Wanneer de Chinese autoriteiten aangesproken worden op de afgrijselijke mensenrechtenschendingen, is het standaard antwoord van het Chinese communistische regime dat buitenstaanders zich niet moeten mengen met interne Chinese aangelegenheden. Daarnaast beschouwt de Chinese communistische partij (CCP) zelfs het zeker stellen van eigenbelangen of de controle op eigen burgers in het buitenland als ’interne aangelegenheden.’
Spionagenetwerk
De inmenging van China in de interne aangelegenheden van andere landen door middel van een uitgebreid spionagenetwerk is goed gedocumenteerd. Ook zijn er talloze gevallen beschreven van vervolging van Falun Gong buiten de Chinese landsgrenzen. Falun Gong beoefenaars in Noord Amerika, Europa, Australië en andere landen hebben veelvuldig de lange arm van de Chinese geheime dienst gevoeld. Websites werden aangevallen, computers overspoeld met virussen, telefoons afgeluisterd, huizen en voertuigen opengebroken, etc. Falun Gong beoefenaars in het buitenland zijn meer dan eens fysiek aangevallen door CCP huurlingen.
Privé eigendom
Alles bij elkaar genomen, ontstaat een duidelijk beeld: de CCP beschouwt iedereen met een Chinees gezicht als persoonlijk eigendom en denkt de absolute autoriteit te hebben over die persoon – ongeacht waar hij of zij zich in de wereld bevindt. Voor Falun Gong beoefenaars – die in China doelwit zijn van uitroeiing – is de situatie zelfs erger, omdat de CCP voor niets terug deinst – niet eens de eigen landsgrenzen – om deze irrationele vervolging voort te zetten.