Nieuw onderzoek: Chinese topambtenaren noemen het optreden tegen Falun Gong van cruciaal belang voor het handhaven van de veiligheidRecente toespraken benoemen Falun Gong vóór anticorruptie- en terrorisme bestrijdingsinspanningen.

24-12-2023 Rechtsmisbruik
Officieel CCP-rapport "2019 Changli Volksparket rapport", beschrijft de expliciete intentie om Falun Gong-beoefenaars te vervolgen vanaf 24 januari 2019

Kernpunten:

  • Te midden van een hernieuwde focus van de Chinese Communistische Partij (CCP) op het waarborgen van de veiligheid van het regime, wordt het harde optreden tegen Falun Gong aangehaald als een topprioriteit voor het centrale leiderschap en de lokale autoriteiten. Dit volgt uit werkverslagen, toespraken en richtlijnen van ten minste twaalf provincies sinds 2017. Uit de twintig onderstaande referenties blijkt duidelijk dat de gewelddadige campagne om Falun Gong uit te roeien, binnen de partij wordt gezien als een centraal onderdeel van de inspanningen van het regime om de bevolking onder controle te houden en de politieke- en ideologische macht te behouden.
  • De publieke verwijzingen naar aanvallen op Falun Gong door top veiligheids- en gerechtelijke functionarissen in januari 2023 vormen een opvallende afwijking na jaren van stilte, ook al ging de vervolging in die tijd door het hele land onverminderd door.
  • Dergelijke officiële retoriek waarin Falun Gong wordt verheven tot doelwit voor repressieve veiligheidsoperaties, is gecorreleerd met de geïntensiveerde vervolging die het Falun Dafa Informatiecentrum, sinds het begin van de COVID-19-pandemie, heeft waargenomen. Daaronder grootschalige willekeurige detentie, marteling en sterfgevallen als gevolg van mishandeling tijdens hechtenis.

Introductie

Het behouden van haar greep op de macht onder het mom van het hooghouden van de ‘nationale veiligheid’ is lange tijd een kenmerk geweest van het bewind van de CCP. Niettemin is er onder de leiding van Xi Jinping een hernieuwde aandacht voor deze inspanning. In een toespraak uit 2014 omschreef Xi 'politieke veiligheid' als de ‘basis van alomvattende nationale veiligheid’ (总体国家安全). Deze trend heeft zich de afgelopen jaren verder doorgezet en 'politieke veiligheid' staat bovenaan de hiërarchie van ruim een dozijn gebieden die zijn opgenomen in het alomvattende nationale veiligheidskader. In mei 2023 riep Xi op tot een dringende versnelling van de modernisering ervan.

Bij het observeren van deze ontwikkelingen hebben westerse geleerden en analisten opgemerkt hoe deze trend ook heeft geleid tot toegenomen repressie, schendingen van de mensenrechten en onderdrukking van de burgermaatschappij. In dergelijke analyses wordt vrijwel nooit melding gemaakt van het harde optreden van het regime tegen Falun Gong. Toch wijst een overzicht van de commentaren van topambtenaren – zowel historisch gezien als sinds 2020 – erop dat Falun Gong een centraal onderdeel blijft van de inspanningen van de CCP om de “politieke veiligheid” te handhaven. Bovendien wordt Falun Gong in sommige gevallen verheven tot andere waargenomen bedreigingen voor het regime of feitelijke gevaren voor de openbare veiligheid. In verwijzingen op websites van lokale overheden naar de implementatie van Xi’s visie worden ook consequent melding van Falun Gong gemaakt, maar deze worden slechts zelden geciteerd door denktanks en wetenschappers.

