Op 21 december 2021 kondigde de officiële spreekbuis van de Chinese Communistische Partij, de Global Times, aan dat alle religieuze online activiteiten geregistreerd moeten zijn bij het regime.
Deze maatregel die gezamenlijk uitgevaardigd werd door de Administratie voor Nationale Religieuze Zaken, de Cyberspace Administratie van China, het Ministerie van Industrie en Informatietechnologie, het Ministerie van Openbare Veiligheid en het Ministerie van Staatsveiligheid, laat slechts door de staat-goedgekeurde religieuze activiteiten, waarvoor ook een vergunning verleend is toe.
“Buiten de door de staat-goedgekeurde activiteiten is geen enkele andere organisatie of individu toegestaan om online missiewerk te verrichten, religieuze opvoeding of training te geven, de inhoud van preken te publiceren of zulke inhoud te forwarden”, volgens de Global Times.
“Daarnaast, zijn online religieuze inhoud die aanzet tot ondermijning van de staatsmacht, of het principe schendt van onafhankelijkheid en zelfbestuur voor religieuze ondernemingen, of minderjarigen ertoe aanzet om in religie te geloven, verboden.”
Dit laatste zou resulteren in de onderdrukking van alle onafhankelijke informatie voor religieuze of spirituele groepen, zoals het verspreiden van informatie over Falun Gong en de vervolging ervan.
Een recent geval is dat van Meneer Li Bin, een 50 jarige Falun Gong beoefenaar uit de stad Botou (provincie Hebei). Voor het posten van Falun Gong gerelateerde informatie op WeChat, het meest populaire social media platform in China, werd Li op 28 april thuis gearresteerd, door functionarissen uit de stad Anyang (provincie Henan).
Ondanks dat Anyang 300 km van Li’s woonplaats vandaan is, aarzelde de politie in de provincie Henan geen moment om zo ver naar een andere provincie te reizen om hem te arresteren.
Rapporten van Minghui.org laten zien dat de politie uit Henan sinds 2019 ook Falun Gong beoefenaars in andere provincies arresteert, zoals in Hebei, Chongqing en Shandong voor het delen van informatie over Falun Gong op WeChat.
Li’s familie huurde een advocaat in om hem te vertegenwoordigen. Echter, toen de advocaat naar de rechtbank ging werd hij er herhaaldelijk door een aanklager in het Wenfeng district op gewezen dat ze geen dossier te hebben van zijn zaak toen de advocaat het verzoek indiende om het dossier van de zaak te reviewen.
Later, toen de advocaat Li in het detentiecentrum bezocht, was hij geschokt te leren dat de rechtbank al een hoorzitting van de zaak had gehouden. De autoriteiten hadden Li niet alleen aangeklaagd en berecht zonder zijn advocaat op de hoogte te stellen, maar de rechter had ook een advocaat aangesteld om Li te vertegenwoordigen en schuldig te pleiten.
Li zijn vrouw werd door het Wenfeng districtsgerechtshof geïnformeerd dat hij veroordeeld was tot 7,5 jaar met een boete van 50.000 Yuan. Hij tracht nu in beroep gegaan bij het tussen-gerechtshof in Anyang.
In het licht van de nieuwe internet voorschriften aangaande geloof en religieuze overtuiging zijn er reëele zorgen dat de vervolging van Falun Gong en andere religieuze groeperingen drastisch zal verergeren.
“Lokale kleine beamten kijken soms de andere kant op en besluiten om Falun Gong beoefenaars te helpen vervolging te vermijden omdat ze met hen sympathiseren en begrijpen dat de natuur van het regeringsbeleid onrechtvaardig is… In deze gevallen maken de nieuwe voorschriften het moeilijker voor beamten om dit te doen. Hierdoor kan de algehele impact een intensivering van de vervolging zijn.”
-- Levi Browde, uitvoerend directeur van het Falun Dafa Information Center
Meer informatie over Li's zaak op Minghui.org