Het gehele staatsapparaat van China's Communistische Partij, met inbegrip van rechtbanken, media en politie, is betrokken bij de vervolging van Falun Gong. Enkele individuen, echter, zijn direct verantwoordelijk voor het lanceren en leiden van de vervolgingscampagne en de illegale opsluiting, foltering en moord van Falun Gong beoefenaars. Vele van deze individuen zijn in meer dan twintig landen wereldwijd aangeklaagd voor genocide en misdaden tegen de menselijkheid. Hier volgt een kort overzicht van de belangrijkste sleutelfiguren.
Jiang Zemin
Jiang Zemin is voormalig staatshoofd van de Volksrepubliek China. Deze positie bestaat uit drie titels: Voorzitter van de Partij, president en hoofdcommandant van het leger.
In juli 1999 verbood Jiang Zemin Falun Gong. Een maand eerder zette hij het 6-10 bureau op om deze vervolging te implementeren met het bevel "vernietig hun reputatie, ruïneer ze financieel en vernietig ze fysiek." Jiang Zemin is de directe verantwoordelijke voor de vervolging van Falun Gong.
Uit analyses is gebleken, dat Jiang het beleid om Falun Gong te onderdrukken zelf opgesteld heeft en daarmee voorbijging aan de Eerste Minister Zhu Rongji en de rest van het comité van het politbureau, die in eerste instantie niet met zijn plannen instemden. Maar aangezien Jiang als hoofdcommandant van het leger de meeste politieke macht in bezit had, kon hij eigenhandig zijn vervolging doordrukken.
Leiders van het 6-10 Bureau
Jiang Zemin creëerde het 6-10 bureau en gaf het een ongekende macht over de staatsorganen, inclusief het Ministerie van Openbare Veiligheid, het rechtssysteem, alle werkkampen en het Ministerie voor Propaganda.
Li Lanqing was directeur van het Hoofdteam van het 6-10 bureau van 1999 tot 2003. Hij had de positie van Vicepremier van de Staatsraad van de Volksrepubliek China. Hij had de leiding over de natiebrede vervolgingscampagne tegen Falun Gong en publiceerde vele rapporten en toespraken die haat opwekten tegen Falun Gong.
Luo Gan was tot 2007 vicedirecteur van het Hoofdteam van het 6-10 bureau. Luo heeft persoonlijk werkkampen door het land heen geïnspecteerd om zeker te stellen dat op alle niveaus van de regering Jiang's order om Falun Gong te vernietigen werd geïmplementeerd. Luo Gan is de naam die het meest geassocieerd wordt met de beginjaren van de vervolging, voor de officiële ban in 1999. Van 1996-1999 intensiveerde het Bureau van Openbare Veiligheid geleidelijk de spionage en intimidatie van Falun Gong onder leiding van Luo Gan, terwijl de staatsmedia de groep begonnnen aan te vallen. Twee van de meest bekende anti-Falun Gong media-artikelen kwamen van He Zuoxiu, Luo Gan's zwager.
Liu Jing was vice-directeur van het Hoofdteam van het 6-10 bureau van 2000 tot 2002. Hij verzorgde persconferenties die Falun Gong zwart maakten en gebruikte het in scène gezette zelfverbrandingsincident om de vervolging te rechtvaardigen. Hij leidde ook de gedwongen transformatie en hersenspoeling van Falun Gong beoefenaars op provinciaal niveau.
Ministeries
Jia Chunwang was Minister van Openbare Veiligheid van 1999 tot en met 2002. Van 2003 tot 2008 had Jia de functie van Officier van Justitie van het Hooggerechtshof. Toen hij bij Openbare Veiligheid zat, vaardigde Jia een instructie uit die alle veiligheidstroepen, politie en gevangenispersoneel die verantwoordelijk zijn voor de foltering en het vermoorden van Falun Gong beoefenaars, straffeloos stelde. In zijn latere positie bij het Hooggerechtshof is hij doorgegaan met het overzien van deze straffeloosheid en vrijwaring van verantwoordelijken voor de vervolging.
