New York (FDI) – Met het geplande bezoek aan China op het einde van de maand juni in het vooruitzicht, benadrukt de Speciale Rapporteur voor de VN in zijn laatste verslag de martelingen van Falun Gong beoefenaars aldaar.
Van de 115 landen, werd China het vaakst vermeld in het 420 bladzijden tellend rapport. Van de meer dan 130 gerapporteerde gevallen over mishandeling en misbruik in China, werden er ongeveer 100 begaan tegen Falun Gong beoefenaars.
Het rapport werd gepubliceerd op 23 maart 2004 en overhandigd aan de Commissie voor de Rechten van de Mens van de V.N.. Het omvat een samenvatting van de contacten tussen de rapporteur en verschillende regeringen betreffende verdachte gevallen van mishandeling en dringende verzoeken gedurende 2003. Volgens het rapport, schreef Rapporteur Theo van Boven, 70, in 2003, de Chinese regering minstens zes maal aan.
In een brief gedateerd op 4 juni informeerde hij de Chinese regering dat hij op de hoogte was dat een Mr. Xiao naar verluidt veroordeeld was tot de zogenaamde “waterkerker”… waarin een naakte man in een nauwe, ijzeren kooi werd opgesloten waaraan aan alle zijden pinnen zijn bevestigd. Vervolgens laat men de kooi in vuil water zakken tot aan de borst of de hals van het slachtoffer in dit in een ruimte die helemaal van het licht is afgesloten. Het slachtoffer zou er dagen tot zelfs weken in opgesloten zijn. Urine en stoelgang worden in dat water uitgescheiden.
Het rapport (view on-line) omvat niet alles en het is mogelijk dat vele gevallen van mishandeling er niet in opgenomen zijn, vertelde een vertegenwoordiger aan het kantoor van de rapporteur. De rapporteur stelt het samen nadat de behandelde informatie aan hem wordt bezorgd door verschillende NGOs.
Eén zo een NGO is de Falun Gong Mensenrechten groep (www.flghrwg.net). Volgens de vertegenwoordiger van deze groep, Mr. Chen Shizong, heeft de NGO 10 000en rapporten ontvangen over martelingen van Falun Gong beoefenaars in China gedurende de twee laatste jaren en overhandigde enkele duizenden ervan aan de rapporteur.
Deze gevallen omvatten ernstige afranselingen, zweepslagen met giftige hennep, het ophangen aan de polsen, onthouding van voeding en nachtrust, onderdompelen in extreem koud of heet water, gevoelige lichaamsdelen met elektrische stokken met een hoog voltage schokken toedienen en het achterwerk penetreren met stokken.
De Chinese regering geeft toe dat er verschillende individuele gevallen bestaan met een plotse doodsoorzaak in gevangenschap, maar verklaart herhaaldelijk dat “de beschuldigingen van martelingen en slechte behandeling ongegrond zijn.” Deze beweringen onderzoeken zal het hoofddoel worden van de reis. Indien de reis doorgaat, zal het de eerste missie zijn van de Speciale afgezant van de V.N. aan China na herhaaldelijke mislukte pogingen veroorzaakt door ultieme aanpassingen van de bezoekvoorwaarden door de Chinese regering.
Zelfs als de Chinese regering deze keer geen manoeuvre uitvoert om er op de laatste minuut alsnog onderuit te komen, dan nog is Falun Gong beoefenaar en slachtoffer van martelingen, Dhr. Zhao Ming, bezorgd of de rapporteur toegelaten zal worden om werkelijk de voorzieningen waar mensen opgesloten zijn zonder interferentie te inspecteren. Hij vertelt dat de Chinese regering in het verleden de bezoeken op een effectieve wijze werden gereduceerd tot niet meer dan gelegenheidsrondleidingen waarbij gevangenen en andere bewijzen van misdaden werden verstopt tijdens de rondleiding.
Andere slachtoffers van martelingen die in het rapport staan vermeld, zijn Tibetanen, HIV/AIDS activisten en diegenen die openlijk hun mening op een variëteit aan onderwerpen hebben geuit.
