Een verontschuldiging die 9 jaren op zich liet wachtenIJsland biedt zijn excuses bij Falun Gong aan omdat ze de kant van het Chinese regime kozen

Sorry: De IJslandse Minister van Buitenlandse Zaken Ossur Skarpheoinsson verontschuldigt zich aan Falun Gong tijdens een zitting van het IJslandse Parlement op 27 mei. (De Eerste Minister Johanna Siguroardottir zit links van hem)

By Matthew Robertson (Epoch Times)

Het gebeurt niet zo vaak dat regeringen hun verontschuldigingen aanbieden. IJsland maakte onlangs een uitzondering toen de Minister van Buitenlandse Zaken Össur Skarphéðinsson zei dat het hem speet hoe Falun Gong beoefenaars werden behandeld tijdens hun bezoek aan het land in 2002.

In dat jaar verboden de autoriteiten beoefenaars van deze spirituele discipline om het land te betreden tijdens het staatsbezoek van de toenmalige leider van de Chinese Communistische Partij (CCP) Jiang Zemin.

De IJslandse autoriteiten hadden tijdens het bezoek een zwarte lijst verspreid die ze gekregen hadden van de inlichtingendienst van het Chinese regime en ze hadden Falun Gong beoefenaars die al in IJsland waren lastiggevallen en ondervraagd in een poging om een eventueel protest te vermijden.

“In naam van de IJslandse regering zou ik hier, vanuit deze stoel, mijn verontschuldigingen willen aanbieden aan diegenen die toen naar ons land waren gekomen en geleden hebben onder deze schendingen”, sprak Skarphéðinsson in het IJslandse parlement op 27 mei.

Hij voegde er aan toe dat hij vanaf het begin af aan gedacht had dat het verkeerd was en zei: “Ik kan alleen maar zeggen, om het eens en voor altijd achter ons te laten, dat ik klaar ben in naam van de IJslandse regering om mijn verontschuldigingen aan te bieden tegenover al diegenen die er toen bij betrokken waren”.

Hij gaf op die manier antwoord op een gedetailleerde vraag die hem was gesteld tijdens “het vragenuurtje”, wanneer leden van het parlement vragen kunnen stellen aan de bevoegde Ministers.

“Ik ben blij dat de Minister eindelijk zijn verontschuldigingen heeft aangeboden,” schreef Herman Salton, een geleerde die een boek heeft geschreven over het incident van 2002, tijdens een e-mail interview met The Epoch Times. “Ik ben alleen wel verrast over het feit dat het zo lang heeft moeten duren”.

Hij voegde er nog aan toe: “Met deze excuses gaat de IJslandse regering eindelijk in op de wil van de bevolking van IJsland die vanaf het begin gekant was tegen dit discriminerende, ondoordachte en volkomen contraproductieve verbod”.

Ragnar Aðalsteinsson, een bekende mensenrechten advocaat uit IJsland die deze zaak vanaf het begin gevolgd heeft, was tevreden met het resultaat: “Wel, weet je, het is een zeer late verontschuldiging,” zei hij, eraan toevoegend dat hij er “eigenlijk wel tevreden” over is. “Het is laat, maar beter laat dan nooit,” zei hij tijdens een telefooninterview.

Het verbod en de zwarte lijst uit 2002 werd breed gezien als anathema van de IJslandse politieke aard en traditie. Het land kenmerkt zichzelf door zijn publieke instellingen, robuuste liberale democratische waarden en openheid (Jón Gnarr , de burgemeester van Reykjavík, is bijvoorbeeld een voormalige komiek en men zegt dat IJslanders elkaar kennen bij hun voornamen).

GEWEIGERD: Een groep Falun Gong beoefenaars die geweigerd werden om IJsland binnen te komen, protesteren door middel van meditatie op het vliegveld van Parijs. De vliegmaatschappij Icelandair had het bevel gekregen om alle Falun Gong beoefenaars tegen te houden om aan boord te gaan.

Toen der tijd protesteerden duizenden tegen de manier waarop Falun Gong beoefenaars behandeld werden, met inbegrip van een activiteit die plaatsvond op 22 juni en zo’n 1500 tot 3000 mensen aantrok. Dit was “de grootste recente politieke demonstratie die het kleine Noord-Atlantische eiland in het geheugen heeft,” rapporteerde Reuters in die tijd. 

De omvang van de weerstand die door de inwoners uitgevoerd werd tegenover de bevelen van hun regering, maakt van dit Falun Gong incident een belangrijke gebeurtenis in de moderne geschiedenis van IJsland, schreef Salton in zijn boek.

Het bezoek dat Jiang bracht aan IJsland was de eerste keer voor een Chinees staatshoofd. De IJslandse regering was gedreven om de diplomatieke en vooral zakelijke banden te verstevigen, om zodanig een deel te kunnen uitmaken van de Chinese markt voor exporteurs. De hoofdstad Reykjavík was ook van mening dat door China te vriend te houden het land toegang zou kunnen krijgen tot de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

Falun Gong omvat vijf meditatieve oefeningen en leven volgens de principes van Waarachtigheid, Mededogen en Verdraagzaamheid. Sinds het in 1992 voor het eerst in China onderwezen werd, groeide het zeer snel en werd het heel populair. Volgens Chinese staatsbronnen beoefenden er tussen de 70 en 100 miljoen Chinezen Falun Gong in het begin van 1999.

