Meneer Pan Benyu uit Qihihar in de Heilongjiang provincie werd wreed gefolterd in de Tailai gevangenis. Als gevolg lijdt hij aan een hartkwaal en lever-ascites en heeft hij bloed gebraakt. Hij heeft gezwellen in zijn hersenen en andere plaatsen van zijn lichaam. Daarbovenop heeft hij veel bloedkorsten in zijn neus en veel moeite met eten, slapen en ademhalen. Zijn gezondheid is zeer slecht en hij loopt het risico te sterven. De gevangenisbewakers dreigden dhr. Pan dat hij de gevangenis niet zou mogen verlaten op medisch verlof als hij Falun Gong niet opgaf. Omdat de gevangenis de verantwoordelijkheid van zijn dood niet wilde dragen, lichtten de gevangenis en het 610 bureau de familie van dhr. Pan in om hem mee naar huis te nemen.
Dhr. Pan is een goed persoon die gerespecteerd wordt in de gemeenschap. Hij redde ooit vier mensen van de verdrinkingsdood in het Liu stadspark evenals twee kinderen van de treinsporen dichtbij zijn huis. Hij heeft zijn leven volgens de principes Waarachtigheid, Mededogen, Verdraagzaamheid geleid, toch werd hij het slachtoffer van ernstige vervolging.
Dhr. Pan wilde graag enkele dagen vrij nemen om naar Peking te gaan om op te komen voor Falun Gong toen de vervolging startte in 1999. Hij werd onder huisarrest geplaatst en opgesloten in zijn kantoor waardoor zijn familie hem eten moest komen brengen. In september 1999 namen personeelsleden van zijn werkplaats en politieagenten van het Qitie politiebureau hem mee naar de Jiagedaqi partijschool om hem gedurende twee maanden te hersenspoelen. Daarna namen politieagenten van het Qitie politiebureau hem mee naar het Qiqihar Nianzishan dwangarbeidskamp waar hij een jaar verbleef.
De bewakers in het Nianzishan werkkamp sloegen dhr. Pan elke dag. Eén van hen sloeg dhr. Pan tientallen keren met een plastic slang op het hoofd. Op koude winterdagen overgoten de bewakers hem uren achter elkaar met koud water. Door de pakken slaag kon hij niet meer lopen. Hij at zeer weinig. Dikwijls werd hij enkel toegelaten om zittend te slapen in een stoel. Hij schreef een verzoekbrief, maar de bewakers namen het van hem af en startten met hem te volgen en te controleren. Hij moest putten delven van zonsopgang tot zonsondergang en werd geslagen als hij traag was. Hij werd vrijgelaten op 16 juni 2000.
Na zijn vrijlating probeerde hij weer te gaan werken. De manager Zhang Yujing en de secretaris Dong Xia vertelden hem dat hij ontslaan was en dat het bedrijf niets voor hem kon doen.
In juli 2000 verliet dhr. Pan zijn huis om naar Peking te gaan. Onmiddellijk nadat hij weg was, werd zijn huis doorzocht. Toenr hij in Peking aankwam waren de straten gevuld met veiligheidsmensen en politieagenten. Dhr. Pan zijn identiteitskaart werd afgenomen door de autoriteiten zodat hij niet kon inchecken in een hotel en op straat moest slapen. Op 22 juli 2000 reed een politieagent met een motor over dhr. Pan op het Plein Van De Hemelse Vrede terwijl hij de oefeningen van Falun Gong aan het doen was. De motor verpletterde zijn been. Een aantal politieagenten sleepten hem mee naar een klein huisje en sloegen hem in elkaar. Later werd hij naar het Qitie detentiecentrum gebracht. Het Qiqihar spoorwegbureau veroordeelde hem tot een jaar gevangenisstraf. Hij werd in het Fuyu dwangarbeidskamp opgesloten in oktober 2000.
Dhr. Pan en veel andere beoefenaars waren opgesloten in een grote zaal. Beoefenaars dhr. Li Qi en dhr. Ma Yong weigerden te kijken naar de video’s die Falun Gong zwart maakten dus sloeg bewaker Jia Weijun hen brutaal en diende hen elektrische schokken toe. Dhr. Wang Baoxian riep naar Jia dat hij de beoefenaars niet mocht martelen. Dhr. Pan probeerde de marteling te stoppen. Een aantal gevangenen sloegen hem neer en hielden hem tegen de grond. Op een dag zetten Jia gevangenen aan om dhr. Pan in elkaar te slaan in een varkensstal. Dhr. Pan viel flauw dus goot Jia kokend water over hem om hem wakker te maken. Als resultaat had dhr. Pan over zijn hele lichaam brandblaren. Nadien werd het dhr. Pan niet toegelaten om te eten of naar de badkamer te gaan.
