop was eigenlijk een leeg gebaar omdat diegenen die niet instemden met de herkomst van hun organen,  ze overduidelijk niet verkochten. En het verbod op de verkoop van organen voorkwam niet dat ziekenhuizen orgaantransplantaties in rekenening brachten.

Het beleid en vervolgens de wet op de herkomst van organen wijzigde in het nodig hebben van de toestemming van de donor. Een beleidslijn van 2006 stelde dat medische instanties die aan orgaantransplantaties deden daarvoor de geschreven toestemming nodig moeten hebben van de donors. Het beleid voegde eraan toe dat donoren een donatie kunnen weigeren.

Dit alles werd een jaar later herhaald in een nieuwe wet: Richtlijnen betreffende Menselijke Orgaantransplantaties, ingevoerd op 1 mei 2007, verbood het verwijderen van organen van levenden zonder hun toestemming en van doden die hun organen niet wensten af te staan toen zij nog in leven waren.

Feitelijke implementatie van de wet en falen daarvan

Het verschuiven van de prioriteit van orgaantransplantaties van buitenlandse naar plaatselijke patiënten was reëel. Het was meer dan alleen maar een aangekondigde beleidsverandering. De overgang vond daadwerkelijk plaats.
 
Chinese burgers die een transplantatie nodig hadden waren begrijpelijkerwijs nijdig na maanden en jaren te moeten wachten op een transplantatie terwijl buitenlanders op de eerste rij werden gezet. Om de plaatselijke onvrede te sussen, moesten de prioriteiten verschuiven. Bovendien ging het voordeel loslippige buitenlandse patiënten te vervangen door voorzichtige plaatselijke patiënten waarschijnlijk niet voorbij aan de aandacht van degenen die hun misdadige praktijken geheim trachtten te houden.

De verschuiving van transplantaties van welk ziekenhuis dan ook dat wilde transplanteren naar geregistreerde ziekenhuizen was eveneens reëel. Het verplaatsen van transplantaties naar geregistreerde ziekenhuizen betekende een verhoging van de controle van de Partij en de Staat, iets wat beiden nauw aan het hart ligt.

De vereiste om toestemming van de orgaandonoren verkrijgen, was echter niet reëel. De wet van 2007 schafte de wet van 1984 niet geheel af, en was ook niet volledig verschillend ervan. Indien een gevangene daadwerkelijk weigerde toestemming te geven organen af te staan, dan was, volgens de wet van 2007, het verboden zijn organen te oogsten. Indien de gevangene voor zijn dood echter niets zei over dit onderwerp, en de familie zijn dode lichaam niet kwam of wilde komen ophalen, dan was orgaanoogst wel toegelaten hoewel er geen toestemming was, zelf na het invoeren van de wet van 2007.

Wat meer is, de bedoeling van de wetten was eerder een theoretische oefening. De Chinese Communistische Partij/Staat veranderde haar wetten en politiek niet om het oogsten van organen zonder toestemming een halt toe te roepen. De wetten en de politiek werden veranderd om de kritiek op het oogsten van organen zonder toestemming het zwijgen op te leggen.

De statistieken en de wet vertellen tegenstrijdige verhalen

In China heeft een wet geen betekenis zonder het dictaat van de Partij, aangezien de wet niet gebruikt kan worden tegen de Partij/Staat. De wet bestaat als een communicatiemiddel van het hoofdkwartier naar de troepen en als een cosmetische oefening. Wanneer het vuur van de kritiek te heet wordt, verandert de Partij/Staat de wetten dikwijls zonder de situatie te veranderen, om de kritiek tegen te gaan.

De statistieken en de wetten vertellen tegenstrijdige verhalen. Het aantal transplantaties daalde inderdaad in januari 2007. Dit had echter weinig te maken met een verandering van transplantatiepolitiek of -reguleringen, maar eerder met een verandering in de wet op de doodstraf.

Vóór 1 januari 2007 konden regionale rechtbanken de doodstraf uitvaardigen – de Hogere Volksrechtbanken. Na 1 januari 2007, diende ieder doodvonnis uitgevaardigd door een regionale rechtbank, goedgekeurd te worden door de centrale Opperste Volksrechtbank.

