Naast de meest extreme vormen van geweld, zoals foltering en orgaanroof, worden Falun Gong beoefenaars op een andere, stille en systematische manier vervolgd, door hen tot armoede te dwingen. Hierdoor moeten ze onderduiken of worden geheel dakloos. Hoewel het aantal beoefenaars dat gedwongen wordt als vluchtelingen in China te leven momenteel onbekend is, tonen de talrijke getuigenissen en rapporten dat deze ellende overal voorkomt.
Ontslag en afpersing
Falun Gong beoefenaars worden van school of de campus geweerd, ontslagen en kunnen geen nieuwe baan vinden vanwege hun geloof of hun openlijke weerstand tegen de vervolging (lees hier meer over vervolging op school en op het werk). Zonder inkomstenbron worden degenen die niet langer kunnen rekenen op steun van familieleden of vrienden tot een dakloos bestaan gedwongen.
Daarnaast worden Falun Gong beoefenaars financieel benadeeld. Zij en hun familie worden stelselmatig beroofd en afgeperst. De Chinese politie, het 610-bureau en lokale staatsambtenaren staan erom bekend de huizen van beoefenaars te plunderen nadat ze hen hebben gearresteerd (of beter gezegd: ontvoerd). In andere gevallen heeft de politie hun familie onder druk gezet om grote geldbedragen te betalen voor hun vrijlating of het stoppen van de folteringen.
Buurtspionage
Daarnaast is er een systeem van buurt- en straatcomités die voor de CCP Falun Gong beoefenaars in de gaten houden. Dit systeem lijkt erg op het buurtspionage systeem in het voormalige Oostblok. In China worden gepensioneerden ingezet om de hele dag hun buurtbewoners te spioneren en dit te rapporteren. Ze rapporteren niet over verdachte criminele activiteiten maar of hun buurtbewoners mediteren, of anderen duidelijk maken hoe de vervolging werkt door middel van het verspreiden van posters of folders hierover. Door dit systeem zijn Falun Gong beoefenaars nergens meer veilig en worden ze gedwongen als zwervers van het ene onderduikadres naar het andere te trekken.
Ze duiken onder of worden dakloze vluchtelingen om verdere vervolging te vermijden. Nadat ze een of meerder keren opgesloten of gemarteld zijn, verlaten ze het huis of werkplek omdat deze adressen dan bij de overheid bekend zijn.
Dakloos om familie van vervolging te sparen
Falun Gong beoefenaars krijgen vaak, soms zelfs dagelijks, bezoek en intimidatie van plaatselijke ambtenaren en politie te verduren. Deze ongewenste bezoekers proberen de verblijfplaatsen van andere beoefenaars te vinden, of ze proberen zeker te stellen dat de beoefenaar “het juiste standpunt” erop na houdt, desnoods met geweld. Om familieleden te verlossen van de mentale stress die door politie e.d. op hun wordt uitgeoefend, verlaten beoefenaars vaak het huis.
Sommige Falun Gong beoefenaars zijn erin geslaagd te ontsnappen naar Zuidoost-Azië of andere landen en daar asiel te vinden. Een veel groter aantal reist echter binnen China van onderduikadres naar onderduikadres en 'leeftop de vlucht', zoals de Chinezen het noemen.
In China moet men zich identificeren om een appartement of huis te kunnen huren of om een salaris te kunnen ontvangen. Men kan elk moment van de dag voor het minste of geringste door de politie gevraagd worden om zich te identificeren. Falun Gong beoefenaars lopen groot risico om als zodanig herkend te worden. Hun naam staat mogelijk ook op een zwarte lijst vanwege de “misdaad” van het verspreiden van informatie over de vervolging. Dit betekent dat ze geen nieuw leven meer kunnen opbouwen en zich op geen enkele plaats meer veilig voelen in China.