Matthew Robertson, Epoch Times. Dorpelingen in China trotseerden de communistische autoriteiten door de vrijlating te eisen van hun vriend, Zhou Xiangyang. En de bewakers en medegevangenen die de "vloer anker"-foltering op hem in de gevangenis van Gangbei toepasten, zouden onderzocht moeten worden volgens de voorgeschreven wet, schreven ze.
Het is een zeldzame reeks van omstandigheden: een jong getrouwd koppel dat Falun Gong beoefent, werd opgesloten in heropvoedingscentra in China. Duizende Chinezen zijn opgekomen voor hun vrijlating, waardoor de meest gevoelige politieke kwesties van de Communistische Partij werden uitgedaagd.
Amnesty International heeft de zaak overgenomen, heeft persberichten verstuurd, opgeroepen tot dringende acties en heeft gelobbyd voor media-aandacht. In China blijven familieleden en vrienden die nog vrij zijn brieven schrijven om een einde te stellen aan de vervolgingen.
Een open brief van een vrouw, geschreven in juni 2011, begint als volgt:"Mijn naam is Li Shanshan. Ik wachtte op de vrijlating van Zhou Xiangyang gedurende zeven jaar vanaf onze allereerste ontmoeting, om met hem te trouwen,". "In de tijd daar tussen werd hij gevangengenomen voor 6 jaar,”.
Verder schreef ze over zijn lijden: "Gedurende 4 maanden werd mijn verloofde gemarteld op vele gruwelijke manieren." Zijn voeten waren geketend aan een metalen ring, zijn handen aan de grond geboeid en hij kreeg dagenlang elektrische stroomstoten.”
Li Shanshan schreef brieven naar ettelijke overheidsdepartementen en administratieve instellingen die werden verondersteld om misbruik in gevangenissen tegen te gaan. Geen enkele nam enige verantwoordelijkheid.
In januari 2006 werd haar huis geplunderd en werd ze opgesloten gedurende 30 dagen. Vervolgens werd ze gedurende 2 weken vrijgelaten en onder toezicht geplaatst en tenslotte veroordeeld voor 15 maanden dwangarbeid. Een veiligheidsagent vertelde haar tijdens een ondervraging: "door uw uitroep tegen Xiangyang’s folteringen werd ik aangespoord om de menigte aan te zetten tot rellen aan de poort van de gevangenis.". Zij werd daarom belast met "oproepen tot ontwrichting van de staat," een ernstige beschuldiging in communistisch China.
Zhou bleef in hongerstaking om te protesteren tegen zijn mishandeling in hechtenis. In juli 2009, op de rand van de dood, werd hij vrijgelaten wegens medische redenen. Hij woog 86 pond en kon enkel vloeibaar voedsel verteren. De communistische autoriteiten waren woedend omdat zijn vervolging werd geregistreerd door de Speciale Rapporteur van de VN voor Vrijheid van Godsdienst, en de gevangenis van Gangbei (wat nu de Binhai gevangenis wordt genoemd) zou worden onderzocht.. De gevangenis bevindt zich in Tianjin, een stad van 12 miljoen inwoners in de buurt van Beijing.
Li en Zhou huwden na zijn vrijlating nadat ze 7 jaren gescheiden waren geweest. Hun problemen zouden nu voorbij moeten zijn, zo zou men veronderstellen.
Maar kende een grimmige herhaling wanneer op 10 maart 2011 de politie binnenviel in hun woonst en Zhou opnieuw in hechtenis werd genomen en gemarteld, volgens bronnen van Falun Gong.
Li Shanshan begon opnieuw te pleiten voor zijn vrijlating. Half september dook de eerste petitie op, ondertekend door ongeveer 1500 dorpelingen en later werd dat aantal opgetrokken tot 2300. Velen benadrukten de ernst door hun namen te bewijzen met hun vingerafdrukken in rode was. Dit wordt in China meestal voorbehouden voor officiële documenten.
Deze zeldzame verklaring trok de aandacht van Amnesty International. "Duizenden gewone mensen durfden hun steun voor de gevangenen publiekelijk te tonen voor hen die oneerlijk werden gevangen genomen en gefolterd." . Catherine Baber, adjunct-directeur van Amnesty International voor Azië, werd in een persbericht geciteerd.