Op 18 juni 2001 schreven dhr. Ma, dhr. Li, dhr. Zhang Xiaochun en 29 andere beoefenaars een verklaring waarin ze hun vrijlating zonder beschuldigingen eisten. Jia zette andere gevangenen aan de beoefenaars in elkaar te slaan. Dhr. Pan zijn neus bloedde en hij verloor een tand. Jia riep, “Sla hen maar in elkaar, ik zal de verantwoordelijkheid op me nemen als ze sterven.”
Hierna werden dhr. Ma, dhr. Li en dhr. Wang naar het Fuyu detentiecentrum gebracht. Dhr. Wang betichtte het centrum openlijk voor hun criminele daden. Een bewaker gaf hem een mep en zette medegevangene Lin Liguo aan om dhr. Wang in elkaar te slaan. Dhr. Wang zijn interne organen stopten te werken als resultaat van de hevige slagen en hij stierf kort daarna. Dhr. Zhang startte een hongerstaking om te protesteren tegen de dood van dhr. Wang. Een medegevangene sloeg hem en liet hem achter met een wond van meer dan 3 cm naast zijn oog. Dhr. Zhang kreeg dwangvoeding met zeer geconcentreerd zout water en hij stierf.
Op 5 juli 2001 werd dhr. Pan naar het Fuyu detentiecentrum gebracht. De bewakers sloegen hem elke keer hij de Falun Gong oefeningen deed. De bewakers sloegen met een leren riem in zijn gezicht waardoor zijn gezicht verminkt raakte. De bewakers deden dhr. Pan handboeien aan en sloten hem op in een ijzeren kooi.
Dhr. Pan stond terecht voor het Fuyu gerechtshof. Zijn zaak werd uiteindelijk verworpen door de Hoge Raad. Het 610 bureau weigerde hem te laten gaan na de rechtszaak en sloot hem op in het Fuyu detentiecentrum voor meer dan een jaar. Tijdens deze periode stierven dhr. Wang en dhr. Zhang als gevolg van martelingen. Om te voorkomen dat andere beoefenaars informatie over de dood van beoefenaars zouden laten uitlekken, spoorden de bewakers het gerechtshof aan om zeer snel door hun rechtszaken te gaan. Uiteindelijk werd dhr. Ma veroordeeld tot vijf jaar en dhr. Pan kreeg vier jaar. Ze werden vlug overgebracht naar de Beian gevangenis.
Op 22 augustus 2002 werd dhr. Pan overgebracht naar de Tailai gevangenis. De gevangenen sloegen hem barbaars omdat hij in beroep wou gaan. In maart 2003 gaf dhr. Pan zijn appélbrief aan bewaker Zhang Jiao. In juli vertelde Zhang hem dat het nutteloos was omdat het land Falun Gong buiten de wet had gesteld. Dhr. Pan schreef een andere brief waarin hij Jiang Zemin (de toenmalige president van China) aangeeft als initiator van de vervolging van Falun Gong. Bewakers van de Beian gevangenis sloten hem op in een isoleercel en ketenden hem vast aan de betonnen vloer. Hij bleef 24 uur per dag in dezelfde houding. Op een dag vertelde hij een bewaker dat hij bloed in zijn urine had. De bewaker schreeuwde en schold op hem.
Dhr. Pan zei, “Ik heb bloed gebraakt”. De bewaker antwoordde, “Je verdient het!” Dhr. Pan antwoordde “Maak de handboeien los. Mijn armen, ribben en polsen bloeden en verzweren door het schuren.” De bewaker zei, “Ben je me aan het bedreigen? Ik zal vliegen in jouw wond leggen en er maden in laten groeien.” “Maak de boeien los. Ik moet naar het toilet,” stelde dhr. Pan. “Doe het in je broek,” antwoordde de bewaker. Dhr. Pan kon niet geloven wat hij hoorde: “Waarom doe je dit?” “Ik moet de gevangenis vooruitgang tonen,” antwoordde de bewaker. “ Zodra je een brief tekent om afstand te doen van Falun Gong zal ik je onmiddellijk vrij laten.” Dhr. Pan weigerde te tekenen.
