Vader van man uit Toronto wordt geconfronteerd met gevangenschap voor zijn geloof.Li Xiaobo is gearresteerd voor het verspreiden van literatuur waarin schending van de mensenrechten in China wordt omschreven.

16-06-2014 Ooggetuigen

Paul Li, inwoner van Toronto, vraagt vrijlating van zijn vader Li Xiaobo, die gevangen wordt gehouden door de Chinese overheid voor het schenden van zijn recht tot vrijheid van geloof en meningsuiting.Vorige maand werden zij samen gearresteerd in Chengdu in China. Paul werd vrijgelaten vanwege zijn Canadese burgerlijke staat. Maar zijn vader verblijft in de gevangenis en zal in juni worden geconfronteerd met een proces.

Als het gerechterlijk onderzoek doorgaat, is het bijna zeker dat mijn vader een lange gevangenisstraf tegemoet ziet. “Ik vraag dringend om hulp en steun van de internationale gemeenschap voor mijn vader's vrijlating en hereniging in Canada,” zegt Paul.

Li Xiaobo is een succesvolle vastgoedontwikkelaar, die voorheen 8 jaar in de gevangenis heeft gezeten voor het beoefenen van Falun Gong. Hij zat gevangen in de gevangenis van Deyang, waar hij in opdracht van de overheid ernstige lichamelijke en geestelijke mishandeling onderging.

Paul vertelt zijn vaders verhalen over mishandelingen, hersenspoelingen en langdurige onmenselijke opsluiting. Herhaaldelijk moest hij langdurig staan en soms meerdere dagen zonder voedsel of slaap. Hij verloor de meeste van zijn tanden en het zicht uit zijn linker oog. Tegen de tijd van zijn vrijlating in 2012 was zijn gezondheid gevaarlijk achteruitgegaan.

Op 12 april 2014 gingen Paul, zijn vader en een andere Falun Gong beoefenaar naar een landelijke omgeving in Chengdu om flyers met informatie over Falun Gong en de vervolging te verspreiden. Zij werden door de politie weggevoerd en naar een gevangenis gebracht. Paul werd vrijgelaten, maar zijn vader niet.

Li Xiaobo wordt op dit moment gevangen gehouden in de gevangenis van Longquanyi en zijn gezondheid gaat achteruit. De overheid in Chengdu en Longquan Procuratorate hebben in juni een proces gepland.

“We hebben een advocaat gevonden om hem te verdedigen, maar ondanks dit is er geen mogelijkheid tot een eerlijk verhoor. Als het gerechterlijk onderzoek doorgaat, zal mijn vader opnieuw veroordeeld worden tot gevangenschap en zal zijn leven in gevaar zijn,” zegt Paul.

Op aanvraag zijn er contact gegevens beschikbaar.

Verklaring van Paul Li over de arrestatie en gevangenname van zijn vader Li Xiaobo, die op dit moment met een gevangenisstraf in China wordt geconfronteerd.

Mijn vader, Li Xiaobo, is een Falun Gong beoefenaar uit Chengdu in China. Op 12 april werden wij weggevoerd door de Chinese veiligheidsagenten omdat wij literatuur over Falun Gong en de vervolging door de CCP verspreidden. Na een aantal dagen werd ik vrijgelaten en vervoerd omdat ik een inwoner van Canada ben, maar mijn vader wordt nog steeds in voorarrest gevangen gehouden.

Halverwege juni wil de Chinese overheid hem voor de rechter brengen. Zijn enige “misdaad” is dat hij een Falun Gong beoefenaar is, die vredig zijn recht nam op vrijheid van meningsuiting. Als het gerechterlijk onderzoek doorgaat, zal mijn vader bijna zeker een lange gevangenisstraf tegemoet zien. Ik vraag dringend om hulp en steun aan de internationale gemeenschap om te helpen met de vrijlating en hereniging van mijn vader en mij in Canada.

Mijn vader heeft reeds 8 jaar in de gevangenis gezeten voor het beoefenen van Falun Gong. Van 2005 tot 2012 werd hij gevangen gezet in de gevangenis van Deyang, waar hij leed aan ernstige lichamelijke en geestelijke mishandeling. Zelfs nadat hij was vrijgelaten, ging hij door met het proberen te verspreiden van de waarheid over mensenrechtenschendingen tegen Falun Gong beoefenaars.

In 1990 was mijn vader, een provincie ambtenaar, werkzaam voor de overheid. Hij raakte teleurgesteld door de corruptie, waarvan hij getuige was, en verliet zijn baan om in de huizenverkoop te gaan werken. Later werd hij directeur van een onroerendgoed bedrijf.

In 1996 begon hij Falun Gong te beoefenen. Door de principes van Waarachtigheid, Mededogen en Verdraagzaamheid te volgen, verbeterde mijn vaders temperament en gezondheid, en heeft hij vele slechte gewoontes zoals roken op kunnen geven. Op zijn werk trachtte hij de belangen van anderen voorrang te geven en verdiende hij zo het respect van zijn werknemers. Eén van zijn collega's vertelde mij eens, “Jouw vader is de meest deugdzame man die ik ooit heb ontmoet.”

In 1999 lanceerde de Chinese Communistische Partij een campagne om Falun Gong uit te roeien, waarbij duizenden beoefenaars gevangen genomen werden en de media ingezet werd om Falun Gong aan de kaak te stellen. Mijn vader kon dit niet passief laten gebeuren en hij begon artikelen te schrijven waarin hij de leugens en hypocrisie van de Chinese autoriteiten blootstelde.