Het Ministerie van openbare veiligheid en de leiding van het Hooggerechtshof benoemen hard optreden tegen Falun Gong als een van de belangrijkste inspanningen om de politieke veiligheid te verdedigen

In augustus 2020 hield de toenmalige Chinese minister van Openbare Veiligheid en staatsraadslid Zhao Kezhi een toespraak voor het Permanent Comité van het Nationale Volkscongres (NPC). In deze toespraak legde hij de nadruk op het werk dat tussen 2016 en 2019 is uitgevoerd, met de nadruk op de prestaties in 2019. Zhao merkte op dat het openbare veiligheidssysteem bij de implementatie van het alomvattende nationale veiligheidsconcept ernaar had gestreefd “volledig gebruik te maken van legale wapens en methoden om diepgaande strijd te voeren tegen ondermijning, separatisme en infiltratie; hard op te treden tegen de activiteiten van ‘Falun Gong’ […] en andere [verboden religies]; en resoluut de politieke veiligheid van het land te verdedigen1.” Als weerspiegeling van de prioriteit die aan deze inspanningen wordt gegeven, benadrukte Zhao maatregelen om verboden religieuze groeperingen zoals Falun Gong te onderdrukken, voordat hij andere veiligheidsinitiatieven noemde, waaronder initiatieven die verband houden met corruptiebestrijding en terrorismebestrijding.

Dit is een van de vele beschikbare openbare werkverslagen die de afgelopen jaren zijn uitgebracht door hoge functionarissen op partijforums, die rechtstreeks ingaan op de partijcampagne tegen Falun Gong. Tussen 2017 en 2021 noemden het Opperste Volksgerechtshof (SPC) en het Opperste Volksparket in hun rapporten aan de NPC herhaaldelijk “het actief deelnemen aan” en het “opvoeren van de intensiteit” van de “strijd tegen verboden religies”, en het “resoluut bestraffen van Falun Gong” en andere verboden geloofsovertuigingen. In januari 2017 riep de SPC tijdens een symposium op tot “de verdieping van de strijd” tegen verboden religieuze groeperingen en “verscherpte straffen tegen Falun Gong” en andere soortgelijke groepen, om “te voorkomen dat ze een prominente factor worden die de politieke veiligheid aantast.” Dit symposium werd bijgewoond door presidenten van hoge volksrechtbanken in heel China.

In mei 2020 verklaarde Zhang Jun (toenmalig procureur-generaal van het Opperste Volksparket) op basis van een rapport uit 2019, ingediend bij de NPC, dat ze “de nationale politieke veiligheid en sociale stabiliteit resoluut hadden veiliggesteld”, “het alomvattende nationale veiligheidsconcept hadden geïmplementeerd” en Falun Gong en andere vervoden religieuze groeperingen “resoluut hadden bestraft.” Zhang noemde eveneens het anti-Falun Gong-werk voordat hij rechtsvervolgingen opsomde in zaken die verband hielden met geweld en diefstal.

Deze expliciete vermelding en prioritering van Falun Gong, op de lijst van veronderstelde bedreigingen voor het regime, is ook verschenen in andere toespraken en rapporten, waaronder drie persconferenties die sinds 2021 door het Ministerie van Openbare Veiligheid zijn gehouden. Op 15 april 2021, tijdens een persconferentie ter gelegenheid van de Nationale Veiligheidseducatiedag, besprak het ministerie de resultaten van de afgelopen zeven jaar met betrekking tot het verdedigen van de “politieke veiligheid” van China. Het eerste doelwit voor beleidsimplementatie, dat in een rapport over de conferentie werd genoemd, was Falun Gong samen met andere verboden religieuze groeperingen. In dit rapport werd de nadruk gelegd op ‘diepgaande educatie en transformatie’, een verwijzing naar de wrede methoden die worden gebruikt om mensen te dwingen hun geloofsovertuigingen af te zweren en de CCP te prijzen. Dit kwam voorafgaand aan vermeldingen over de uitvoering van het ‘anti-separatistische’ beleid van de partij in Tibet, ‘anti-terrorisme’-inspanningen in Xinjiang, of andere prioriteitsgebieden zoals online overtredingen, economische misdaden en de achtervolging van voormalige functionarissen in het buitenland via de "Vossenjacht” campagne. Soortgelijke opmerkingen zijn ook zichtbaar in rapporten van de januari 2022 en januari 2023 “Chinese Volkspolitiedag” persconferenties. In deze twee rapporten verschijnt de vermelding van Falun Gong na “anti-separatistische” en “anti-terroristische” campagnes, maar nog steeds vóór andere prioriteitsgebieden.