"Dit toont aan dat het Chinese volk zich bewust is van de vervolging van mensen voor hun spirituele overtuigingen en dit ook veroordeelt. Het is hoog tijd dat de Chinese autoriteiten gehoor geven aan deze oproep en hun wrede onderdrukking van Falun Gong beëindigen”.
Dorpelingen die de petitie ondertekenden betuigden hun steun in interviews met The Epoch Times.
Een man van 50 zei dat hij huilde na het lezen van Li Shanshan’s open brief. "Als het waar is, is er iets ernstig mis met de CCP. Je bent niet verondersteld om moordenaars of criminelen te straffen voordat je ze verhoort. Hoe kun je dan een goed mens op zo’ n brutale wijze folteren?”
Een ander zei: "Xiangyang’s vrouw heeft een goede brief geschreven. Ik kan hem zo vna buiten opzeggen. Onze hele familie heeft de petitie al ondertekend om Xiangyang vrij te laten."
Volgens een artikel op Minghui.org, een Chinese website van Falun Gong, onderzochten agenten de bron van de petitie in de woonplaats van Zhou. Het onderzoek werd door de lokale bevolking afgewezen. "Jullie ondertekenden de brief voor zijn vrijlating. Zijn jullie tegenstander van de partij of wat?” vroeg een politieagent de werknemers van de stoffenfabriek van Zhou’s broer.
Een dorpsbewoner antwoordde: "Wij ondertekenden de petitie om Zhou te helpen. Als ze naar jou zouden komen om hulp te vragen, zou je het ondertekenen? De persoon die verantwoordelijk is voor ons dorp zou ook moeten tekenen!” De agenten vertrokken.
Het onderwerp van Falun Gong is in China al 12 jaar taboe, sinds de vervolging begon in 1999. Sinds juli 1999 vreesden de autoriteiten dat de populariteit van Falun Gong — een spirituele praktijk met vijf meditatieve oefeningen en de beginselen van eerlijkheid, compassie, en tolerantie — te groot werd en bestempelden ze Falun Gong tot publieke vijand nr.1.
Levi Browde, woordvoerder van het Falun Dafa Informatiecentrum, schreef in een e-mail:
"Gedurende 12 jaar gebruikten Falun Gong beoefenaars herhaaldelijk creatieve, moedige en vreedzame manieren om de propaganda van de CCP te weerstaan, en om uit te leggen aan de Chinese medemens hoe het eraan toegaat met de vervolgingen — dat tientallen miljoenen onschuldige mensen ontvoerd worden om vervolgens martelingen te ondergaan in gevangenschap, met de dood tot gevolg.”
Verder schreef hij (Levi Browde): "Meer Chinezen zouden het risico moeten nemen om de vervolgingen te bekijken zoals het werkelijk is, en hoe dit ook hun eigen vrijheid bedreigd. Advocaten, dorpelingen en zelfs politieagenten zouden doorheen de propagandacampagne tegen de beoefening moeten kijken. Maar internationale aandacht blijft van cruciaal belang voor het omzetten van dergelijke verzoekschriften in echte hulp voor slachtoffers".
De Partij heeft meer nodig dan dit om Li en Zhou met rust te laten. Li Shanshan werd opnieuw gevangen genomen op 29 oktober, ditmaal veroordeeld tot twee jaar heropvoeding. Haar familieleden deden al een oproep voor hulp, en meer dan 500 dorpelingen uit haar deel van Tangsh ondertekenden een andere petitie om hun vrijlating te eisen.
De Chinese Communistische Partij (CCP) begon vervolgens familieleden en anderen te arresteren die opkwamen ter ondersteuning van het paar. Een Minghui-verslag van 22 november geeft aan dat vijf beoefenaars van Falun Gong gearresteerd werden op verschillende tijdstippen, waaronder Zhou's oudere broer.
Amnesty International zegt nu dat meer dan 3000 personen een verzoekschrift hebben ondertekend voor de vrijlating van het koppel.
Op 18 november startte de organisatie een dringende actie en stuurde deze naar een netwerk van 12.000 mensen die betrokken zijn bij mensenrechten. Deze worden gevraagd om brieven te schrijven naar de Communistische Partij om de vrijlating te eisen van Li.
In haar open brief van 2009 schreef Li Shanshan: "Ik weet niet hoe lang wij moeten blijven smeken, maar we zullen blijven smeken en nooit stoppen.”