Ouders van kleuters uit de stad Wenzhou (Zhejiang provincie), werden gedwongen een gelofte te onderschrijven waarin ze verklaarden dat ze geen religie zouden beoefenen, noch geloofsovertuigingen aan hun kinderen zouden leren.
Eén regel in de verklaring eist dat de hele familie "nooit lid zal worden van Falun Gong en andere ketterse organisaties" in een "voorbeeldige naleving van de partijdiscipline en de wetten en voorschriften van het land."
Het ultimatum, getiteld "Wenzhou kleuterscholen gezinsbetrokkenheid tav niet-geloof", werd volgens ChinaAid gedeeld met internationale mensenrechtenorganisaties door een groep christelijke ouders uit het Longwan district.
Als ouders de verplichte verklaring ondertekenen, kunnen hun kinderen naar de kleuterschool blijven gaan. Als ze dat niet doen, komen hun kinderen niet in aanmerking om naar school te gaan in de hele stad Wenzhou.
De verklaring vereist dat ouders beloven 'beschaafde gezinnen' te leiden die 'niet in religie geloven, niet deelnemen aan religieuze activiteiten, en geen religie onderwijzen aan kinderen'. In plaats van religieuze of spirituele aspiraties aan te moedigen, verbinden ouders zich ertoe kinderen op te voeden met geloof in de wetenschap, het socialisme en de Chinese Communistische Partij.
Soortgelijke documenten die gericht zijn op leraren en docenten om geen religie te beoefenen, circuleerden al eerder in China, maar deze belofte lijkt de eerste te zijn die gericht is op gezinnen en kinderen vanwege hun vrijheid van geloof, een burgerrecht dat zogenaamd wordt beschermd in de Chinese grondwet.
Geschiedenis van onderdrukking
Hoewel het nieuw is dat deze scholen zich nu veel breder op religie richten, zijn leraren en leerlingen van alle leeftijden al sinds het begin van de vervolging van Falun Gong gedwongen zulke verklaringen te ondertekenen, waarin staat dat ze geen Falun Gong beoefenen. Evenzo zijn er talloze voorbeelden van bedrijven die van werknemers vereisen dat ze soortgelijke verklaringen ondertekenen.
Deze voorbeelden vallen onder een breder scala aan vervolgingstactieken die sinds 1999 worden toegepast om Falun Gong-beoefenaars te onderdrukken.
Zo te zien heeft de Chinese Communistische Partij dit repressiemodel sindsdien naar het buitenland geëxporteerd. Huidige en toekomstige werknemers bij Huawei, docenten van Confucius Instituten en andere Chinese bedrijven zijn verboden om Falun Gong te beoefenen.
Bericht door Radio Free Asia, China Aid, Bitter Winter, Timed News en National Catholic Register.