Grondig onderzoek van openbaar beschikbare informatie, op websites van de Chinese overheid en berichtgeving in de staatsmedia, tonen aan dat deze recente verwijzingen naar de anti-Falun Gong-campagne op openbare persconferenties volgen op een periode van relatieve stilte. De laatste openbare verwijzing van een hoge veiligheidsfunctionaris lijkt te dateren uit februari 2006. Toen verklaarde Ke Liangdong, toenmalig directeur van de afdeling Juridische Zaken van het Ministerie van Openbare Veiligheid, dat Falun Gong-aanhangers zouden worden gestraft onder de toen nieuw uitgevaardigde Openbare Veiligheidsadministratie Strafwet. In de tussentijd bleven lokale overheidswebsites verwijzen naar acties gericht op Falun Gong-beoefenaars – zoals de ‘zero-out’-campagne – maar topambtenaren hebben de vermelding van Falun Gong in het openbaar achterwege gelaten, ogenschijnlijk om de valse perceptie te versterken dat de CCP met success de groep had verpletterd.

Lokale overheden volgen de centrale regering

In heel China is het harde optreden tegen burgers die Falun Gong beoefenen gekoppeld aan het waarborgen van 'nationale veiligheid', 'staatsveiligheid' en 'politieke veiligheid'. Dit is zichtbaar in veel richtlijnen, werkverslagen en ontwikkelingsplannen uitgevaardigd door lokale overheden (gerechtelijke autoriteiten in het bijzonder) in de periode 2019-2023. Hier volgen enkele voorbeelden:

Provincie Hebei: In augustus 2021 publiceerde het Intermediair Volksgerechtshof van Chengde haar vijfjarig werkverslag voor de periode van 2017 tot 2021. In het verslag stond dat het “zich had gehouden aan het alomvattende nationale veiligheidsconcept, en de handhaving van de nationale politieke veiligheid serieus als eerste plaats op de agenda had gezet”, onder meer door “de infiltratie en destructieve activiteiten van Falun Gong” en andere verboden religies ernstig aan te pakken, “afsluitend met 27 zaken waarbij [verboden religies] betrokken waren, en 59” gelovigen die veroordeeld werden. Daaraan voorafgaand benadrukte het procuraat van Changli in zijn werkverslag uit 2018 dat het de activiteiten van verboden religies “streng had aangepakt” en daardoor “de nationale politieke veiligheid had gewaarborgd.” Door expliciet deze stappen te koppelen aan de doelstellingen en richtlijnen van de centrale partij, werd verder verklaard dat:

„In overeenstemming met de jurisdictie aangewezen door superieuren, ondernam het procuraat de beoordeling en vervolging van zaken [waarbij] Falun Gong betrokken was… Gedurende het jaar werden in totaal 26 zaken waarbij 39 mensen betrokken waren aanvaard, en 24 zaken waarbij 35 mensen betrokken waren werden vervolgd. Dit soort zaken is complex en gevoelig. Het procuraat heeft actief onderzoek gedaan en ernaar gestreefd nationaal beleid en wetten in hoge mate te integreren. Door het beoordelen, vervolgen en aanklagen van misdaden hebben we resoluut hard opgetreden tegen misdaden die de nationale veiligheid in gevaar brachten, met name de veiligheid van het regime. We hebben de controle over ideologische standpunten versterkt en op effectieve wijze de nationale wil belichaamd om dit soort ‘misdaden’ te bestrijden.“

Opgemerkt wordt dat uit analyses, van vonnissen in zaken waarbij Falun Gong betrokken is, blijkt dat de zogenaamde ‘misdaden’ meestal te maken hebben met het bestuderen van spirituele teksten of het delen van informatie die schendingen van mensenrechten aan het licht brengt of het tegengaan van CCP-propaganda. Dit in tegenstelling tot wat in andere landen als gewelddadig of crimineel gedrag zou worden beschouwd.

Provincie Sichuan: In het werkverslag van het openbaar ministerie van Dazhou voor 2020 werd opgemerkt “misdaden die de politieke veiligheid in gevaar brachten zijn streng aangepakt. Zes mensen die politieke geruchten verspreidden en online problemen veroorzaakten, werden snel gearresteerd en vervolgd, evenals leden van ‘Falun Gong’ en andere verboden religies.”

