De wereld reageert snel in het tegengaan van internationale handel in organen en Italië doet mee. Op 9 juli j.l. startte de Europese Raad de eerste conventie die handel in menselijke organen bevecht en moedigt “een nauwe samenwerking aan tussen Staten die lid zijn (van de Raad) en staten die niet lid zijn.” Kort daarna werd door het Italiaanse parlement het eerste symposium over Ethiek in Transplantatie gehouden, waarbij doctoren, advocaten en instituten samenkwamen met hetzelfde doel: het promoten van ethische standaarden en wetgevende acties om het illegale fenomeen uit te roeien waarbij de hele planeet betrokken is.
De verwante Europese Conventie treedt in werking drie maanden nadat tenminste vijf landen – waarvan 3 Europees moet zijn – hebben getekend.
De tekst benadrukt de principes die door de Wereld Gezondheids Organizatie (WHO) georganiseerd zijn, maar het onthuld ook voor de eerste keer een duidelijk verlangen om landen over de hele wereld samen te brengen om te vechten tegen transplantatie toerisme en presenteert een “techniek met specifieke follow-up” zodat de aangenomen maatregelingen een effectieve en praktische toepassing zullen hebben.
De Senator die het symposium bijwoonde zei dat in Italië eind juli gestemd zou moeten worden op de wet die gepromoot wordt door Senator Maurizio Romani. De wet zal in de Strafrechtelijke Code de handel in organen voor transplantatie introduceren en een straf van 8 tot 20 jaar voor “iedere persoon die reizen organiseert of publiceert voor het kopen en verkopen van organen.” De betekenis van de wet vertoont duidelijk data van de Wereld Gezondheids Organisatie: één vijfde deel van de jaarlijkse 70.000 transplantaties in de wereld gebeurt door het kopen en verkopen van organen. Het doel van de wet is om een vergelijk te maken met wat de Senator noemt “een vorm van neo-kannibalisme” met kinderhandel en slavenhandel. De omschreven methode om dit tegen te gaan is om met afluisterapparatuur beginnen. Vandaar het belang van het hebben van een 6-jarige straf in Italië, welke het minimum is om te kunnen starten met telefoononderschepping.
China, wereldleider in orgaanhandel
“De situatie in de wereld laat een wanhopige behoefte aan organen zien,” zegt dr. Harold King, een woordvoerder van Doctors Against Forced Organ Harvesting (DAFOH) en een NGO die aan medische ethiek werkt. DAFOH bijt de spits af in de internationale campagne tegen gedwongen verwijdering van organen van gewetensgevangenen in China en sponsorde het symposium in Rome.
De orgaanhandel is een globaal fenomeen, welke zich voornamelijk focust op de Filipijnen, Pakistan, India en China, maar alleen in China worden ter dood veroordeelde gevangenen gebruikt als bron – in de rest van de wereld zijn de bronnen levende donoren die toestemming hebben gegeven.
China speelt een zwijgende rol als hoofdpersoon in internationale transplantaties: “China deelt geen enkele informatie, omdat alles betreft transplantaties als een staatsgeheim wordt beschouwd,” zegt dr. King.
Onafhankelijk onderzoek heeft de internationale gemeenschap een groter beeld gegeven van wat er reeds gebeurd is en wat er momenteel gebeurt achter het zwijgen van de Chinese regering.
Het rapport “Bloederige Oogst”, voltooid in 2007 door internationale mensenrechtenadvocaat David Matas en voormalig Canadees Staatssecretaris David Kilgour, concludeerde – met meer dan 50 aanwijzingen van indirect bewijs – dat in de periode tussen 2000 en 2005 meer dan 41.500 orgaantransplantaties hebben plaatsgevonden in China waarvan we de bron niet kennen.
“Het is niet aan mij om uit te leggen waar deze organen vandaan komen; het is aan China om dat te doen” zei Matas, spreker op het symposium in Rome.
Gegevens die van het Ministerie van Gezondheid van China komen geven de indicatie van een massale vermeerdering in het aantal transplantaties tussen 2000 en 2005.
Volgens Matas kan alles uitgelegd worden, te beginnen met de vervolging van Falun Gong in China die officieel van start ging op 20 juli 1999. Falun Gong is een oude spirituele discipline die de waarden waarachtigheid, mededogen en verdraagzaamheid benadrukt. Falun Gong beoefenaars zijn inderdaad bron geweest van veel van deze “verse organen” die tot een aantal jaren geleden – nog voor de publicatie van het rapport van Matas-Kilgour – werden aangeprijsd als uitstekende ‘produkten’ op een aantal websites van Chinese ziekenhuizen. Opmerkelijk genoeg zijn ziekenhuizen militaire gebouwen: “In China levert het leger de organen, niet het gezondheidssysteem”, zei dokter King.
Organen worden beheerd door het leger en zijn op aanvraag beschikbaar met wachttijden van twee weken – terwijl in Italië de gemiddelde wachttijd voor een orgaan twee tot drie jaar is.
Tegenstrijdigheden
China heeft een tegenstrijdige houding ten opzichte van hun transplantatie systeem. Bijvoorbeeld in november 2013, toen de Chinese regering de Hangzhou Resolutie ondertekende samen met de Transplantatie Vereniging. Deze Resolutie maakte het eind van oogsten van organen van ter dood veroordeelde gevangenen bekend, een praktijk die de ethische principes, aangenomen door de internationale medische gemeenschap, met de voeten treedt. De conventie juist aangenomen door de Raad van Europa benadert regeringen om het verwijderen van menselijke organen van levende of overleden donoren te behandelen als een criminale daad, als dergelijke operaties worden uitgevoerd “zonder vrije, specifieke en uiterlijke goedkeuring van de donor”. In China, is de ‘medewerking’ van ge-executeerde gevangenen totaal niet vrijwillig.
Een aantal maanden later, op 7 maart, waren Chinese ambtenaren gekant tegen de Hangzhou resolutie en verklaarden dat ze geen einde zouden maken aan het verwijderen van organen van ter dood veroordeelde gevangenen, maar dat ze deze eenvoudigweg beschouwen als medewerkende donors.
Antonio Stango, een Italiaans expert in mensenrechten en uitgever van het boek “Staatsorganen: Transplantatiemisdaden in China” toonde aan dat er meer en meer een bepaald gevoel heerst onder diplomaten en woordvoerders van het Westen: “We kunnen ons niet veilig voelen als we zaken doen met een land dat constant de mensenrechten met de voeten treedt. We kunnen China niet vertrouwen als een partner”