In een plotselinge illegale actie werden in de nacht van 20 juli 1999 talloze Falun Gong beoefenaars uit hun bed gelicht en gedeporteerd.
Desinformatie-Marathon
Om de landelijke vervolging te rechtvaardigen startte de Chinese staatstelevisie twee dagen later, op 22 juli 1999, onder het bewind van het Ministerie van Propaganda, een desinformatie-marathon. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week, werden Falun Gong beoefenaars in televisieuitzendingen onder verdenking gesteld van verzonnen misdaden. Het was de dag dat Falun Gong in China officieel verboden werd.
Uitzendingen van radiostations belasterden Falun Gong beoefenaars met de kenmerkende regeringsretoriek. Staatskranten veroordeelden Falun gong met onstuitbare heftigheid. De ‘Peoples’s Daily’ van de CCP nam hierin het voortouw en plaatste een verbluffend aantal van 347 van dit soort artikelen in één maand tijd.
Alomvattende haatcampagne
Met verloop van tijd breidde de CCP de reikwijdte en invloed van haar propaganda uit. Er werden anti-Falun Gong billboards geplaatst, stripboeken uitgebracht, posters gedrukt, films geproduceerd en zelfs TV series en toneelstukken vertoond die Falun Gong belasterden.
Clive Ansley, een bekende advocaat die gedurende 14 jaar in China werkte en ook aan hogescholen lesgaf, verbleef in de tijd van deze haatcampagne in China. Hij omschreef het media-spervuur als “de meest extreme, ongegronde en alomvattende haatcampagne waar ik ooit getuige van ben geweest.” Over de rol van de media in de vervolging van Falun Gong in China gaf Clive Ansley een beëdigde verklaring af. Zijn woorden zijn hier na te lezen.
Het volk opstoken
Een typerend kenmerk van zulke propaganda is de scherpe en destructieve stijl met als doel wantrouwen, discriminatie en haat aan te wakkeren. Uiteindelijk wordt een klimaat geschapen waarin iets wat normaliter absoluut onacceptabel geweld is, nu ineens gerechtvaardigd lijkt te kunnen worden.
Door een combinatie van laster, desinformatie, dreigementen en bangmakerij probeerde de partij met haar retoriek Falun Gong beoefenaars van alle waardigheid te ontdoen en hen volledig te ontmenselijken.
Zondebok
Het Xinhua persagentschap publiceerde op 2 juli 2002 een artikel met de titel: “16 Bedelaars Vergiftigd: de verdachte is lid van Falun Gong.” Meer gedetailleerde lokale rapporten van een krant in Zheijing berichtten op dat moment dat de zaak nog niet opgelost was en er was geen enkele vermelding van Falun Gong. Niettemin, circuleerde de versie van Xinhua in kranten door heel China en werd zelfs opgepikt door buitenlandse media-agentschappen.
Falun Gong werd de zondebok van alle ellende waar de Chinese samenleving aan leed – van armoede tot “bijgeloof”. De Chinese regering deed een beroep op nationalistische gevoelens en bracht Falun Gong zelfs in verband met “buitenlandse anti-China machten”.
Manipulatie
Een adviseur van de CCP verklaarde aan de Washington Post: “Zuiver geweld alleen werkt niet. Heropvoeding, dwz. hersenspoeling eveneens niet”, “ En geen van beiden zou werken als de propaganda niet al eerder de publieke opinie veranderd had. Je hebt alledrie nodig.” (zie artikel)
CCP propaganda in westerse media
De propaganda campagne is niet beperkt gebleven tot de staatsmedia van de Volksrepubliek China, maar heeft zich ook verspreid naar het buitenland. Dit heeft ertoe geleid dat ook niet-Chinezen het label van de Partij voor Falun Gong overgenomen hebben zonder de oorsprong ervan te kennen. CCP propaganda is ook in westerse mediaberichten over Falun Gong geslopen en is door sommige sinologen overgenomen zonder de bron van deze propaganda in twijfel te trekken (zie ook “Uit het Media Spotlicht”).
"Zelfverbranding"
Het meest prominente voorbeeld van één enkel propagandawerk dat erin slaagde enorm veel haat tegen Falun Gong te genereren en wereldwijd scepsis over Falun Gong op te roepen, was de zogenaamde zelfverbranding. Dit ondanks het feit dat inmiddels genoegzaam is bewezen, dat het incident naar alle waarschijnlijkheid door de CCP in is scene gezet (zie de bekroonde videoanalyse http://www.falsefire.com/).
Mediabericht over de propaganda
Het Wall Street Journal berichtte:
“Beijing heeft de campagne tot een koortsachtig niveau opgedreven en bombardeert daarmee burgers met een propaganda oorlog in oud-communistische stijl,“ - Wall Street Journal (Ian Johnson, “China’s oorlog tegen Falun Dafa bereikt een nieuw strijdveld: Basisscholen,” 13 februari 2001).