Provincie Jiangsu: De Volksrechtbank van het Yuhuatai-district in Nanjing merkte in zijn januari werkverslag van 2022 op dat het “de helft van de … zaken van de stad op zich nam” met betrekking tot verboden religies, en “Falun Gong en andere [verboden religies] in 30 gevallen zwaar strafte (49 mensen)” en “de nationale politieke veiligheid handhaafde.”

Provincie Guangdong: Het openbaar ministerie van het district Chikan van de stad Zhanjiang, merkte in zijn 2022 werkverslag op dat het “resoluut het alomvattende nationale veiligheidsconcept had geïmplementeerd” en “vier gevallen zwaar had gestraft” waarbij “Falun Gong en andere [verboden religies] betrokken waren.”

Kaart van lokale overheden die tussen 2019 en 2023 richtlijnen, werkverslagen en ontwikkelingsplannen hebben uitgevaardigd die verband houden met het harde optreden tegen burgers die Falun Gong beoefenen in naam van het waarborgen van de ‘nationale veiligheid’, ‘politieke veiligheid’ en/of ‘staatsveiligheid’.

Soortgelijke verwijzingen zijn ook verschenen in de richtlijnen van lokale autoriteiten in Shanghai en Chongqing, werkverslagen van functionarissen in Shanxi, Tianjin, Shandong en Anhui, evenals ontwikkelings- en implementatieplannen in onder meer de provincies Heilongjiang en Henan.

Waarom is dit relevant?

Deze richtlijnen en rapporten uitgevaardigd door centrale en lokale overheden over de laatste 5 jaar zijn opmerkelijk om verschillende redenen:

Anti-Falun Gong-retoriek nieuw leven ingeblazen: op centraal niveau markeren deze verwijzingen een heropleving van Falun Gong als een publiekelijk aangehaald CCP-doelwit. Dit na meer dan een decennium van relatieve stilte van topfunctionarissen, hoewel het veiligheidsapparaat is doorgegaan met het monitoren, vasthouden en martelen van gelovigen gedurende deze periode.

Verankering van de anti-Falun Gong-campagne in het veiligheidsapparaat: Hoewel websites en werkverslagen van lokale overheden al lange tijd routinematig verwijzing bevatten naar Falun Gong, laten deze recente verwijzingen – met een hernieuwde focus op politieke en nationale veiligheid – zien hoezeer de campagne tegen de groep verankerd is in het algemene veiligheidsapparaat van het regime en in het alomvattende nationale veiligheidskader van Xi Jinping in het bijzonder.

Binnen de CCP is Falun Gong geen ondergeschikt doelwit: de propaganda van het regime tegen Falun Gong beschrijft de vervolging van de groep voornamelijk als “anti-sekte”-inspanningen. Sommige waarnemers hebben dit als marginaal beschouwd in de context van de bredere repressie door de CCP. Uit bovenstaande bronnen blijkt duidelijk dat de campagne om Falun Gong uit te roeien intern wordt gezien als een centraal onderdeel van de inspanningen van de CCP om de bevolking onder controle te houden en de politieke- en ideologische macht te behouden.

Verhoogde retoriek komt overeen met repressie in het echte leven: misschien wel het allerbelangrijkste is dat de verheffing van Falun Gong in de officiële retoriek als doelwit voor veiligheidsoperaties correleert met de geïntensiveerde vervolging in de echte wereld, waargenomen door het Falun Dafa Informatiecentrum en anderen sinds het begin van de COVID-19-pandemie. Dit omvat grootschalige willekeurige detentie, marteling en dood door mishandeling in hechtenis. De escalatie vond plaats toen sommige Falun Gong beoefenaars naar voren kwamen als klokkenluiders en burgerjournalisten in een tijd waarin de CCP wanhopig een beeld wilde overbrengen van het onder controle hebben van de virusuitbraak. Deze klokkenluiders verschaften informatie over de omstandigheden in afgesloten gebieden aan het binnenlandse en internationale publiek. Informatie die anders niet beschikbaar was. Andere factoren die hieraan bijdragen zijn onder meer de grotere gevoeligheid voor mogelijke afwijkende meningen rond het 20ste partijcongres van oktober 2022, de jaarlijkse regeringsvergaderingen en Xi’s reizen naar verschillende delen van het land.

