Verklaring uit eerste hand over wrede marteling van een Falun Gong beoefenaar

Door een Falun Gong beoefenaar in China. (Clearwisdom.net) Onderstaand is een persoonlijke verklaring van een Falun Gong beoefenaar over de vervolging die hij ondergaan heeft. Zijn gezondheid was verbeterd door het beoefenen van Falun Gong. Nadat de Chinese Communistische Partij (CCP) echter begon met het vervolgen van Falun Gong werd hij vele keren ernstig gemarteld. Politieagenten arresteerden hem in 2001 en mishandelden hem fysiek. Later werd hij gevangen gehouden in de Harbin en Daqing gevangenis, waar hij werd gemarteld tot februari 2009. Toen hij door de martelingen niet meer kon lopen, werd hij vrijgelaten en door zijn familie naar huis gedragen.

Verklaring van de vervolging uit eerste hand

Ik ben een hoogopgeleide uit Qiqigar Stad. Vroeger had ik een hoge bloeddruk, hartproblemen en ernstige reumatische artritis. Nadat ik begon met het beoefenen van Falun Gong verbeterde mijn gezondheid enorm en kreeg ik betere gedachten en een meer positieve werkhouding. Toen begon de CCP echter de massale vervolging van Falun Gong beoefenaars.

Marteling op het Beidajie politiebureau

Op 28 februari 2001 ging ik naar het dorp Gaotou om de feiten over de vervolging van Falun Gong te vertellen. Ik werd illegaal gearresteerd door agenten van het Beidajie politiebureau in het district Jianhua. Het hoofd van het politiebureau, Yu Zhiqiang, en een paar andere agenten namen me mee naar een verlaten kamer in het Jianhua Constructie Ontwikkelingsbedrijf. Er waren meerdere stapelbedden in de kamer. Vijf agenten deden mee aan de geweldpleging. Ze bonden mijn handen vast achter mijn rug en aan de bovenkant van een bed en strekten mijn voeten naar een ander stapelbed. Yu sloeg me zo hard dat mijn lichaam tussen de bedden heen en weer ging. Ik begon onmiddellijk te zweten door de enorme pijn en vervolgens verloor ik mijn bewustzijn. Ze legden me op de grond neer en gebruikten een deksel van een theepot om me hard tussen de ribben te porren, draaiend en wrijvend. Toen pakten ze elektrische stokken en schokten me in het hartgebied, borst, penis en oksels. Het was zeer pijnlijk en ik zweette. De agenten verwijderden al mijn kleren met uitzondering van mijn ondergoed en duwden me naar buiten in de ijzige sneeuw. Toen gooiden ze koud water over mij heen. In de vrieskou stond ik te trillen en werd gevoelloos. Als gevolg kon ik daarna meer dan 40 dagen mijn armen niet bewegen.

Vier lichaamdelen aan elkaar gebonden in het Qiqihar Eerste Detentie Centrum

Twee dagen later stuurden de agenten me naar het Qiqihar Eerste Detentie Centrum. Ik had veel pijn in mijn voeten, mijn armen kon ik niet bewegen en mijn ruggengraat was ernstig verwond door de marteling. Elf maanden later probeerden politieagenten mij naar de Harbin gevangenis te sturen, maar ik weigerde om een foto van mezelf te laten maken. Toen bonden de agenten mijn handen aan mijn voeten gedurende 9 dagen. De ketting werd niet verwijderd voordat ik naar de Harbin gevangenis gestuurd was.

Meer marteling in de Harbin gevangenis en de dood van Wang Dayuan

Ik werd eind januari 2002 naar de Harbin gevangenis gestuurd. Ik werd in een isoleercel geplaatst omdat ik weigerde een gevangenisbadge te dragen. Drie maanden later werd ik naar de ketelruimte van afdeling 10 gestuurd. Bewaker Li Zhilong, samen met medegevangenen Chen Lijiang en Bai Jinglong, martelden me op vele manieren. Ik mocht niet slapen en ze verplichtten me dwangarbeid te verrichten. Met instructies van Li Zhilong sloeg medegevangene Zhou Saner mij wanneer niemand in de buurt was en brak ondertussen mijn ribben. Ze verboden me om met anderen te praten of om het toilet te gebruiken. Zhou en Bai gingen door met me te slaan in het midden van de nacht en porden continu met een pen in het gebied rond mijn sleutelbeen. Deze marteling duurde zes maanden.