Jiang had in 1999 een grote vervolging in werking gesteld tegen de praktijk, nadat hij de populariteit en onafhankelijkheid ervan begon te zien als een bedreiging. Tijdens zijn verblijf in IJsland wilde hij niets te zien of te horen krijgen over Falun Gong en de locale autoriteiten deden hun uiterste best om deze wens een realiteit te maken.

Beoefenaars werden geïdentificeerd met behulp van Chinese zwarte lijsten, die doorgestuurd werden naar de buitenlandse Ambassades van IJsland en naar de luchtvaartmaatschappij Icelandair. Zij die als Falun Gong volgelingen geïdentificeerd werden, zagen hun visums geweigerd worden of werden tegengehouden om aan boord te gaan van vliegtuigen richting IJsland. Mensen in de luchthavens die er “Aziatisch” uitzagen werden uit de rijen geplukt en  overgeheveld naar aparte kamers en ondervraagd over hun spiritueel geloof.

Kort nadat de Minister van Buitenlandse Zaken zich verontschuldigd had, vertelde een ambtenaar aan de IJslandse pers dat mensen ondervragen enkel op basis van hun rassenprofiel de “meest walgelijke” opdracht was die hem ooit opgedragen is gedurende zijn carrière.

Chinese agenten hadden ook toestemming om IJsland binnen te komen en hadden ook toestemming om de protesten van Falun Gong beoefenaars tegen te houden, hun activiteiten te storen, hun hotelreserveringen te laten annuleren en in sommige gevallen geweld te gebruiken.

De meeste IJslanders ervaarden het boycotten van Falun Gong als “een directe bedreiging van hun eigen vrijheid van meningsuiting en de onafhankelijkheid van hun land,” schreef Salton in zijn boek.

Hun schok veranderde in een vastberadenheid om te protesteren. “Falun Gong was niet langer een Chinese nationale kwestie en botste frontaal met de IJslandse waarden van vrije meningsuiting en vrije wil en transformeerde zo een rustige en stabiele omgeving in een kokend potje van sociaal activisme en protestcultuur,” schreef Salton.

Op 11 juni 2002 werd er door de krant genaamd Morgunblaðið een advertentie geplaatst ter grote van een volledige pagina die de handelingen van de regering veroordelen op naam van 550 burgers, met inbegrip van de twee namen van de huidige eerste Minister en de Minister van Buitenlandse Zaken. “WIJ VERONTSCHULDIGEN ONS”, luidde het, “voor de onbegrijpelijke handelingen van de IJslandse autoriteiten.”

Ondanks zijn grote inspanningen, werd Jiang gedurende zijn hele bezoek geconfronteerd met mensen die protesteerden. Meestal waren het IJslanders die niet Falun Gong beoefenden. Op een bepaald moment riepen ze “Falun Dafa is goed!” binnen gehoorafstand. Salton vermeld dat Jiang daarna dreigde met onmiddellijk het land te verlaten.

Þórdís Hauksdóttir is één van de weinige Falun Gong beoefenaars in IJsland. “O, het is absoluut fantastisch om uiteindelijk een officiële verontschuldiging te horen van een Minister,” zei ze tijdens een reactie op het nieuws.

De woorden van de Minister van Buitenlandse Zaken waren een antwoord op een vraag van Margrét Tryggvadóttir, lid van de politieke partij genaamd “The Movement.” Tryggvadóttir had deze kwestie grondig besproken met Birgitta Jónsdóttir, een politiek activist. De twee hadden de vraag samen voorbereid.

Tryggvadóttir had de Minister van Buitenlandse Zaken een paar uur op voorhand gewaarschuwd over het feit dat ze dit incident publiekelijk zou aanhalen – hij waarschuwde vervolgens de eerste Minister, die volgens mensen bekend was met de omstandigheden.

Nadat de Minister van Buitenlandse Zaken gesproken had, gaf de eerste Minister Jóhanna Sigurðardóttir volgens videobeelden een discrete thumbs-up en glimlach aan iemand in de gang.

Tryggvadóttir had de goedkeuring om een vraag te stellen aan de Minister van Buitenlandse Zaken na zijn eerste reactie. Ze vroeg hem of hij het meer officieel kon maken.

“Mevrouw de President,” sprak hij. “Ik geloof dat er geen betere en formelere manier bestaat…dan een verontschuldiging te vragen aan de regering ter plaatse in het parlement, en op deze manier een antwoord van de regering af te dwingen.”


Originele Tekst: http://www.theepochtimes.com/n2/world/an-apology-nine-years-in-the-making-56995.html

ONDERNEEM ACTIE

In Focus

Voor meer informatie neem contact op met
het Falun Dafa Informatiecentrum

+31 (0)6-46767319 (Peter Houben)
of via het contact formular