In de lente van 2004 werd hij ontvoerd door veiligheidsagenten. Hij werd zonder enig proces vastgehouden in een detentiecentrum en geen enkele van zijn familieleden was toegestaan hem te bezoeken. In 2005 werd mijn vader in een geheim proces veroordeeld tot acht jaar gevangenis voor het beoefenen van Falun Gong. Het proces duurde minder dan een half uur, en geen advocaat noch familieleden waren geïnformeerd over de procedures.

Meer dan tienduizend Falun Gong beoefenaars werden op deze manier veroordeeld tot gevangenis sinds 1999. Volgens centrale richtlijnen van de Communistische Partij, zijn rechters niet toegestaan om beslissingen te maken op basis van de wet of bewijsmateriaal; zij moeten de politieke richtlijnen van de partij volgen, wat betekent dat er geen fair proces mogelijk is. De uitspraak “niet schuldig” komt nooit voor en advocaten die Falun Gong verdedigen riskeren zelf om geroyeerd, gevangen of gemarteld te worden.

Tijdens de acht jaren dat mijn vader gevangen zat, vloog ik vaak terug naar China, maar was ik telkens slechts toegestaan om 20 tot 30 minuten met hem te spreken. Hij heeft mij nooit verteld over de misbruiken die hij onderging.

Nadat hij in 2012 vrijgelaten werd, vernam ik dat mijn vader zwaar gemarteld was in de gevangenis. De bewakers sloegen Falun Gong beoefenaars regelmatig voor de geringste overtredingen. Soms deden ze beroep op gewone criminelen om te participeren in de afranselingen in ruil voor strafvermindering voor hun medewerking bij het controleren en mishandelen van Falun Gong beoefenaars.

De bewakers staan niet toe dat een beoefenaar het uitschreeuwt terwijl hij of zij geslagen wordt en daarom richten ze hun brutale slagen op de keel, maag of buik. Vele malen waren de muren met bloed bespat en de bewakers zouden de Falun Gong beoefenaar dwingen hun eigen bloed af te likken van de muren.

Falun Gong gevangenen werden gedwongen voor langere perioden rechtop te blijven staan -- zelfs enkele dagen lang -- zonder voedsel of slaap. Ze mochten niet naar de wc. Uiteindelijk kregen ze ondraaglijke pijn in hun benen en zwollen ze op. Dit misbruik was bedoeld om hen psychologisch te breken zodat ze zouden instemmen met Falun Gong op te geven.

De fysieke mishandeling werd verergerd door mentale marteling. Beoefenaars hebben meerdere uren per dag in hersenspoeling sessies doorgebracht, waar ze laster en kwaadsprekerij tegen Falun Gong moesten aanhoren.

In de winter werd mijn vader gedwongen naakt in koud water te staan met zijn blote voeten. In de zomer dwongen de bewakers hem stil te staan in een donkere en vochtige ruimte vol met insecten, vliegen en muggen. Als hij aan een muggenbeet krabde, werd hij geslagen.

In 2008 bracht mijn vader drie maanden opgesloten door in een kleine donkere ruimte met slechts een gat om door te ademen zo groot als een pingpongbal. Hij werd ook gedwongen tot enkele kilometers per dag te rennen, maar kreeg dan enkel een beetje rijst en een paar groenten als voedsel. In deze barre omstandigheden verloor hij het grootste deel van zijn tanden, en tegen de tijd dat hij werd vrijgelaten uit de gevangenis had hij bijna zijn gezichtsvermogen in zijn linkeroog verloren.

In het voorjaar van 2012 werd mijn vader uit de gevangenis vrijgelaten. Ik was terug naar China gekeerd met een werkvisum om mijn vader te helpen en te steunen. Gedurende de twee volgende jaren leefden we in vrede. Ik had het geluk te beginnen met het beoefenen van Falun Gong. Mijn vader vertelde me vaak hoezeer hij de tijd die we samen doorbrachten koesterde.

Alles veranderde op 12 april dit jaar.

Samen met een andere Falun Gong beoefenaar gingen mijn vader en ik naar een landelijk gebied en om nieuws en informatie met betrekking tot Falun Gong en de vervolging te verspreiden. We werden opgepakt en meegenomen naar een detentiecentrum. De politie plunderde vervolgens onze huizen, confisqueerden al onze Falun Gong boeken, evenals laptoppen en elektronisch apparatuur.

Omdat ik een Canadese nationaliteit heb, werd ik een week later op 18 april vrijgelaten en teruggestuurd naar Canada.

Mijn vader wordt nog steeds vastgehouden in het Longquanyi detentiecentrum en zijn gezondheid verslechterd. Chengdu autoriteiten en de procuraat van Longquan zijn van plan hem in juni te berechten. We hebben een advocaat gevonden die bereid is hem te vertegenwoordigen, maar zelfs dan is er geen mogelijkheid voor een eerlijk proces. Als het proces van start gaat, zal mijn vader opnieuw worden veroordeeld tot de gevangenis, en zijn leven zal in gevaar zijn.

Daarom doe ik een oproep naar de Canadese regering en de internationale gemeenschap om mij te helpen bij het eisen dat mijn vader vrijgelaten zal worden.

Bron http://faluninfo.net/article/1314/Father-of-Toronto-Man-Faces-Imprisonment-in-China-for-his-Religious-Beliefs/?cid=84

ONDERNEEM ACTIE

In Focus

Voor meer informatie neem contact op met
het Falun Dafa Informatiecentrum

+31 (0)6-46767319 (Peter Houben)
of via het contact formular