Ambtenaren in divisie 6 en divisie 10 intensifieerden de marteling tegen beoefenaars vanaf 4 april 2004 in een poging om beoefenaars te dwingen hun geloof op te geven. Op een nacht sloegen ze beoefenaar Wang Dayuan, die gevangen zat in divisie 6, net zolang totdat hij dood was.

Bewaker Liu Chunhai van divisie 10 gaf aan meer dan 10 medegevangen instructies om mij te martelen. Ze duwden me tegen de grond met mijn gezicht naar beneden, strekten mijn armen zover als ze konden en bogen mijn benen in tegengestelde richting zover ze konden. Ze herhaalden deze marteling vele keren. Bovendien sloegen ze met een hamer op mijn enkels en verstikten me bijna door plastic zakken met mosterdolie over mijn gezicht heen te wikkelen. Mijn neusgaten en longen brandden van de pijn. Ze martelden me gedurende drie uren. Mijn hoofd was vervormd, opgezwollen en werd blauwachtig. Ik verloor het gevoel in mijn benen en mijn beide armen werden stijf en gevoelloos.

Ambtenaren sturen beoefenaars in het geheim naar verschillende gevangenissen om de vervolging te verbergen

Om het bewijs van de vervolging te verbergen, inclusief de dood van Wang Dayuan, stuurden ambtenaren van de Harbin gevangenis op 1 juli 2004 meer dan 60 gevangen beoefenaars in het geheim naar verschillende andere locaties zoals de Murdanjiang gevangenis, de Tailai gevangenis en de Daqing gevangenis. Alle beoefenaars waren kreupel en liepen zeer moeilijk door de gevolgen van marteling.

Ik was gevangen in Sectie 5 van de Daqing gevangenis. Door de ernstige verwondingen die ik in de Harbin gevangenis had opgelopen plus het gebrek aan zonlicht, ontwikkelde ik bloedarmoede en mijn vier ledematen waren gevoelloos. Samen met andere beoefenaars verzette ik me op 28 augustus 2004 tegen de vervolging door het weigeren van het dragen van gevangeniskleding, door mijn hoofd kaal te scheren en door dagelijkse tijd in de tuin te eisen. Hierdoor sleepten het hoofd van de gevangenis Wang Yongxiang en andere bewakers ons naar het exercitieveld en sloegen ons. Als gevolg kon ik niet meer staan en had ik assistentie nodig bij het lopen. Ik werd op 28 februari 2009 vrijgelaten en mijn familie moest me naar huis dragen omdat ik niet kon lopen.

Op dit moment kan ik mezelf niet verzorgen of werken waardoor ik geen inkomen heb. Politieagenten volgen me nog steeds bij tijd en wijlen. Veel beoefenaars zitten nog steeds gevangen in verschillende gevangenissen, werkkampen en hersenspoelingcentra. We vragen mensenrechtenorganisaties om deze onschuldige mensen te helpen en de wrede vervolging van de CCP te stoppen.

Partijen die betrokken zijn bij de vervolging:

Beidajie politiebureau: 86-452-2552224
Yu Zhiqiang, voormalig hoofd van het Beidajie politiebureau
Zhao Ping, hoofd van het 610-bureau in het Jianhua district: 86-452-2551254 (kantoor), 86-452-5965262 (privé), 86-13079629533 (mobiel)
Zhang Hongm voormalig hoofd van het 610-bureau: 86-452-2551254

ONDERNEEM ACTIE

In Focus

Voor meer informatie neem contact op met
het Falun Dafa Informatiecentrum

+31 (0)6-46767319 (Peter Houben)
of via het contact formular