(Epoch Times, Stephanie Lam). Tiananmen plein, het strenge hart van Beijing, biedt de bezoekers over de hele wereld een blik onder de rode sluier van China ‘s regime. Voor de man Ma Kit, Chinees van oorsprong, symboliseert het regime zorgen en verdeeldheid. Na een periode van 10 jaar na de slachting op het Tiananmen plein, stapte dhr. Ma naar het plein met rechtschapen openheid – hij was er zeker van dat hij verschil konmaken. Hij riep uit wat verboden is in China: “Falun Dafa Hao”
[foto] VERTEL HET AAN DE WERELD: Ma Kit (L) en zijn dochter, Ma Jia Yi, (R) namen deel aan een Falun Gong parade in New York, in juni 2009.
Het betekent “Falun Dafa is goed” en de politie wist maar al te goed wat deze woorden betekenden. Het was voor hun het startsein om tot actie over te gaan. Een bevel om Falun Gong “te vernietigen”, was gebrandmerkt in hun training. Dit bevel kwam in 1999 van het toenmalig hoofd van het regime, Jiang Zemin.
“Twee politieagenten draaiden mijn arm tot achter mijn rug en duwden vervolgens mijn arm met kracht naar boven en tegelijk mijn hoofd naar beneden,” aldus dhr. Ma. “Verschillende politieagenten sleepten me in een hoek, terwijl een andere van hen mij gewelddadige trappen toediende."
Dhr. Ma begon in 1996 Falun Gong te beoefenen, een Chinese cultivatiemethode, gebaseerd op de principes van waarachtigheid, mededogen en verdraagzaamheid. Hij stopte met roken en drinken en had een gevoel van innerlijke vrede die hij nooit eerder gevoeld had. Zijn vrouw begon eveneens te beoefenen vanaf 2004.
Ma is geboren in het Chinese vasteland, maar was een burger van Hong Kong. Ma leefde met zijn vrouw en zijn dochter in Beijing, waar hij in zijn eigen zaak werkte en medische uitrusting verkocht. Zijn vrouw en dochter waren burgers van China. Ieder van hen had een visum nodig om elkaar thuis te kunnen bezoeken.
Dhr. Ma had zijn paspoort niet bij hem op de dag dat hij naar Tiananmen ging om in beroep te gaan tegen de vervolging. Toen hij naar het politiebureau gebracht werd, zag hij dat het gevuld was met Falun Gong beoefenaars uit het hele land. Ze waren allemaal gekomen om op te komen voor Falun Gong. Er waren zelfs kinderen, zwangere vrouwen en bejaarden bij.
De politie bracht dhr. Ma naar huis om zijn paspoort op te halen.
“Op dat moment was mijn dochter nog geen jaar oud,” zei dhr. Ma. “Het zien van een groep woeste politiemannen maakte haar zo bang dat ze huilde. Mijn hart brak.”
Hij werd de hele nacht ondervraagd, werd beschuldigd van de wetten van China overtreden te hebben, en hij werd de volgende dag naar Hong Kong overgebracht. Maar binnen 24 uur was hij opnieuw de grens naar China over, vastbesloten om bij zijn familie te kunnen zijn.
Terwijl de media, die door de staat worden beheerst, Falun Gong maandenlang belasterden, en vele van zijn vrienden gearresteerd en vervolgd werden, wist dhr. Ma dat hij op moest komen voor gerechtigheid.
Op 1 oktober 2000 ging hij opnieuw naar het Tiananmen plein, maar deze keer had hij een spandoek mee waarop stond “Falun Dafa Hao.” Toen hij dat ontrolde en omhoog hield, werd hij gearresteerd binnen twee minuten.
Diezelfde nacht werd hij vastgehouden in de districtgevangenis van Xicheng in Beijing, waar de politie zowel hem als andere Falun Gong beoefenaars ontdeed van hun kledij en hen dwong om steeds op dezelfde plaats te staan. De politie nam zijn toegangspas af waar hij terug mee naar huis kon. De toegangspas is een identificatiekaart voor inwoners van Hong Kong om het vaste land van China binnen te mogen. De politie deporteerde hem terug.
Terug in Hong Kong en gescheiden van zijn familie, vroeg dhr. Ma een vervangingspas aan, maar men vertelde hem dat het verboden voor hem was om China binnen te gaan voor een termijn van 5 jaar. Hij werd officieel op de zwarte lijst gezet. Zijn zaak moest sluiten en het bedrijf legde hem een dwangsom op van meer dan 300 000 yuan (ongeveer 44 000 Amerikaanse dollars).
Ondertussen deed zijn vrouw haar best om voor hun kind te zorgen terwijl ze onder druk stond en bedreigingen kreeg van de politie en van de leidinggevende van haar werk. Haar vaste nummer en haar GSM werden afgeluisterd. Uit angst, nam ze geen contact op met haar ouders, familieleden en vrienden.
Haar mentale gezondheidstoestand ging achteruit en dhr. Ma zei dat zijn vrouw verschillende malen zelfmoord probeerde te plegen. Uiteindelijk moest ze haar werk stopzetten.
Zijn dochter, Ma Jia Yi, vroeg steeds aan haar moeder, “Wanneer komt papa terug? Ik wil bij papa zijn.”
Het kind werd geleidelijk meer introvert en timide. Ze stopte met andere kinderen om te gaan en ze had nachtmerries.
“Ik miste mijn vrouw, mijn dochter en mijn bejaarde moeder,” zei dhr. Ma. “Hoe hard wenste ik om bij mijn vrouw te zijn, om een gewoon leven te hebben en van de vreugde te genieten die een normale familie heeft.”
Na 2003 deed zijn familie drie keer een aanvraag om burgers van Hong Kong te mogen worden. Ze voldeden allemaal aan de vereisten, maar hun aanvragen werden telkens geweigerd.
Na meer dan vijf jaren in afzondering geleefd te hebben, ging dhr. Ma China opnieuw binnen in 2006. Eind 2007 duurde een nieuwe baan, waar hij pas gestart was, slechts 2 dagen – toen de verantwoordelijke vernam dat hij op de zwarte lijst stond van het 610 bureau, ontsloeg hij dhr. Ma. Het 610 bureau was opgezet in 1999 met als doel om Falun Gong te vervolgen.
Niet ontmoedigd daardoor, kocht dhr. Ma een ander bedrijf. Zes maanden later, viel de politie zijn huis binnen via de voordeurdeur en beroofde zijn kantoor. Het werd tijd om te vertrekken.
Zijn vrouw verkreeg een visum naar de Verenigde Staten in mei 2008 en verliet China. Dhr. Ma volgde haar voorbeeld in januari 2009 op het moment dat hun dochter ook een visum ontving.
Nu ze samen zijn en vrijheid ervaren in Flushing, New York, is de familie hun leven opnieuw aan het opbouwen, maar ze zijn nog steeds angstig als ze sirenes horen of voetstappen van mensen die hun huis naderen.
Dhr. Ma beoefent Falun Gong ijverig. Hij helpt ook andere Chinezen die in China zijn, om de vervolging te begrijpen en hun lidmaatschap van de Communistische Partij stop te zetten.