Deze verandering in procedure deed de massa ter dood veroordeelden substantieel dalen – volgens een schatting van Amnesty International, met ongeveer de helft. Minder ter dood veroordeelden betekent minder mensen beschikbaar voor orgaanoogsten.

Statistieken van het Chinese Levertransplantatieregister, een register van het Queen Mary Ziekenhuis in Hong Kong dat rechtstreeks gegevens verzamelt van ziekenhuizen in China, toonden aan dat het aantal transplantaties eerst daalde, maar niet zoveel als het dalende aanbod. De daling van het aantal levertransplantaties kwam allesbehalve in de buurt van het dalende aantal ter dood veroordeelden.

In 2007 waren er twee dalmomenten voor het aantal levertransplantaties. Naast de veranderde doodstrafprocedure, was er ook nog de vereiste van het Gezondheidsministerie dat transplantaties enkel nog in geregistreerde ziekenhuizen mochten plaatsvinden. Deze vereiste maakte compleet een einde aan transplantaties in niet-militaire ziekenhuizen en niet-geregistreerde ziekenhuizen en verhinderde tijdelijk transplantaties in later registrerende ziekenhuizen tot deze geregistreerd waren.

Deze twee factoren zouden in principe een substantieel acutere daling van het aantal transplantaties veroorzaken dan het dalende aantal executies van ter dood veroordeelden. Toch gebeurde het omgekeerde. Hoewel het aantal geëxecuteerden met de helft daalde, daalde het aantal transplantaties slechts met één derde.

In 2008 kwam het aantal levertransplantaties terug op het niveau van 2004. Hier zien we de terugkeer van de historisch hoge aantallen transplantaties.

Volgens het Chinese Levertransplantatieregister bedroeg het aantal levertransplantaties voor de daling ten gevolge van de doodstrafwet van 2007: 2023 transplantaties in 2004, 2794 in 2005 en 2448 in 2006. In 2007 bedroeg dat aantal 1469. Volgens een speech die de Chinese Viceminister van gezondheid Huang Jiefu gaf in Madrid in maart 2010, bedroeg het aantal transplantaties na de daling van 2007: 2334 in het jaar 2008 en 2181 in 2009.

Hoe kon het aantal levertransplantaties in China zo weinig dalen terwijl er een licentievereiste werd ingevoerd voor niet-militaire ziekenhuizen en een halvering van wat de Chinese autoriteiten hun nagenoeg enige bron van organen noemen: geëxecuteerde ter dood veroordeelden? Hoe kon China haar historisch hoge aantal levertransplantaties in 2008 herstellen in afwezigheid van een evenredige stijging van het aantal executies van ter dood veroordeelden? De enige plausibele verklaring is de aanwezigheid van de enige andere, significante bron van organen: Falun Gong beoefenaars.

Volledigheidshalve moeten we opmerken dat er een kleine toename is van vrijwillige orgaandonaties. Dit aantal is echter allesbehalve substantieel genoeg om de toename van het aantal orgaantransplantaties te verklaren.

De enige logische conclusie gezien het huidige aantal transplantaties en de substantiële daling van het aantal executies, is dat de zaken ernstiger zijn geworden en dat het oogsten van organen van donoren die geen toestemming gaven, is toegenomen. Er worden vandaag meer Falun Gong beoefenaars gedood voor hun organen dan op welk moment dan ook in het verleden.

Verdoezeling van transplantatie statistieken en relatie met verdoezeling van statistieken van de doodstraf

Ik citeerde de Chinese Viceminister van gezondheid Huang Jiefu in plaats van het Chinese Levertransplantatieregister wat betreft de meest recente aantallen levertransplantaties omdat het Chinese  Levertransplantatieregister de publieke toegang tot haar statistieken op haar website heeft geblokkeerd. Hang Jiefu vermelde deze latere cijfers in zijn presentatie in Madrid 2010.

