Door Xin Zi, een Minghui.org correspondent. Dhr. Jack Maclaren, een provinciaal parlementslid in Ontario, had onlangs een onverwachte en verontrustende ontmoeting met vertegenwoordigers van de Chinese Communistische Partij (CCP). Hij ontving op 13 januari 2014 een niet-ondertekende brief van de Jiangsu afdeling van het CPAFFC (Chinese People's Association for Friendship with Foreign Countries), een CCP organisatie. De brief eiste van hem dat hij zijn steun voor Falun Gong zou intrekken en spoorde hem aan om zijn collega's te vragen hetzelfde te doen. Dhr. MacLaren verklaarde dat de eisen van de CCP-organisaties geen invloed hebben op zijn beslissingen. Integendeel, zei hij, heeft de brief hem gemotiveerd om zijn best te doen Falun Gong beoefenaars nog meer te gaan steunen.
Meer steun voor Falun Gong

Dhr. MacLaren verklaarde in een interview met New Tang Dynasty Television: "Ik heb in het openbaar gesproken ter ondersteuning van Falun Gong als zijnde een organisatie van mensen die een zeer vredevol geloof beoefenen. Ze hebben principes van Waarheid-Mededogen-Verdraagzaamheid. Ze vormen een zeer positieve aanwezigheid in de gemeenschappen in Canada en China.
"Ik ben bezorgd over het ontvangen van deze brief van de Jiangsu People's Association. Het komt uit een vreemd land, het Land van China. De Chinese communistische regering zou enige invloed op deze organisatie en deze brief hebben. Ik ben er zeer van bewust dat in China Falun Gong lijdt onder vervolging. "
Hij heeft eerder felicitatie brieven voor Falun Dafa Dag vrijgegeven en openlijk de misdaden van gedwongen orgaanroof in China veroordeelt.
Dhr. Shawn Li, voorzitter van de Falun Dafa Vereniging van Canada zei: "Deze niet ondertekende brief van de CPAFFC was dreigend van aard. Het probeert om de economische banden tussen Ontario en de provincie Jiangsu te gebruiken om provinciale zaken in Canada te beïnvloeden. Echter wat de CCP niet verwacht had, was dat hun brief nog meer steun voor Falun Gong zou opwekken bij de wetgever.
Voormalig burgemeester St. John's: De CCP is "een afschuwelijke tirannie"
De zaak van dhr. MacLaren was een meer recent voorbeeld van de CCP's tien jaar lange pogingen om de vervolging via diplomatieke, media en andere kanalen uit te breiden buiten China.
Nadat de City of St. John, de hoofdstad van Newfoundland in Canada, een "Falun Dafa Week" aankondigde in mei 2001, mailde de Chinese ambassadeur brieven en info naar Canadese politici die Falun Gong belasterden.

Dhr. Andy Wells, de toenmalige burgemeester van St. John schreef een brief terug met de tekst: "Ik was blij om vertegenwoordigers van Falun Gong in onze Kamers te mogen ontvangen gedurende de maand mei. Uw vervolging van deze onschuldige groep mensen is een voorbeeld van uw regering's morele en ethische faillissement. Duizenden onschuldige Falun Gong aanhangers werden opgesloten, gemarteld en sommigen zijn vermoord door uw overheid. Uw bewering dat de wettelijke rechten van de bewoners van uw werkkampen worden beschermd door de Chinese wet is belachelijk. "
Voormalig parlementslid: "Ik ben nogmaals trots om groeten uit te brengen"
Eind augustus 2000 ontvingen Falun Gong beoefenaars vele felicitatie brieven voor Falun Dafa Week. De Chinese ambassadeur mailde brieven naar Parlementsleden (MP's) en andere overheidsfunctionarissen, die aandrongen om Falun Gong activiteiten niet te steunen in Canada.
MP Gorden Earle was één van de ontvangers. In zijn antwoord schreef hij, "Als multiculturele woordvoerder van de federale NDP blijf ik bij mijn brief... Nogmaals, ik ben er trots op groeten uit te brengen ten behoeve van de Nieuwe Democratische Partij van Canada aan allen die Falun Dafa week vieren."
Een voormalig parlementslid deelde in het verleden mee dat zijn reactie op dergelijke haatpropaganda brieven gewoonlijk was, om het onmiddellijk bij de vuilnis te gooien. Hij zei eens tegen Falun Gong beoefenaars dat het voor verschillende Canadese politieke partijen moeilijk is om over veel zaken tot een overeenkomst te komen. Ze komen echter wel overeen als het gaat een standpunt in te nemen wat Falun Gong betreft en het veroordelen van de vervolging.
Canadese media onthult de propaganda verspreid door het Chinese regime
The National Post publiceerde op 20 maart 2004 een artikel getiteld " De vervolging van Falun Gong breidt zich uit naar Canada." Het rapport bracht in details voorbeelden aan van de Chinese ambassadeur in Canada en andere medewerkers van de ambassade en consulaten, die Falun Gong belasteren via persoonlijke ontmoetingen of mails naar politici en media-agentschappen, om zo haat tegen Falun Gong aan te wakkeren.
Het artikel vertelde dat Mei Ping, de Chinese ambassadeur in Canada , The National Post bezocht heeft om Falun Gong te besmeuren en liet er ook een lasterlijk boek achter. Het rapport stelde dat deze besmeuringen "ongegrond" waren en dat "geen enkele andere regering ooit zulke uitspraken gemaakt heeft over haar eigen burgers die Li's [stichter van Falun Gong] leringen hebben opgenomen."
Een schrijven in maart 2003 van Chu Guangvou, de Chinese zaakgelastigde in Canada, naar Jim Peterson, een liberale MP en nu lid van Paul Martin's kabinet, waarschuwde dat 'China het advies geeft aan de Canadese regering om de gevoeligheid van de kwestie Falun Gong in acht te nemen wat de algemene bilaterale relaties betreft. Ik hoop dat u en uw regering ons standpunt zullen begrijpen en waakzaam zullen zijn tegen elke poging van Falun Gong om onze bilaterale relaties te ondermijnen.' “Bij de brief hoorde ook het tot nog toe standaard anti-Falun Gong propaganda pakket,” vermelde het artikel.
Het artikel liet ook zien hoe de Chineestalige media gebruikt wordt om haat te verspreiden tegen Falun Gong. "In augustus 2002 ontdekte het 'Canadian Broadcast Standards Council', dat een in Vancouver gevestigde Chineestalige televisiestation genaamd 'Talentvision', vier artikelen uit de 'Code of Ethics' en journalistieke ethieke regels van 'the Canadian Association of Broadcasters' geschonden had door het heruitzenden van anti-Falun Gong propaganda geproduceerd door de staats-gecontroleerde media in Beijing."
Volgens een rapport in februari 2000 in 'The Globe and Mail', ontdekte Canada's veiligheidsdienst (CSIS) 'een goed gefinancierd Chinese overheidsplot' dat in de jaren na het Tiananmen bloedbad van 1989, probeerde de kritiek aangaande Beijing's mensenrechtensituatie te verzwijgen door de controle over de Chineestalige nieuwsmedia in de hele natie over te nemen.