Vooral in haar eerste verslagen maakte de door de staat geleide Chinese media PRC er geen geheim van hoe Falun Gong aan te pakken en waarom. Rond 2002-2003 veranderde de partij haar strategie en wilde de indruk wekken dat haar campagne tegen Falun Gong voorbij was; posters bij Chinese ambassades die Falun Gong zwart maakten werden bijna gelijktijdig verwijderd. Toch werden vele van de eerder geschreven stukken in de People’s Daily en andere voorname publicaties bewaard gebleven en hun botte openheid zou zonder twijfel als lomp beschouwd worden in de ogen van de hedendaagse berichtgevers van de Communistische Partij.
Het volgende komt uit het officiële Xinhua Nieuwsagentschap:
Het hele land heeft zich een situatie gevormd waarbij de “Falun Gong” cultus als ratten wordt opgejaagd [...] We moeten deze cultus elimineren, en het kwaad moet compleet uitgeroeid worden [...]
(Xinhua Nieuwsagentschap, Beijing, 7 september 2003. Beschikbaar uit een rapport van Amnesty International: http://web.amnesty.org/library/index/engasa170352003)
Meer recentelijk van Xinhua:
“Gedurende de eerste helft van 2008, kraakte de politie 16 gevallen van de Falun Gong..., hield 25 verdachten vast en vernielden zeven illegale printers waar reactionaire propagandamateriaal voor Falun Gong werd op geprint,” volgens Chen Zhuangwei, hoofd van het publieke veiligheidsbureau in Urumqi, Xinjiang Uyghur Autonome Regio. (Xinhua Nieuwsagentschap, 10 juli 2008 link)
Het volgende komt uit een verslag (uit de beginperiode van de vervolging) van de Associated Press:
China’s volledige door de staat gecontroleerde kranten beweerden maandag successen geboekt te hebben in de crackdown door de regering, vertellend dat mensen Falun Gong materialen afgaven en de organisatie opzegden. Het nieuws op de avondtelevisie toonden beelden van inspecteurs die de boeken en tapes uit winkels en nieuwsstanden haalden en zonden getuigenissen uit van mensen die zeiden dat ze de partij gehoorzamen en niet langer in Falun Gong geloven.
Het door de staat geleide Xinhua Nieuwsagentschap zei in een toelichting maandag dat het verbod cruciaal was om de voorhoede en puurheid” van de Communistische Partij in stand te houden. Het veroordeelde [Falun Gong…] voor het strijden met de regerende partij omdat het idealen promoot.
“In feite hebben de zogenaamde principes ‘waarheid, vriendelijkheid en verdraagzaamheid’ gepreekt door Li Hongzhi niets gemeenschappelijks met de socialistische, ethische en culturele vooruitgang die we trachten te bereiken,” vermeld de toelichting.
Het artikel noemde de crackdown een “ernstige ideologische en politieke strijd” en drong er bij partijleden op aan die Falun Gong beoefenden om een “duidelijke ideologische lijn” ertegen te trekken en “terug te keren naar de kant van de Partij.”
China staat onafhankelijke religieuze of politieke groepen niet toe uit angst dat zij de monopolie van haar macht zouden uitdagen. (uit “China Detains Government Officials,” Renee Schoof, The Associated Press, 26 july 1999)