Op datzelfde congres hield ook Haibo Wang, onderdirecteur van het Chinese levertransplantatieregister, een presentatie. Tijdens de sessie vroeg ik hem waarom de publieke toegang tot de gegevens van het Register was afgesloten en of ze opnieuw publiek toegankelijk gemaakt konden worden. Hij antwoordde dat de data werden geblokkeerd omdat mensen de cijfers verkeerd interpreteerden. Indien iemand toegang wil tot de cijfers, dan moet het Register vooraf weten voor welk doel de cijfers zullen worden gebruikt en enig vertrouwen hebben dat de cijfers niet verkeerd geïnterpreteerd zullen worden.

De Chinese gezondheidsdienst heeft vier transplantatieregisters: één voor lever, één voor nieren, één voor hart en één voor longen. De andere drie zijn gevestigd in China—hart en nieren in Peking en longen in Wuxi. De andere drie registers zijn eveneens slechts toegankelijk voor mensen met een login en paswoord.

Bij de Chinese overname van Hong Kong van Groot-Brittanië werd de hereniging gebaseerd op het principe van één land, twee systemen. Wanneer het echter aankomt op publieke toegang tot statistieke transplantatiedata, zien we nu één land en één systeem.

Deze verdoezeling van transplantatiestatistieken mag men niet isoleren van de verdoezeling van de statistieken van de doodstraf. De Chinese overheid publiceert geen officiële doodstrafstatistieken. Tijdens de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in februari 2009 gaven zes verschillende landen – Canada, Zwitserland, Engeland, Frankrijk, Oostenrijk en Italië – de aanbeveling dat China deze statistieken bekend zou maken. De Chinese overheid verwierp openlijk en expliciet deze aanbeveling.

Waarom weigert de Chinese overheid de gegevens van zowel de doodstraf als orgaantransplantaties vrij te geven? Een antwoord is dat indien deze cijfers publiek gemaakt zouden worden, de discrepantie tussen het aantal transplantaties en het aantal geëxecuteerde ter dood veroordeelden veel te duidelijk zou zijn. De Chinese overheid zou onder grote druk staan indien zij dit verschil niet zou kunnen verantwoorden.

Steeds breder wordend draagvlak voor tegengaan van onrechtmatige orgaantransplantaties in China

Het Chinese misbruik van transplantatietechnologie heeft eerder al, zoals ik reeds aanhaalde, voor geïsoleerde beroering gezorgd. In december 2006 diende Senator  Patrik Vankrunkelsven een wetsvoorstel in bij de Belgische Senaat om transplantatietoerisme te verbieden. Senator  Borys Wrzesnewskyj diende in februari 2008 een gelijkaardig wetsvoorstel in het Canadese Huis van Afgevaardigen. Het wetsvoorstel zal, wanneer goedgekeurd, iedere transplantatiepatiënt bestraffen die een orgaan ontvangt zonder toestemming van de donor wanneer de patiënt bekend is of bekend geacht wordt te zijn met de afwezigheid van die toestemming.

De Transplantation Society zette zich in juli 2006 af tegen het transplanteren van organen van gevangenen en in november 2006 tegen presentaties van onderzoek naar patiëntgegevens, weefselmonsters van patiënten en gevangenen in China. De World Medical Association maakte in oktober 2007 een overeenkomst met de Chinese Medical Association dat organen van gevangenen en andere mensen in hechtenis, niet gebruikt mogen worden voor transplantatie tenzij voor leden van hun nabije familie. 

De Verslaggever van de Verenigde Naties over Martelingen en de VN Verslaggever over Religieuze Intolerantie vroegen in 2007 de Chinese overheid het verschil te verklaren tussen het aantal Chinese transplantaties en het aantal donoren dat de Chinese overheid bereid is te erkennen. Toen de Chinese Partij/Staat de vraag ontweek, herhaalde de VN haar bezorgdheid in 2008. Het VN Comité voor Martelingen maakte haar consternatie bekend in haar 2008 Rapport over China.

Dit jaar blijft de zaak onder de aandacht. De Zwitserse afdeling van de  International Society for Human Rights plaatste op 1 juni 2010 op het internet een Memorandum tegen Orgaanoogsten met een petitie ter ondersteuning.

