De Chinese Communistische Partij kon de vervolging via scholen en werkplekken snel uitbreiden naar de massa. In de Volksrepubliek heeft iedere school en werkeenheid een ambtenaar van de Communistische Partij, die verantwoordelijk is voor het uitdragen van Partijbeleid en rapporteert aan zijn of haar meerderen. De Chinese bureaucratie heeft onder decennia lange communistische heerschappij een ongekend groot vermogen ontwikkeld om campagnes in heel China snel te mobiliseren.
Voor de vervolging
Voor het verbod in 1999, zag je vaak studenten en leraren samen Falun Gong oefenen net zoals ze dat nu in Taiwan doen. China’s “MIT”, de gerenommeerde Qinghua Universiteit, had 11 verschillende Falun Gong oefenlocaties op de campus en meer dan 5000 toegewijde Falun Gong beoefenaars (waaronder 100 à 200 professoren).
Op veel werkplekken deed Falun Gong als een lopend vuurtje de ronde toen werknemers geïntrigeerd raakten door de nieuwe oefenmethodiek en morele principes van Falun Gong. In sommige fabrieken, kwamen arbeiders ’s ochtends vroeg bij elkaar om op het fabrieksterrein Falun Gong oefeningen te doen voordat ze aan de slag gingen. Managers prezen Falun Gong omdat het de arbeidsmoraal en werkethiek verbeterde (zie tijdlijn Falun Gong).
Ontslagen, vernederd en geschorst
Op het moment dat de vervolgings- en propagandacampagne gelanceerd werd, werden miljoenen collega’s, leraren, en klasgenoten plotseling uitgestoten. “Modelwerknemers” en studenten met eervolle vermeldingen die Falun Gong beoefenden werden nu berispt en zelfs gevangen gezet. Vrienden die pas geleden vroegen of ze een boek konden lenen, vroegen nu Falun Gong beoefenaars met klem te stoppen om uit de problemen te blijven.
Scholen en werkgevers stonden meteen onder druk als een van hun studenten of werknemers openlijk de overheid vroeg om de vervolging te stoppen. Falun Gong beoefenaars werden stuk voor stuk ontslagen en studenten werden geschorst alleen maar vanwege hun geloof.
Scholen en werkplekken omgewerkt tot propagandacentra en gevangenissen
Intussen werden arbeidsplaatsen en scholen gedwongen om studiesessies te houden uit de tijd van de Culturele Revolutie. Op basis van redactionele artikelen uit de People's Daily en andere partijmaterialen, die het ‘juiste perspectief’ op Falun Gong weergaven voor het Chinese volk, werd men aangezet tot het openbaar afzweren van Falun Gong.
Basisschoolleerlingen moesten enorme anti-Falun Gong of andere anti-“bijgeloof” spandoeken tekenen en trouw zweren aan de partijdogma's.
Bij landelijke gestandaardiseerde toelatingsexamens voor instellingen voor voortgezet onderwijs moesten kandidaten antwoorden in overeenstemming met het officiële anti-Falun Gong lijn. Als het officieel gewenste antwoord uitbleef, betekende dit niet toegelaten worden om hoger onderwijs te volgen voor anderszins gekwalificeerde studenten.
Gevangen Falun Gong beoefenaars die weigderen te “transformeren” werden gechanteerd met het feit dat ze daarmee carrièremogelijkheden van hun naasten in gevaar brachten (lees meer over vervolging van familie en vrienden). De ervaring leerde dat deze dreigementen ook vaak werden uitgevoerd.
Klaslokalen, kantoren en slaapzalen zijn gebruikt als ad hoc gevangenissen voor Falun Gong beoefenaars. Een vrouw uit Shanghai omschreef hoe zij opgesloten werd in de school waar ze les gaf, toen politieagenten haar om beurten dag en nacht “denkwerk” gaven.
Studenten van alle leeftijdscategorieën bleven de meest wrede vernederingen niet bespaard: Wei Xingyan, een masterstudent aan de Chongqing Universiteit, die Falun Gong beoefende, werd bijvoorbeeld door een agent verkracht terwijl omstanders toekeken. Toen dit incident het internet haalde verdween ze en ontkende de universiteit dat ze ooit had bestaan (nieuws).