Rechtsmisbruik

De regering van de Volksrepubliek China heeft opgetreden buiten haar constitutionele autoriteit, heeft basisrechten van burgers geschonden en is haar grenzen te buiten gegaan in haar oorlog tegen Falun Gong en degenen die het beoefenen.

— Edelman en Richardson [1]

Schending van China's wetten

Toen Jiang Zemin in 1999 actie ondernam tegen Falun Gong, deerde het hem niks dat zijn vervolgingscampagne in strijd was met de grondwet. Hij lanceerde de vervolging en creëerde later de "wetten" die zijn acties rechtvaardigen. De campagne tegen Falun Gong laat voortdurend het vermogen van de CCP zien om de grondwet met voeten te treden.

Naast de veel besproken recentelijke toevoeging aan wetsartikel 33, dat stelt dat “de staat mensenrechten respecteert en beschermt”, bevat de grondwet van de Volksrepubliek China 16 andere bepalingen die specifiek verschillende rechten en vrijheden beschrijven. Deze bepalingen omvatten onder meer de vrijheid van religie (Artikel 36), de vrijheid van meningsuiting (Artikel 35) en het recht op onderwijs (Artikel 46). Er zijn ook artikelen die onrechtmatige opsluiting (Artikel 37) en geweld tegen vrouwen, kinderen en ouderen (Artikel 49) verbieden.

In de vervolging van Falun Gong wordt elk van deze wetsartikelen geschonden. De schendingen beperken zich niet tot deze grondwet. De Chinese mensenrechtenadvocaat Gao Zhisheng benadrukte dat de CCP in de onderdrukking van Falun Gong bepalingen genegeerd heeft van het Chinese strafrecht en algemene gerechtelijke principes zoals het verbod op wetgevingen die met terugwerkende kracht toegepast kunnen worden (nieuws). In het rapport van “Human Rights Watch” werd gewezen op het feit dat de "wet" waar Chinese beambten naar verwezen als de legale basis voor de vervolging van Falun Gong, feitelijk in oktober 1999 werd aangenomen, drie maanden nadat de vervolging was begonnen (nieuws).

Schending van Internationale Wetten en Verdragen

Voor wie bekend is met de mensenrechtensituatie in China, mag het als een verassing in de oren klinken dat in de laatste tientallen jaren de Chinese Communistische Partij (CCP) de grote meerderheid van belangrijke internationale mensenrechtenverdragen ondertekend heeft. Het regime citeert met trots dat ze lid is van “de 21 internationale conventies voor de mensenrechten” op de website van haar permanente afvaardiging bij de Verenigde Naties in Genève.

In het aangezicht van deze legale verplichtingen, roept de campagne tegen Falun Gong ernstige vragen op. Onder de belangrijke instrumenten die de CCP heeft geratificeerd zijn de conventie tegen Genocide van 1948, de internationale overeenkomst betreffende economische, sociale en culturele rechten (ICESCR) van 1996, de conventie tegen foltering van 1984 en de conventie van de kinderrechten van 1989. Sinds 1999 heeft het regime echter systematisch een veelvoud aan internationale verdragen geschonden in haar inspanningen om Falun Gong uit te roeien. Dit omvat de meest basale rechten zoals het recht om te leven, het recht op vrijheid van geloof, vrijheid van meningsuiting en het recht om gevrijwaard te zijn van foltering.

Een volledige lijst van internationale verdragen die de CCP namens China geratificeerd heeft en de wijze waarop deze zijn geschonden bij de vervolging van Falun Gong is hier beschikbaar.

De Medeplichtigheid van China’s rechtssysteem

Het Chinese juridische systeem is niet onafhankelijk, maar onderhevig aan de leiding van de Communistische Partij. Alle rechters zijn lid van de Partij en worden benoemd en van hun functie ontheven door de Partij. Het kunnen handhaven van een positie als rechter hangt daarom af van de mate waarin de instructies van de Partij nagevolgd worden. Dit heeft ervoor gezorgd, dat, toen de CCP leider Jiang Zemin Falun Gong verbood, het rechtssysteem niet opkwam tegen dit onrecht, maar daarentegen als instrument werd ingezet van de onderdrukking (zie het rapport van de internationale commissie van juristen).