Dat Memorandum

  • veroordeelt het georganiseerde orgaanoogsten in China.
  • roept op tot een einde van het orgaanoogsten van gevangenen en donoren die geen toestemming geven.
  • dringt aan op het toepassen van de internationale wet om participatie aan orgaanoogsten zonder toestemming te bestraffen.

De afdeling Internationaal Recht van de Amerikaanse Orde van Advocaten reikte op 6 augustus in San Francisco de prijs voor Internationaal Mensenrechtenadvocaat uit aan Gao Zhisheng. Gao is de verdwenen Chinese mensenrechtenadvocaat die strijd voerde tegen het doden van Falun Gong beoefenaars voor hun organen.

Het was Gao die in juni 2006 David Kilgour en mijzelf formeel uitnodigde om naar China af te reizen om onderzoek te doen nadat we in mei 2006 hadden aangekondigd dat we een rapport gingen samenstellen om de beschuldigingen te evalueren dat Falun Gong beoefenaars gedood werden voor hun organen.  In een open brief aan het Amerikaanse Congres gedateerd 27 september 2007, beschuldigde Gao een aantal Chinese leiders, onder wie voormalig president Jiang Zemin, van misdaden tegen de mensheid en genocide op de Falun Gong gemeenschap. Ter ondersteuning van zijn aanklacht verwees hij naar het bewijs dat wij hadden vergaard in ons rapport: “de hechtingen op de lijken, de opgenomen telefoongesprekken met de betrokken ziekenhuizen, en bewijs geleverd door de betrokken transplantatieartsen.”

Penny Wakefield sprak de Amerikaanse Orde van Advocaten toe dat de organisatie erkenning wilde geven aan het voorbeeld dat Gao “stelt voor andere advocaten in China en over de hele wereld om op te komen voor de rechten van anderen evenals voor hun eigen rechten.”

De Zwitserse afdeling van Amnesty International vroeg China op 13 augustus 2010 om het gebruik van organen van geëxecuteerde ter dood veroordeelden een halt toe te roepen. De mensenrechtenorganisatie wist van het bestaan van dit congres waar transplantatie-experts van over de hele wereld aan deelnemen en nam van de gelegenheid gebruik om de farmaceutische bedrijven op te roepen:

  • iedere noodzakelijke stap te zetten om medeplichtigheid aan mensenrechtenschendingen te vermijden bij orgaantransplantaties in China.
  • strikt te zijn om direkt of indirekt het orgaanoogsten van gevangenen niet te steunen als deel van onderzoek naar anti afstotingsmedicijnen.
  • om gemeenschappelijke richtlijnen te volgen bepaald door onafhankelijke experts om medeplichtigheid aan misbruik te vermijden, en:
  • om collectief het gebruik van organen van geëxecuteerde gevangenen te veroordelen.


De wereldwijde medicijnenfabrikant Novartis maakte, volgens een krantbericht gepubliceerd op 15 augustus 2010, bekend dat het toezicht houdt op een moratorium dat klinisch onderzoek doet naar anti afstotingsmedicijnen voor organen in China. Novartis woordvoerder Satoshi Sugimoto verklaarde dat Novartis de oproep van Amnesty International steunde en zal trachten alle farmaceutische bedrijven te verenigen over deze kwestie. Novartis zei dat het de dialoog en opvoeding in China wil bespoedigen om de ethische uitdagingen van het oogsten van organen te overwinnen.

De Canadese Society voor Transplantaties en de Canadese Society voor Nefrologie gaven op 17 augustus 2010 een beleidsverklaring vrij over organenhandel en transplantatietoerisme
De verklaring stelt dat:

  • artsen geen medicatie zouden moeten voorschrijven omdat ze anders het verkrijgen van medicatie vergemakkelijken dat zal gebruikt worden tijdens de transplantatie van een gekocht orgaan;
  • artsen ervoor mogen kiezen medische informatie niet ter beschikking te stellen aan patiënten als ze geloven dat deze informatie gebruikt zal worden ter ondersteuning van een illegale transplantatie uitgevoerd in een niet gereglementeerd systeem en dat er een significant risico voor schade is voor de patiënt of de organenverkoper;
  • een arts, in situaties andere dan noodsituaties, ervoor mag kiezen de zorgen over te dragen aan een andere arts voor een patiënt die een orgaan mogelijk heeft verkregen door transplantatietoerisme.

