(Minghui.org) Justin Trudeau, Minister-President van Canada sinds 4 november 2015, bracht vorige maand tijdens zijn ontmoeting met de Chinese leider Xi Jinping op de Asia-Pacific Economic Cooperation (APEC) top in de Filipijnen, de vervolging van Falun Gong en andere mensenrechtenkwesties in China ter sprake.

Canadees parlementslid Judy Sgro bevestigde dit tijdens een bijeenkomst voor het Capitool (Washington D.C.) op 9 december. “Ik ben bevoorrecht dat ik als liberaal parlementslid de groeten aan jullie mag overbrengen van Minister-President Trudeau. Ik deel jullie hierbij ook mee dat tijdens de recente ontmoeting van Minister-President Trudeau met de Chinese leiders, de mensenrechtenkwestie van in China, in het bijzonder de vervolging van Falun Dafa, ter sprake gebracht werd.”

De bijeenkomst werd gehouden één dag voor de Internationale Dag van de Mensenrechten, die ieder jaar op 10 december gehouden wordt. Falun Gong beoefenaars uit Toronto, Montreal en Ottawa kwamen ernaar toe. Zes parlementsleden en twee voormalige parlementsleden spraken op de bijeenkomst. Meer dan 95.000 handtekeningen die oproepen tot een einde van de onderdrukking in China, werden op het evenement gepresenteerd aan de parlementsleden, die ze vervolgens zullen doorgeven aan de nieuwe Canadese Minister-President.
De Canadese overheid was één van de eerste regeringen die zich uitspraken tegen de vervolging sinds die begon op 20 juli 1999, volgens een artikel dat in de krant 'The Globe and Mail' verscheen diezelfde week op 26 juli. Elke Minister-President van Canada heeft sindsdien zijn steun betuigd aan Falun Gong.
Jean Chretien (1993-2003): Heeft aangedrongen om vrijlating van Falun Gong beoefenaars
'Voice of America' rapporteerde op 20 oktober 2001 dat de Canadese Minister-President Jean Chretien een vraag stelde over de mensenrechtensituatie in China, waaronder de onderdrukking van Falun Gong, tijdens zijn ontmoeting met de Chinese leiders op de APEC top in Shanghai die dag.
Op initiatief van kamerlid Scott Reid keurde het Canadese parlement op 24 oktober 2002 unaniem resolutie M236 goed. Deze motie droeg de Minister-President Chretien op om China te vragen alle vervolgde Falun Gong beoefenaars in China, die familieleden hebben die permanent Canadese inwoners zijn, vrij te laten. Twaalf onder hen werden vrijgelaten en vier van hen emigreerden naar Canada.
Paul Martin (2003-2006): Sprak zich uit over het belang van mensenrechten
Nadat voormalige Chinees leider Hu Jintao naar Canada kwam in september 2005, zei Minister-President Paul Martin dat hij een uitvoerig gesprek had met hem over mensenrechten, en bracht hij de Falun Gong kwestie ter sprake. Hij geloofde dat een beter beleid van een land samen gaat met een beter begrip voor mensenrechten.
Toen de Canadese TV-reporter Roger Smith tijdens een persconferentie op 9 september Hu Jintao een vraag stelde over Falun Gong beoefenaars die daar foto's tentoonstelden over de vervolging en martelingen, ontweek Hu Jintao de vraag. Maar Martin reageerde met: “Zoals ik al vermelde in mijn verslag, … heb ik de Falun Gong kwestie al aangehaald.” Hij zei ook, “We zijn van mening dat economische ontwikkeling zowel als een beter bestuur niet enkel openheid en transparantie vereist, maar ook een goed begrip van het belang van mensenrechten.”
Stephen Harper (2006-2015): Canada zal mensenrechtenkwesties niet verzwijgen
Minister-President Stephen Harper is een groot voorstander van Falun Gong geweest. Hij stichtte op 19 februari 2013 een dienst voor religieuze vrijheid binnen de afdeling van buitenlandse zaken en internationale handel. In zijn opmerkingen op de persconferentie ter ere van de officiële opening van deze dienst, vermelde Harper specifiek de vervolging van Falun Gong in China als één van de zorgen van de Canadese overheid.
Nadat haar dochter Chen Yinghua in maart 2014 gevangen genomen werd in China voor het beoefenen van Falun Gong, nam Huang Jinling als inwoner van Calgary contact op met de dienst van Harper voordat de Minister President een bezoek bracht aan China. Op 20 november 2014 ontving mevr. Huang een telefoontje van de Canadese ambassade in China, die haar informeerde dat de Minister-President het geval van haar dochter vermeld heeft tijdens zijn ontmoeting met Chinese functionarissen.
Volgens mevr. Huang zei de ambassademedewerker ook dat de Canadese Minister van Buitenlandse Zaken een lijst van gevangen Falun Gong beoefenaars overhandigd had aan Wang Yi, Chinees Minister van Buitenlandse Zaken.
In zijn speech op een persconferentie in 2013, sprak Harper zich uit over de vele mensen in China die opgesloten zitten vanwege hun geloof, inclusief Falun Gong beoefenaars. “In het aanzicht van deze onrechtvaardigheden en wreedheden, zal Canada niet stilzwijgend toekijken.”
Het Canadese volk heeft ook veel aandacht geschonken aan de wreedheden in China. Tijdens de federale verkiezingen in 2005, was de vervolging van Falun Gong één van de drie meest vermelde onderwerpen, volgens brieven die door het kantoor van de premier ontvangen werden. Bijna één miljoen handtekeningen die oproepen voor een eind van de onderdrukking in China werden verzameld en op dat moment aan het kantoor overhandigd.