Wat zijn de mogelijke verdere ontwikkelingen?

Er worden meer middelen besteed aan het harde optreden tegen Falun Gong in 2024: De bovenstaande bevindingen versterken ander bewijs dat Falun Gong-beoefenaars in heel China een belangrijk doelwit zijn van CCP-repressie. Hoewel deze vervolging al sinds 1999 aan de gang is, zouden meer publieke en geprioriteerde verwijzingen naar het harde optreden tegen Falun Gong door topambtenaren sinds 2019 in vergelijking met voorgaande jaren er toe kunnen leiden dat er meer middelen worden besteed aan de detentie en ‘transformatie’ van Falun Gong beoefenaars. Een bijdrage aan deze toegenomen aandacht is de dag in juli 2024 die 25 jaar vervolging markeert en de historische vreedzame oproep van beoefenaars in Peking in april 1999 die daaraan voorafging. In een document uit 2019 uit een stad in de provincie Shanxi werd expliciet gewezen op het belang van veiligheidsdiensten die voorkomen dat er “activiteiten plaatsvinden op de dag die het twintigste jaar van de Falun Gong-oproep van 25 april markeert”. Dergelijke richtlijnen zullen zich waarschijnlijk herhalen voorafgaand aan het 25-jarig jubileum in 2024.

Uitbreiding van deze trend buiten het veiligheidsapparaat: In juli 2023 publiceerde een door de staat beheerde website een artikel waarin opgeroepen wordt om religieuze onderdrukking op te nemen in “het handhaven van de nationale politieke veiligheid” en waarin gesteld wordt dat verboden religieuze groepen “een enorme bedreiging vormen voor de nationale veiligheid”, zoals de CCP die term definieert. Het artikel werd geschreven door Li Anping, uitvoerend directeur van de China Anti-Cult Association, een door de overheid gesponsorde NGO met nauwe banden met de CCP-bureaucratie, die de anti-Falun Gong-campagne en haar demoniserende propaganda mede heeft aangestuurd.

Hernieuwde aandacht van wetenschappers en waarnemers: Falun Gong blijft een van de meest gecensureerde onderwerpen in China en de publieke openhartigheid van experts kan represailles van de CCP uitlokken, waaronder beperkingen op reizen naar China of bestraffing van familieleden of kennissen die daar wonen. Niettemin hoopt het Falun Dafa Informatiecentrum dat het bovenstaande onderzoek hernieuwde aandacht vestigt op hoe fundamenteel verweven de mensenrechtencrisis, waarmee Falun Gong-beoefenaars in China worden geconfronteerd, is met de bredere veiligheidsambities van het regime. Het nalatig of opzettelijk weglaten van Falun Gong uit analyses die betrekking hebben op de inspanningen van het regime om de ‘nationale veiligheid’ of ‘politieke veiligheid’ te bewaren, ontneemt onschuldige slachtoffers van vervolging niet alleen van internationale steun, maar laat ook een gapend gat achter in het begrip van hedendaagse waarnemers en beleidsmakers van het hedendaagse China.

voetnoot 1: Voor de doeleinden van dit artikel en om herhaling van een demoniserend stempel te voorkomen heeft het Falun Dafa Informatiecentrum de term “verboden religie” gebruikt in plaats van “xiejiao” zoals deze in het Chinees voorkomt in veel van de documenten die in dit onderzoek worden aangehaald. De term ‘xiejiao’, vaak vertaald als “kwaadaardige sekte” door de manipulatie van de CCP, is een kerncomponent van de propagandacampagne van het regime om Falun Gong beoefenaars te ontmenselijken en geweld tegen hen te rechtvaardigen. Religiewetenschappers en andere waarnemers hebben consequent verklaard dat Falun Gong geen ‘sekte’ is, terwijl rechtengroepen als Freedom House en Amnesty International de term hebben vertaald als ‘ketterse organisatie’.

Bron https://faluninfo.net/new-research-top-chinese-officials-cite-falun-gong-crackdown-as-central-to-maintaining-regime-security/

ONDERNEEM ACTIE

In Focus

Voor meer informatie neem contact op met
het Falun Dafa Informatiecentrum

+31 (0)6-46767319 (Peter Houben)
of via het contact formular