In juli 2002 werden, onder sterke druk van China, 16 Falun Gong beoefenaars, waaronder 4 Zwitsers, voor de rechtbank gedaagd in Hong Kong.

De aanklachten die hen ten laste gelegd werden waren verhindering van de doorgang en geweldpleging tijdens een vreedzaam protest dat plaatsvond op de stoep tegenover het Chinese verbindingskantoor op 14 maart 2002. Deze ongegronde en politiek gemotiveerde beschuldigingen leidden tot wereldwijde bezorgdheid en vormden een testzaak voor het Chinese engagement ten opzichte van het ‘één land, twee systemen’ stelsel.