PARIJS, 9 December, 2002 (European Falun Gong Information Centre) – Op 4 december dienden twee mensenrechtenadvocaten, William Bourdon en Georges-Henri Beauthier, bekend van hun rechtzaken tegen de Chileense dictator Pinonchet in België, een aanklacht in tegen Li Langqing bij het gerechtshof van Nice voor misdaden van foltering. De Chinese vice-premier was toen op inofficieel bezoek in Frankrijk. De aanklagers zijn vier Falun Gong beoefenaars, waaronder twee Franse vrouwen. De aanklacht was gebaseerd op de Conventie Tegen Foltering van de Verenigde Naties die Frankrijk tekende in 1984 en die het toestaat om eenieder die schuldig is aan foltering te arresteren en te vervolgen.
In Juni 1999, werd Li Lanqing persoonlijk gevraagd door voormalig Partij Leider Jiang Zemin om het “610 bureau” te leiden, welk exclusief verantwoordelijk is voor de massale en gewelddadige vervolging van Falun Gong. Deze speciale eenheid, een Chinese “Gestapo”, heeft de uitgesproken toestemming om buiten de wet om te handelen tegen menselijke waardigheid.
Sinds Juli 1999, hebben de bevelen uitgevaardigd door het 610 bureau, onder de verantwoordelijkheid van Li Lanqing, geleid tot duizenden doden, waarvan er 500 zijn gedocumenteerd door internationale mensenrechtenorganisaties. Meer dan 100.000 mensen zijn gearresteerd en onwetmatig naar werkkampen gebracht, en vaak gefolterd. Duizenden zijn onderworpen aan schadende psychiatrische behandeling en seksueel misbruik. Miljoenen mensen worden geterroriseerd in hun dagelijks leven; publieke ontering, ontslag, uit hun huizen gezet worden en uit scholen, intimidatie, gedwongen scheidingen en abortussen. De vier mensen die in Frankrijk de aanklacht tegen Li Lanqing indienden zijn:
* Chen Zumei, een Chinese vrouw wonende in Frankrijk. Terwijl ze in beroep ging in China tegen de vervolging van Falun Gong in juli 2000, werd ze gearresteerd, gevangengenomen en bruut geslagen. Haar arm werd gebroken en ze is tot op de dag van vandaag gehandicapt.
* Hélène Petit, een Franse vrouw die deelnam aan een vreedzaam beroep op Tian’anmen in Beijing in November 2001. Ze werd gearresteerd en geslagen.
* Zhao Ming, een Chinese student Computerwetenschappen in Trinity College, Dublin, die voor meer dan twee jaar is vastgehouden in verscheidene werkkampen en voortdurend onderworpen is aan fysieke en mentale folteringen.
* Wang Yuzhi, een Chinese vrouw die gefolterd werd in China. Ze ontsnapte naar de Verenigde Arabische Emiraten en werd dreigde terug naar China gedeporteerd te worden. Ze werd uiteindelijk gered door de Canadese regering.
Zulke absurde en onmenselijke onderdrukking is gericht op volledig ongevaarlijke en onschuldige mensen, eenvoudigweg omdat ze Falun Gong beoefenen en omdat sommige Chinese functionarissen jaloers werden op de populariteit van deze traditionele vorm van Qigong die door meer dan 70 miljoen mensen beoefend werd in 1999.
Door middel van deze rechtzaak doen we een beroep op de internationale gemeenschap om zich bewust te worden van de wrede aard van deze onderdrukking. Met behulp van onze advocaten, zullen we voortgaan om alle rechtswegen te gebruiken tot de Chinese functionarissen die direct verantwoordelijk zijn voor de misdaden begaan tegen Falun Gong veroordeeld en gestraft zijn door het internationale gerecht. De geschiedenis moest deze vreselijke grootschalige misdaden tegen de mensheid niet ongezien voorbij laten gaan.