Door lange periodes in dezelfde houding te moeten blijven, verschrompelden zijn spieren. Op een dag kwam een man van het provinciale gerechtsbureau op bezoek in de gevangenis en dhr. Pan riep naar hem en legde hem uit hoe hij gefolterd werd en dat twee andere beoefenaars gestorven waren. De bewaker beweerde dat dhr. Pan een mentaal probleem had.
Twee weken later verwijderde de bewaker alle boeien bij dhr. Pan. Hij kon niet langer zijn armen bewegen. Zijn bloeddruk was 60/30 mmHg en hij lag in een coma. Op 18 juni 2005 werd hij vrijgelaten uit de Tailai gevangenis.
Dhr. Pan herstelde thuis en begon mensen te vertellen over de vervolging die hij ondergaan had. Op 30 april 2006 kwam de politie zijn huis verwoesten. Hij werd verplicht zijn huis te verlaten. Op 8 december 2006 ging dhr. Pan naar het huis van zijn ouders waar twee politieagenten hem arresteerden. In het politiebureau boeide een politieofficier, Wang genaamd, zijn handen aan de verwarmingsbuis en sloeg hem tot hij bewusteloos was. Wang trapte op zijn onderlichaam tot er bloed uit zijn anus kwam. Twee dagen later werd hij meegenomen naar het Qiqihar eerste detentiecentrum. Wang ging verder met de folteringen tot dhr. Pan zijn hart, lever en nieren blokkeerden. Dhr. Pan werd naar het tweede ziekenhuis van Qiqihar gebracht voor een spoedopname.
Op 18 april 2007 werd dhr. Pan naar de Tailai gevangenis gebracht waar de folteringen doorgingen. Hij werd vrijgelaten toen hij bijna dood was.
In de laatste tien jaar stierven veel Falun Gong beoefenaars uit Qiqihar als gevolg van de vervolging. Velen verloren hun baan en velen kunnen niet terug naar huis. Sommigen van hen zijn nog steeds in de gevangenis. Momenteel worden 40 Falun Gong beoefenaars gefolterd in de Tailai gevangenis. Dhr. Lu Yuping stierf op 30 mei 2009 in de Tailai gevangenis als gevolg van martelingen. Dhr. Liu Jingming stierf op 24 maart 2007 in de Tailai gevangenis als gevolg van martelingen. Dhr. Xi Linshan stierf in december 2005 als gevolg van de martelingen in de Tailai gevangenis. Dhr. Pan Hongdong stierf op 15 mei 2005 als gevolg van martelingen in de Tailai gevangenis.
Foto’s: beoefenaars dhr. Pan Hongdong, dhr. Liu Jingming en dhr. Lu Yuping uit Qiqihar en het Daxinganling gebied. Ze stierven aan de gevolgen van folteringen die ze ondergingen in de Tailai gevangenis.
Lijst van Falun Gong beoefenaars in de Tailai gevangenis (afkomstig uit Qiqihar tenzij anders gespecificeerd):
1ste brigade: Wang Wenlong, Zhang Yaoming
2e brigade: Li Xingya, Wu Gang
3e brigade: Sun Weimin, Zhang Liqun
4e brigade: Li Min
5e brigade: Li Qi, Wang Junqing (district Nianzishan)
6e brigade: Gao Fuping
7e brigade: Wang Shouqing (stad Shuangcheng), Zhao Wenshan (district Angangxi), Wang Junfeng (Harbin), Xing Yanliang, Wang Lu.
8e brigade: Liu Xixiang (Qitaihe)
9e brigade: Li Shunjiang, Wu Yuanlong
11e brigade: Fu Mingzhi, Han Li (Harbin), Guan Xingtao (Harbin)
12e brigade: Xu Youyun (Harbin)
13e brigade: Ji Decai (Shuangpengshan)
Andere beoefenaars in de Tailai gevangenis (brigade onbekend): Ci Hai, Guo Yuzhi, Song Anyu, Tian Zhiqiang, Li Chang'an, Zhao Chuanfang, Zhang Yaoming, Sun Guangli, Zhou Lifeng, Wu Xiangang, Liu Haikang, Liu Yinquan, Yu Boqing, Ji Decai, Yang Zhi, Qiu Jianbin, Ma Fulong, Hao Yancheng, Liang Hongyu, Zhai Yuzhu, Wang Zizhong, Hu Ping, Wang Junfeng, Fu Hai, Han Ximing.
Tailai gevangenis in de Heilongjiang provincie
Gevangenisdirecteur: Zhang Zhicheng
Regeringsvertegenwoordiger: Du Yingchao
Vice-directeur: Yu Zhenhai
http://clearwisdom.net/emh/articles/2009/7/27/109530.html