
Talrijke rapporten zijn uit China gekomen over politie of werkkampautoriteiten die Falun Gong beoefenaars verbrand hebben met sigaretten, aanstekers, strijkijzers en hete metalen staven om hen te dwingen hun overtuiging op te geven. In sommige gevallen werden strijkijzers opgewarmd tot ze roodgloeiend waren en vervolgens gebruikt om de huid van beoefenaars te verbranden of hun tepels te doorboren. Velen hebben bericht herhaaldelijk verbrand te zijn met sigaretten, onder meer in hun gezicht, nek en geslachtsdelen.
Tan Yongjie, 27 jaar, ernstig verbrand met hete strijkijzers door de politie

Op 2 juni 2001 terwijl Tan Yongjie illegaal vastgehouden werd in het Luobo Werkkamp in de provincie Guangdong, martelden drie politie-agenten hem. Eerst sloegen ze hem en dwongen ze hem een “verklaring van berouw” te laten tekenen waarin staat dat hij Falun Gong zou opgeven. Dhr. Tan zei echter geen woord. Later bonden de bewakers hem vast aan een pilaar. Een bewaker verwarmde een verroest strijkijzer op een elektrische verwarmer totdat het roodgloeiend werd, en duwde het toen tegen Dhr. Tan’s benen op

verschillende plekken terwijl hij vroeg: “Wil je nog steeds Falun Gong beoefenen?” Dhr. Tan was ernstig verbrand. Zijn benen schudden en hij schreeuwde het uit. Hij had zoveel pijn dat hij de beheersing over zijn blaas verloor. De bewakers sleepten hem toen terug naar zijn cel en sloten hem op. Hij kon lopen noch slapen van de pijn. Later bevolen de bewakers hem voor een boomgaard te zorgen. Ze dachten dat hij met zulke wonden niet in staat zou zijn ver te geraken, maar hij ontsnapte. Hij arriveerde op 10 juni in Hongkong en vluchtte naar de Verenigde Staten.
Levend verbrand door gevangenisautoriteiten

De 36-jarige Wang Huajun woonde in Fengjiashan, in de stad Macheng, Hubei provincie. De politie greep haar op de morgen van 18 april 2001 omdat ze mensen in het centrum van Macheng aan het vertellen was over de vervolging \[van Falun Gong]. Ze sloegen haar furieus tot 11 uur die nacht. Op het randje van de dood, werd ze het stadhuis uitgesleept, met benzine overgoten en in brand gestoken. Ze verbrandde tot de dood erop volgde om 1 uur ’s nachts. De politie vertelde getuigen, zoals een vrouwelijke straatveegster, dat de vrouw zichzelf in brand had gestoken. Een “zelfmoordbrief” – op wonderlijke wijze uit de vlammen gered – werd een paar centimeter van haar lichaam gevonden, samen met haar identificatie, welke de politie maanden eerder geconfisceerd had.