Mijn naam is Jin Chengshan en ik ben 50 jaar. Vroeger werkte ik bij de politie in de regio Hulan. In 1996 geraakte ik verlamd aan beide benen ten gevolge van een verkeersongeval. Hierdoor gaf ik mijn werk op en bleef thuis. Ik ging op zoek naar een middel tegen de knagende pijn ten gevolge van mijn doorligwonden. Nadat bleek dat geen enkel van de grote ziekenhuizen uit het land me met de moderne geneeskunde konden helpen, begon ik met het beoefenen van Falun Gong. Niet lang nadat ik beoefenaar werd, genazen mijn doorligwonden op miraculeuze wijze en mijn fysieke conditie ging er in vele aspecten op vooruit. Mijn vrouw Jiao Xiaohua begon ook met het beoefenen van Falun Gong en ons huwelijk kreeg hierdoor terug een kans. Ondanks mijn verlamming was er harmonie en geluk in ons gezin en dat hadden we vooral te danken aan Falun Gong. Als beoefenaar voelde ik, uit de grond van mijn hart, de betekenis en de verbondenheid van de grote wet van het universum "Waarheid, Mededogen, Tolerantie" met elk leven.
Uit jaloezie en haat ten aanzien van het grote aantal beoefenaars begon Jiang Zemin en de slechte Chinese Communistische Partij (CCP) met de vervolging van Falun Gong. Hulpcommissaris Jiang Jimin van het politiedistrict Hulan, veiligheidschef Chen Zhaolin, Chang Jianghai (gestorven door retributie) en enkele anderen, namen actief deel aan de vervolging. Ze arresteerden meer dan 200 beoefenaars en stuurden ze naar de gevangenis en naar werkkampen. Door hun toedoen kwamen 4 beoefenaars Ren Pengwu, Zhang Xuewen, Sun Yuhua en Yu Huaicai om het leven en meer dan 100 gelukkige gezinnen werden uit elkaar getrokken en verscheurd omdat ze geloofden in Waarheid-Mededogen-Tolerantie en omdat ze wilden leven als goede mensen. Tientallen beoefenaars en hun familie werden uit hun huis gezet en belandden in de armoede. Ze verloren hun job en hun familie terwijl de verantwoordelijke politieagenten misbruik maakten van de vervolgingen om zichzelf te verrijken.
Toen ik zag wat ze deden, deed het me veel pijn. Jiang Jimin, Chen Zhaolin, Chang Jianghai en enkele anderen waren vroeger collega's van me geweest. Met goede bedoelingen schreef ik hen brieven, ik belde ze en ging met hen praten. Ik probeerde hen de waarheid uit te leggen en gaf hen de goede raad om niet langer in te gaan op de orders van Jiang Zemin en zijn bende om Falun Gong te vervolgen. Ik zei hen niet langer het slechte pad van de CCP te volgen en niet langer anderen alsook zichzelf te kwetsen. Maar in plaats van te stoppen met hun slechte daden zorgden Jiang Jimin en Chen Zhaolin ervoor dat jarenlang mijn telefoonlijn werd afgeluisterd en ze volgden elke beweging die mijn familie maakte.
Op 10 maart 2005 in de namiddag, aangevoerd door Jiang Jimin en Chen Zhaolin, stormden meer dan 20 agenten ons huis binnen met behulp van een lopersleutel. Vier jonge politieagenten deden me handboeien om en dwongen me op een stoel te zitten. Het werd me bijna fataal. Mijn vrouw Jiao Xiaohua werd in de badkamer tegen de vloer gedrukt en ook zij kreeg handboeien om. Daarna begonnen de anderen het huis leeg te roven. Ze haalden alle kasten leeg en namen voor meer dan 50,000 yuan aan persoonlijke bezittingen mee. Nadien stuurden ze 20 agenten erop uit om ons vier dagen lang voortdurend in de gaten te houden.
Met de hulp van mijn vrouw ging ik naar de hoofdcommissaris van de politie en vroeg onze goederen terug. Hierdoor kwamen de wandaden van Jiang Jimin, Chen Zhaolin en de anderen aan het licht en dat zorgde voor een enorme rel binnen het korps. Het werd duidelijk dat ze misbruik maakten van de vervolging om zichzelf te verrijken met persoonlijke bezittingen van anderen.
Uit wraak kwamen Jiang Jimin, Chen Zhaolin en de anderen naar ons huis om zogezegd ons geld terug te brengen. Toen ik de deur open deed werd ik echter onmiddellijk in de boeien geslagen en gearresteerd. Dan werd ik overgebracht naar gevangeniscentrum nr. 4 van de stad Harbin (deed ook dienst als politieziekenhuis). Ook mijn vrouw werd gearresteerd en zij werd overgebracht naar gevangeniscentrum nr. 2.
Doordat ik zwaar gehandicapt ben en niet voor mezelf kan zorgen werd ik in eerste instantie door centrum nr. 4 geweigerd aangezien de gevangeniswetgeving dit niet toelaat. De agenten van het politiedistrict Hulan gingen daarom praten met de stadspolitie en die dwongen centrum nr. 4 om me toch te plaatsen. Omdat er geen verplegend personeel was, werd mijn bedpan negen dagen lang niet ververst en ik had hevige pijnen. De doorligwonden op mijn heupen, bekken en rug werden bloederig en begonnen te etteren en te zweren. Het stonk verschrikkelijk.
Onder bevel van het Hulan politiedistrict werd ik veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. Mijn vrouw Jiao Xiaohua werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. Negen dagen later werd ik overgebracht naar de gevangenis van Hulan om mijn straf uit te zitten.
Door de vochtige ruimtes van de gevangenisafdeling en omdat de gevangenisverpleegster te laat reageerde, werden de doorligwonden nog erger. Ik had vijf diepe doorligwonden en kon er niet meer van slapen. Ik kon enkel nog op mijn buik liggen en lag 24 uur per dag in die houding. Dan werd ik overgebracht naar het gevangenisziekenhuis van Hulan. Daar bleef ik negen maanden lang liggen op mijn buik en had vreselijke pijnen.
Hoe kan iemand met een ernstige handicap die onmogelijk voor zichzelf kan zorgen, niet kan lopen door verlamming in de benen en die zelfs hulp nodig heeft om te kunnen urineren, overleven in een CCP-gevangenis?
Ik zit nog steeds in de gevangenis en probeer elke dag te overleven ondanks de hevige pijnen.
2 Maart 2008, Gevangenisziekenhuis Hulan
door jin Chengchan, een Falun Gong beoefenaar uit Harbin City
Bron: http://www.clearwisdom.net/emh/articles/2008/3/31/95932.html