Een onbreekbare wilskracht op de vooravond van de Olympische SpelenHet verhaal van een gewetensgevangene in een werkkamp in Beijing

In een beeld dat zo zelden ontsnapt uit China, vertelt Zhang Lianying haar angstaanjagend verhaal. Ze staat voor een huisvideocamera bedient door haar echtgenoot in een voorlopige studio. Ze draagt een effen, donkergroene trui en spreekt stil met een typisch accent van Beijing.

Zhang en haar man waren twee van de meer dan 8.000 Falun Gong beoefenaars bij wie werd ingebroken in hun huizen en die gearresteerd en gevangen genomen werden door de politie als een deel van de Olympische voorbereidingen van het regime. Voor Zhang was het haar tweede keer in een werkkamp.

Als beoefenaar van Falun Gong, de spirituele discipline die vervolgd wordt in China sinds 1999, onderging Zhang onbeschrijfelijk leed. Na acht keer gearresteerd te zijn, drie maal naar een gedwongen werkkamp veroordeeld te zijn en bijna 14 keer gestorven, gaat zij door met het vertellen van haar overlevingsverhaal.

"Als ik niet standvastig had geloofd in waarachtigheid, mededogen en verdraagzaamheid, stevige overtuiging in de goedheid van het leven, vastberadenheid om te leven en de gedachte dat ik niet zou moeten sterven, zou ik waarschijnlijk al lang voorheen verscheidene keren gestorven zijn en de menselijke wereld voorgoed verlaten hebben", schreef de 46-jarige eind verleden jaar in een brief naar de hoorzitting van de mensenrechten in het Europees parlement. Het deel van haar brief dat haar beproeving detailleerde noemde ze "Te triestige ervaringen om te herinneren."

Er was een tijd wanneer het leven van Zhang zorgeloos was. Als een universiteitsgediplomeerde was ze een ambtenaar van de Guangda Groep Ltd en een gecharterde CPA. Ze had een goed inkomen en kon zich alle voorrechten van een moderne, professionele Chinees veroorloven. In 1997 startte zowel zij als haar man Niu Jingping met het beoefenen van Falun Gong. Ze verkregen een goede gezondheid en een diep gevoel van innerlijke rust.

Toen de Chinese Communistische Partij (CCP) een grootschalige vervolging van Falun Gong begon in 1999, veranderde alles.  Verscheidene verklaringen van de vervolging verspreidden zich in media en academies. De CCP werd paranoïde door de populariteit en het verzoek van de beoefening om te beoefenen in alle sociale lagen en de toenmalige leider van de Communistische Partij, Jiang Zemin, zag het als een belediging. Net als in voorgaande politieke campagnes waar groepen met hun eigen ideologie en netwerk werden aangevallen, werd Falun Gong het nieuwe doelwit.

"Het was alsof de hemel opeens naar beneden viel en alles rondom me was veranderd. Mijn werk werd opgeschort en ik werd gevraagd om zelfkritieken te schrijven en mijn Falun Gong boeken in te dienen. Ik kon het niet begrijpen. Ik was dezelfde persoon, alleen had ik het begrip van de levensbetekenis gewonnen en trachtte ik beter te zijn dan een goed persoon. De dag voorheen ontving ik lof maar de dag nadien werd ik ertoe gebracht om mijn hoofd nooit meer opnieuw op te heffen", schreef Zhang in haar autobiografie.

Onderzoeksrapporten van derden en getuigenissen zoals Zhang te kennen gaf, geven aan dat het regime volledige onderwerping in de omgang met Falun Gong beoefenaars. Ambtenaren worden gesanctioneerd om extreme fysieke en psychologische methoden te gebruiken om de wilskracht te breken. Slachtoffers zeggen dat des te meer ze weigeren toe te geven, des te ruwer, wreder en brutaler de marteling is.

Zhang's dossier is één van de meer dan 60.000 gedocumenteerde gevallen van marteling en mishandeling van Falun Gong beoefenaars in China. Er zijn meer dan 3000 gedocumenteerde  sterfgevallen. Het aantal waarvan er geen bewijzen zijn, zal wellicht veel hoger zijn. Verklaringen van getuigen, foto's en video's,  zoals de bewijsmaterialen van Zhang's geval, portretteren verschrikkelijke beelden.

In 2005 vielen er tien agenten van het politiebureau van Peking Zhang's huis voor de eerste keer binnen en arresteerde haar terwijl ze haar éénjarig dochtertje eten gaf. Ze weigerde om afstand te doen van Falun Gong, en dus werd ze gemarteld door de politie in het meldingscentrum en opgesloten in een isolatiecel van een gedwongen arbeidskamp voor vrouwen.

"De cel was ongeveer drie vierkante meter groot, de muren waren hoog maar er was geen ventilatie. Het venster was dichtgemaakt en de barsten rond de deur ook, zodat er geen licht binnen kon, zelfs niet overdag," zei Zhang terwijl ze haar verhaal deed naar de videocamera. "Een oorverdovende luidspreker doorboorde mijn gehoor. Dit was het begin van de meest pijnlijke ervaring van mijn leven gedurende twee jaar in een arbeidskamp."

