(Minghui.org) Falun Gong beoefenaars in 38 landen hebben recentelijk een lijst namen van ongeveer 9300 agenten van het 610 bureau in China ingediend bij hun regering, met het verzoek deze overtreders van mensenrechten sancties op te leggen en toegang tot deze landen te blokkeren.
Begin december 2020 hadden Falun Gong beoefenaars al een verkorte lijst ingediend in 29 landen. Later is de lijst uitgebreid en in nog negen extra landen ingediend. De 38 landen omvatten de ‘Five Eyes’ landen, 25 landen van de Europese Unie (EU) en 8 andere landen. De ‘Five Eyes’ (inlichtingenalliantie) zijn: De Verenigde Staten, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Australië en Nieuw Zeeland. De 25 EU landen zijn: Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Nederland, Polen, België, Zweden, Oostenrijk, Ierland, Denemarken, Finland, Tsjechië, Roemenië, Portugal, Griekenland, Hongarije, Slowakije, Luxemburg, Bulgarije, Kroatië, Slovenië, Latvia, Cyprus en Malta. De 8 andere landen zijn: Japan, Zuid-Korea, Zwitserland, Noorwegen, Liechtenstein, Israël, Argentinië en Mexico.
Het 610 bureau werd op 10 juni 1999 opgericht door Jiang Zemin, toenmalig leider van de Chinese Communistische Partij (CCP). Hiermee zette hij de landelijke vervolgingscampagne tegen Falun Gong in gang. Het 610 bureau werkt nauw samen met de commissies voor politieke en juridische zaken op alle niveaus en is een bovenwettelijke entiteit die alle branches van het staatsapparaat mobiliseert om Falun Gong te onderdrukken. Dit omvat de politie, justitie, gerechtshoven, het leger, gewapende politie, inlichtingendiensten, de ministeries van buitenlandse zaken en opvoeding, de media, de gezondheidszorg en anderen. In het bijzonder nadat Jiang het bevel uitvaardigde om “de reputatie van Falun Gong beoefenaars te beschadigen, hen financieel te ruïneren en hen fysiek te vernietigen,” heeft het 610 bureau dit bevel geïmplementeerd en bijna alle andere organisaties betrokken bij het uitvoeren van de vervolging.
Naast het centrale 610 bureau heeft de organisatie ook branches in bijna alle steden, regio’s, districten en dorpen in heel China. Ze bestaan ook in staatsbedrijven en mega corporaties. In de afgelopen 21 jaar sinds de vervolging begon in 1999, hebben meer dan 4000 Falun Gong beoefenaars hun levens verloren door de onderdrukking. Een groter aantal beoefenaars werd gearresteerd, vastgehouden, veroordeeld tot gevangenisstraf en gefolterd. Bovendien hebben vele beoefenaars psychiatrische- en seksuele mishandeling ondergaan of zijn slachtoffer geworden van orgaanroof. Een overzicht is hier te vinden.
Veel beoefenaars hebben hun fysieke vrijheid verloren, zijn verwond of verlamd en hebben onbeschrijflijke mentale angsten geleden. Familieleden van beoefenaars hebben ook enorm geleden en zijn gediscrimineerd op school, op het werk en in de samenleving. Veel families zijn uiteengescheurd als gevolg van de vervolging. Het 610 bureau is de hoofdverantwoordelijke voor deze tragedies.
Er zijn ongeveer 9300 individuen op de meest recente namenlijst. Dit zijn agenten van de centrale regering tot de provinciale en stedelijke branches. Ook bevat de lijst stafleden van het 610 bureau in scholen en andere organisaties.
Functionarissen op het niveau van de centrale regering zijn onder andere: Jiang Zemin, Zeng Qinghong, Li Lanqing, Luo Gan, Ding Guangen, Jia Chunwang, Liu Jing, Jia Qinglin, Wu Guanzheng, Liu Yunshan, Meng Jianzhu en anderen.
Functionarissen op het provinciale niveau omvatten: Du Libin (Beijing), Ye Luhua (Shanghai), Teng Jinran (Tianjin), Chen Ming (Chongqing), Zhang Zhongyu (Liaoning), Li Guanghui (Jilin), Guo Yan (Heilongjiang), Wang Lishan (Hebei), Lin Xiuting (Shandong), Jia Yuecheng (Sichuan), Zhnag Shengqin (Guangdong), Jin Xiubin (Hubei), Chen Shulin (Hunan), Wu Xincheng (Shaanxi) en anderen.
Functionarissen op het stedelijke niveau omvatten: Zhang Changshun (Shenyang, provincie Liaoning), Chen Fuchun (Jilin in de provincie Jilin), Xu Yujun (Weifang in de provincie Province), Li Kunxue (Chengdu in provincie Sichuan), Zhang Zhanjiang (Tangshan in de provincie Hebei), Li Xiaosheng (Guangzhou in de provincie Guangdong), Tao Delin (Wuhan in de provincie Hubei Province) en Xi Junming (Baoji in de provincie Shaanxi).
Functionarissen op het stedelijke en district niveau van de regering: Zhao Jian (district Linquan, provincie Anhui), Lin Xiaoxian (district Xiapu, provincie Fujian), Zhao Rongsen (district Daxin, provincie Guangxi), Zhao Qingguo (district Ji, provincie Tianjin), Zhou Ke (provincie Tongnan, Chongqing), Yang Qingshan (Niujing, provincie Yunnan), and Yang Xiaofeng (Chaoyanggou, provincie Heilongjiang).
Functionarissen in afgelegen regio’s: Zhu Dezhong (Bijie, provincie Guizhou), Chen Peifen (Chuxiong, provincie Yunnan), Sun Zonggui (Haidong, provincie Qinghai), Meng Youzhu (Jinchang, provincie Gansu), and Li Derong (Guyuan, provincie Ningxia).
Functionarissen in groeperingen van etnische minderheden: Wang Jihong (Aksu , provincie Xinjiang), Ciren Duoji (Lhasa, Tibet), and Liang Junfeng (Bayannur, Binnen-Mongolië).
Deze functionarissen vormen een gigantisch web en beslaan alle gebieden in China op diverse niveaus. Ze hebben de ernstige vervolging uitgevoerd de afgelopen 21 jaar. Maar hun misdaden zullen niet onopgemerkt blijven. Nadat de ‘Global Magnitsky Act’ aangenomen werd in de Verenigde Staten in 2016, hebben ongeveer 27 landen, inclusief Canada en vele EU landen, een soortgelijke wetgeving gepland of aangenomen om deze mensenrechtenschenders wereldwijd ter verantwoording te roepen.