In een redactioneel artikel op vrijdag 13 augustus 2010 noemde de “Globe and Mail”, die een eerdere versie van de verklaring had verkregen, de richtlijnen een belangrijk precedent.

In januari 2010 kende de Zwitserse afdeling van de Internationale Vereniging voor Mensenrechten David Kilgour en mij haar jaarlijkse mensenrechtenprijs toe voor het aanvechten van misbruik van organenhandel in China. Het Canadees parlementslid Borys Wrzesnewskyj en anderen nomineerden David Kilgour en mij voor de 2010 Nobelprijs voor de Vrede, opnieuw voor ons werk in dit domein.

Mocht mijn moeder nog in leven zijn, dan zou ze blij geweest zijn te zien dat zoveel mensen haar mening over mij deelden. Wat mij betreft, ik zou, over dit onderwerp, liever deel uitmaken van een grote menigte. Ik verwelkom de recente aangroei van bezorgdheid en steun.

Alle farmaceutische bedrijven zouden het voorbeeld van Novartis moeten volgen. Andere NGO’s voor mensenrechten zouden gelijkaardige initiatieven moeten nemen als deze van ‘Amnesty International’ en de ‘International Society for Human Rights’. Nationale transplantatieverenigingen van overal ter wereld zouden de Canadese Society voor Transplantaties en de Canadese Society voor Nefrologie moeten evenaren.

Wetgevers in elk land zouden het soort wetgeving voorgesteld door de Belgische senator Patrik Vankrunkelsven en het Canadese parlementslid Borys Wrzesnewskyj moeten onderschrijven. De mensen in deze zaal, in dit Congres, zouden moeten deelnemen aan de inspanningen om het misbruik van organentransplantaties in China te stoppen.

De regering van China zelf accepteerde dat het gebruiken van organen van gevangenen onjuist is. Op het moment van de aankondiging van een organendonor pilotproject in augustus 2009 verklaarde vervangend Minister voor gezondheid Huang Jiefu dat geëxecuteerde gevangenen “absoluut geen geschikte bron voor organentransplantatie zijn”. Tijdens de toespraak die hij gaf in maart 2010 in Madrid, deed hij kleinerend over ”dode organen van geëxecuteerde gevangenen, een bron die niet voldoet aan de internationale morele en standaardpraktijk.”

David Kilgour en ik hebben ons geconcentreerd op het doden van Falun Gong gevangenen voor hun organen. De regering van China ontkent dat dit gebeurt. De discussie die we hebben met de regering van China gaat nog niet over of er gevangenen gedood worden voor hun organen, maar alleen over welke soort gevangenen gedood worden voor hun organen.

Het in onnodig om deze discussie op te lossen om het misbruik te stoppen. Wanneer de Chinese gevangenissen en ziekenhuizen stoppen met gevangenen te doden voor hun organen, zal uiteindelijk het doden van Falun Gong gevangenen voor hun organen stoppen.

De gezondheidsambtenaren van de Chinese regering geven aan dat door de verspreiding van donaties en de uiteindelijke bekrachtiging van de wet die toestaat organen te halen uit levende hersendode hartpatiënten,  de praktijk van het roven van organen van gevangenen zal stoppen. Maar morgen het misbruik beëindigen is voor dit onderwerp niet goed genoeg. Het misbruik zou nu moeten stoppen.

David Matas is een internationale mensenrechten advocaat uit Winnipeg, Manitoba, Canada

David Matas en David Kilgour, een voormalig lid van het Canadese parlement die ook dienst heeft gedaan als openbare aanklager en staatssecretaris voor Asia-Pacific, publiceerden ‘Bloody Harvest-The Killing of Falun Gong for their Organs”.

Bron: http://www.theepochtimes.com/n2/content/view/41204/

ONDERNEEM ACTIE

In Focus

Voor meer informatie neem contact op met
het Falun Dafa Informatiecentrum

+31 (0)6-46767319 (Peter Houben)
of via het contact formular