Zhang weigerde om een gevangenisuniform te dragen en belandde zo in een ijskoude cel met enkel haar ondergoed aan. Toen de bewakers ontdekten dat ze de Falun Gong oefeningen deed, gooiden ze water in de cel en vulde deze tot voorbij haar enkels.

Om te protesteren tegen de manier waarop ze behandeld werd, ging ze in hongerstaking. Omdat de ruimte pikdonker was kon ze enkel de tijd inschatten aan de hand van het geweldadig gevoed worden onder dwang. Dwangvoeding is één van de meest voorkomende doodsoorzaak van Falun Gong beoefenaars in gevangenschap, en is op zich een zeer pijnlijke martelmethode.

Verschillende afdelingen van de regering waren betrokken bij haar vervolging, het 610  Bureau inbegrepen. Dit is het agentschap dat specifiek opgericht werd om Falun Gong te vervolgen, alsook politiebureaus, buurtwacht, arrestatiebureaus, gedwongen arbeidskampen en ziekenhuizen. Zhang kreeg op geen enkel moment de toegang tot een advocaat, noch werd haar de kans gegeven om juridische procedures te ondernemen.

Gedurende haar tijd in gevangenschap schreef zij brieven naar het gerecht, het bureau van de procureur, het gedwongen arbeidskampbureau van Peking,  het vredegerecht en het meldingscentrum om ze te vertellen wat zij ervaarde. Ze ontving geen antwoorden op haar brieven. Eén ambtenaar van de stadsdiensten van Peking kwam. Toen hij vernam dat ze negen keer bijna tot de dood toe gewurgd was, vroeg hij om bij de kleine cel gebracht te worden waar ze haar vasthielden. Hij keek haar in de ogen en zei duidelijk: "U moet aan uw leven denken! U moet uw leven koesteren!" "Dit was alles wat een gewetensvolle vrijpleiter kon doen tegen de vervolging van Falun Gong", zei Zhang.

De door de politie gemonteerde luidspreker die in haar cel hing produceerde het geluid van een klein meisje dat huilde voor haar moeder. Zhang zei dat het haar oren doorboorde dag en nacht. "Zij wisten dat ik een éénjarig dochtertje had en ze kwelden mij hiermee...het was extreem pijnlijk om het kind te horen huilen." Ze vond vrede toen ze zich realiseerde dat er velen zoals haar waren, moeders inbegrepen, die hun geloof verdedigd hadden terwijl ze zulk een behandeling ondergingen, voor het goede van het universum, zoals zij het begrepen.

Ze werd meer dan een maand in de duistere cel gehouden. "Toen ze de vensters vrijmaakten en ik het licht kon zien, zag ik maden kruipen op de vloer rond het toilet." Haar voeten waren aan het rotten van in het water te staan en haar benen stonden vol zweren.

Veel licht had ze niet meer gezien nadat ze geweigerd had om Falun Gong op te geven. "Ze bonden mijn handen en voeten vast, hieven mijn voeten op en bonden hen aan een stoel, en gebruikten koorden gemaakt van stroken bedlakens om mijn hals aan de rug van de stoel vast te maken, zo strak dat ik niet meer kon bewegen. Ze trokken iets over mijn hoofd en bonden het vast met een koord." Zo werd ze vastgebonden voor 50 dagen, en moest zich ontlasten in haar ondergoed. Daarna verwijderden ze haar bevuilde ondergoed rond haar benen en plaatsten het op haar hoofd.

Falun Gong beoefenaars worden vaak niet alleen door politieofficieren en functionarissen gemarteld. Criminelen en drugsverslaafden, baojia genaamd, die vastzitten in de arbeidskampen of gevangenissen langzij beoefenaars, worden aangemoedigd om deel te nemen aan de vervolging en worden beloond om dit te doen. Ze handelen als politiespionnen en helpers voor de bewakers en ontvangen voordelen zoals betere maaltijden en lichtere behandeling.

Ze werd gemept, geschopt, geslagen, gewurgd, misbruikt, van haar slaap beroofd en haar borsten en vagina werden aangetast. Ze werd 14 keer geslagen of gewurgd tot coma. Ze vertelde dat alle delen van haar lichaam geschonden en verwond waren. Op een keer toen ze uit coma ontwaakte na verstikt te zijn, hoorde ze een kille conversatie tussen baojia:

De aarzelende vraag "Zal ze sterven en nooit meer terug tot leven komen?" werd onmiddellijk beantwoordt door een andere stem: "Als ze sterft zullen we zeggen dat ze stierf aan een hartaanval. We hebben quota's hiervoor. Wees niet bang. Het maakt niet uit. Ze zal niet gemakkelijk sterven. Als ze enkel maar verstikt is voor enkele minuten, zal ze niet sterven. We willen zeker dat ze een smaak heeft van het willen sterven, maar kunnen dit niet en van het willen leven, maar kunnen dit niet."