In oktober 1999, drie maanden nadat de openlijke vervolgingscampagne werd gelanceerd, begon het Burgerlijke Hooggerechtshof richtlijnen te geven aan lagere gerechtshoven hoe mee te werken aan de onderdrukking. De daaropvolgende maand, eiste het hooggerechtshof van rechters hun rol te vervullen en resoluut zware straffen uit te spreken tegen Falun Gong beoefenaars. Een week later vond de eerste "rechtszaak" tegen Falun Gong beoefenaars plaats in de provincie Hainan. Aan het eind van de hoorzitting, die iets minder dan een dag duurde, werden alle vier Falun Gong beoefenaars veroordeeld tot een gevangenisstraf van meer dan 12 jaar. Deze straf werd uitgesproken op grond van de vage tenlastelegging van “het gebruiken van een ketterse organisatie om de implementatie van de wet te ondermijnen”. Honderden andere beoefenaars zijn sindsdien veroordeeld tot gevangenisstraffen van meer dan 18 jaar (voor een overzicht van diverse tenlasteleggingen en straffen, zie het verslag van Amnesty International).

De overgrote meerderheid van Falun Gong beoefenaars die gevangen zitten, zijn echter nooit voor een rechtbank verschenen. In plaats daarvan, werden ze direct veroordeeld tot drie jaar administratieve hechtenis in kampen voor “heropvoeding door dwangarbeid”.

“de echte machtstructuur in China is niet te vinden in de grondwet. Echte macht is in handen van de Communistische Partij.” Daniel Chow, Chinese wetsexpert [2]

Referenties:

[1] B. Edelman and J.T. Richardson, “Falun Gong and the Law: Development of Legal Social Control in China,” Nova Religio, Vol. 6, No. 2, April 2003, pp. 312-331, 312.

[2] D. Chow, The Legal System of the People’s Republic of China (St. Paul, 2003), p114.

"De enige manier voor het kwade om te zegevieren is als goede mensen geen actie ondernemen."

Edmund Burke

ONDERNEEM ACTIE

RECENT NIEUWS

Herdenking van de historische oproep van 25 april, 25 jaar later

Op 25 april 2024 was het 25 jaar geleden dat meer dan 10.000 Falun Gong beoefenaars zich verzamelden bij het centrale klachtenbureu in Beijing met het verzoek om vrij hun meditatie en geloof uit te mogen oefenen. Dit historische beroep werd ingegeven door een periode van toenemende onderdrukking en de arrestatie van 45 Falun Gong beoefenaars in de stad Tianjin, waardoor in het hele land bezorgdheid over de vrijheden van Falun Gong beoefenaars ontstond. LEES MEER

01-05-2024 Waarom vervolgd?

Nieuw onderzoek: Chinese topambtenaren noemen het optreden tegen Falun Gong van cruciaal belang voor het handhaven van de veiligheid

Te midden van een hernieuwde focus van de Chinese Communistische Partij (CCP) op de 'nationale veiligheid', wordt het harde optreden tegen Falun Gong aangehaald als een topprioriteit voor het centrale leiderschap en lokale autoriteiten. Dit volgt uit werkverslagen, toespraken en richtlijnen uit ten minste twaalf provincies. Uit deze referenties blijkt dat de gewelddadige campagne om Falun Gong uit te roeien, binnen de partij wordt gezien als een centraal onderdeel van de inspanningen van het regime om de bevolking onder controle te houden en de politieke- en ideologische macht te behouden. LEES MEER

24-12-2023 Rechtsmisbruik

Meer dan 600 wetgevers uit 30 landen pleiten voor de onmiddellijke beëindiging van de 21-jarige systematische en wrede vervolging van Falun Gong door het Chinese regime

New York - 606 wetgevers uit 30 landen hebben een gezamenlijke verklaring ondertekend en gepubliceerd waarin de Chinese Communistische Partij (CCP) wordt opgeroepen om onmiddellijk de “systematische en meedogenloze campagne om de spirituele discipline van Falun Gong uit te roeien stop te zetten.” LEES MEER

ONDERNEEM ACTIE

In Focus

Voor meer informatie neem contact op met
het Falun Dafa Informatiecentrum

+31 (0)6-46767319 (Peter Houben)
of via het contact formular