Sun Jiazheng was Minister van Cultuur (1998-2008). Sinds juli 1999, heeft dit Ministerie de opdracht gegeven tot inbeslagname en vernietiging van alle Falun Gong publicaties in China en heeft verdere publicatie geblokkeerd. Dit Ministerie heeft ook de Internet communicaties gemonitord en gecontroleerd om de stroom van elk Falun Gong gerelateerd nieuws te onderdrukken en om het beleid van de CCP te propageren. Het Ministerie onder Sun Jiazheng heeft overzeese culturele activiteiten gebruikt om haat op te wekken tegen Falun Gong.
Chen Zhili is voormalig Minister van Onderwijs. Het Ministerie van Onderwijs eist van leraren en studenten in vele onderwijsinstellingen in China op alle niveaus om deel te nemen aan de campagne om Falun Gong te vernietigen. Studenten en docenten worden gedwongen om Falun Gong in het openbaar af te zweren in artikelen, examens en openbare activiteiten zoals het ondertekenen van spandoeken. Doen ze dit niet dan lopen ze risico op schorsing, arrestatie, politie-ondervraging en zelfs foltering.
Andere Sleutelfiguren
Bo Xilai was gouverneur van Liaoning (2001-2004). Liaoning is een van de vier noordoostelijke provincies waar de vervolging bijzonder ernstig is. Later werd hij Minister van Handel. Bo formuleerde een beleid van willekeurige arrestatie, opsluiting, veroordeling, foltering en buitenrechtelijke moord op Falun Gong beoefenaars. In het bijzonder, gaf Bo Xilai leiding aan het Masanjia dwangarbeidskamp, een van China's hoofdfaciliteiten voor het folteren en vermoorden van Falun Gong beoefenaars.
Wang Taihua is CCP secretaris van de provincie Anhui. Wang gaf leiding aan het werkkamp voor vrouwen in de provincie Anhui, waar hij Falun Gong beoefenaars vasthield, liet folteren en onderwierp aan een gedwongen transformatie programma.
Huang Huahua was gouverneur van de provincie Guangdong (2003-2011) en is sinds 2011 vicesecretaris van het centrale comité van de CCP. Als hoogste regeringsfunctionaris in Guangdong, had Huang de uitvoerende macht over de politie- en veiligheidsmachten die in de provincie opereren. Huang organiseerde, autoriseerde en gaf opdracht aan politie en andere veiligheidsmachten om Falun Gong te vervolgen. Zijn dadendrang was in het bijzonder voelbaar in het beruchte Shanshui dwangarbeidskamp voor vrouwen. Door Huang zijn Falun Gong beoefenaars in Guangdong onderworpen aan willekeurige opsluiting, dwangarbeid, foltering en buitenrechtelijke moord.
Jia Qinglin was burgermeester van Beijing (1997-2002) en voormalig secretaris van de CCP in Beijing. Als topfunctionaris gaf hij daar van 1999 tot 2002 toespraken waarin hij aandrong op verdere vervolging van Falun Gong. Hij prees daarbij diegenen die de vervolgingscampagne met merkbaar enthousiasme uitvoerden.
Zhao Zhizhen had, als operationeel directeur van het zend- en televisie bureau in Wuhan, een door de staat gerund media agentschap, de autoriteit om het redactiebeleid, programmabeleid en richtlijnen te bepalen. Door een aanhoudende en uitgebreide praktijk van het demoniseren van Falun Gong in de media wekte Zhao massaal haat op. De onder zijn toezicht geproduceerde materialen zijn gebruikt om veiligheidsfunctionarissen ertoe aan te zetten om Falun Gong beoefenaars willekeurig te arresteren, folteren of vermoorden als ze hun geloof niet opgaven.