In de lange brief die Zhang schreef naar de hoorzitting over mensenrechten in China, gehouden door het Europees parlement in 2007, vermelde ze meer dan 50 martelingmethoden die op haar gebruikt werden. "De pijn die ik ervaren heb is niet te beschrijven. Men zou liever sterven dan zulke pijn ervaren. In de opzettelijk verlengde verstikking voor de dood, was de tijd eindeloos uitgebreid en de ruimte was volledig afgesloten. Op zulke momenten was de pijn op zich niet vreselijk. Wat vreselijk was, was dat je niet in staat was om het einde van de pijn te zien. Dat was een vreselijke ervaring van een leven zonder hoop. De vreselijke wanhoop kan iemands wilskracht om te leven vernietigen. Op zulke momenten was de dood niet langer een angstige ervaring, maar een bevrijding."

Ze ontving geen enkele sympathie in het arbeidskamp, zelfs niet van daders die haar achteraf vertelden dat ze geen keuze hadden. Andere bewakers, zei ze, waren vijandig. Na het getuigen van het proces van gevangenen die haar mond vulden met natte handdoeken om haar te stikken, haar stuiptrekkingen zagen krijgen, controle verliezend over haar blaas en darmen om uiteindelijk herhaaldelijk flauw te vallen op het controlescherm, lachte een politieman met als achternaam Wang die naar het kamp gezonden was door het Gedwongen Arbeidskampbureau van Beijing en vroeg hij: "Hoe was het? Voelde het goed?"

Gedurende haar tweeënhalf jaar in het arbeidskamp werd haar man Niu Jingping vaak bezoeken geweigerd; op een keer mocht hij haar niet zien voor acht maanden. Na het zien van haar toestand deed hij zijn best om naar rechtvaardigheid te streven.

Hij droeg hun dochter Qingqing met hem mee naar meer dan 20 ministeries, inclusief het hof, het procuratoraat, het politiek en wetgevend comité, de vrouwenvereniging, de politieafdeling, de gerechtelijke dienst, het Dwangarbeidskampbureau, het 610 Bureau in Peking en een aantal wetbureaus. Hij werd overal afgewezen. Sommigen toonden sympathie maar niemand durfde naar voren te stappen. Advocaten zeiden dat aangezien er geen wettelijk bewijsmateriaal was om Zhang in het arbeidskamp te plaatsen, er geen geval voor hen was om te accepteren.

Op een keer wanneer Niu en zijn dochter een bezoek werden geweigerd om Zhang te zien in het arbeidskamp, vroeg hij om de verantwoordelijke persoon te zien en begon hij luid bij de poorten te schreeuwen: "Falun Dafa is goed! Falun Dafa wordt onrechtvaardig behandeld. Zhang Lianying wordt onrechtvaardig behandeld." Een groep politiemannen kwamen tevoorschijn met elektrische knuppels welke blauwe vonken in de lucht afvuurden en ze jaagden hen weg.

Zonder toevlucht plakte Niu een verklaring over de vervolging van zijn vrouw op zijn bouwvallige motorfiets. Mensen kwamen kijken, maar achteraf werden hij en de driejarige Qingqing er voor gearresteerd.

Op 21 mei 2006 had Niu de mogelijkheid om de ondervoorzitter van het Europees parlement, Edward McMillan-Scott, te ontmoeten, die China bezocht. Hij vertelde het verhaal van de marteling van Zhang en haar zaak werd bekendgemaakt aan de wereld. Niu werd daarna onder toezicht geplaatst.

Zhang en haar man werden veroordeeld tot tweeënhalf jaar gedwongen arbeid op 13 mei 2008, volgens het Falun Dafa Informatiecentrum. In juli werd ze in het geheim overgeplaatst van het vrouwenwerkkamp in Peking naar het Masanjia werkkamp in de stad Shenyang van de provincie Liaoning, waarvan activisten zeggen dat het een deel was van het ‘opruim' proces voor buitenlandse journalisten. Voor Falun Gong beoefenaars is de naam Masanjia extreem kil en is het berucht voor de verslagen waaruit bleek dat er voornamelijk wrede martelmethoden gebruikt worden.

Nadat de politie inbrak in het gezinshuis en zowel Zhang als Niu meenam, bleef hun vierjarig dochtertje achter om verzorgd te worden door haar grootouders. Het gebeurde op 20 april, de verjaardag van Zhang.

Door Matthew Robertson, Epoch Times
Bron: http://en.epochtimes.com/n2/china/zhang-lianying-olympics-persecution-3239.html

ONDERNEEM ACTIE

In Focus

Voor meer informatie neem contact op met
het Falun Dafa Informatiecentrum

+31 (0)6-46767319 (Peter Houben)
of via het contact formular