Beoefenaars ondergaan onmenselijke slavernij en martelingen in het dwangarbeidskamp Shuangkou in Tianjin

04-05-2013 Ooggetuigen

(Minghui.org) Het dwangarbeidskamp Shuangkou, gelegen in het district Beichen van Tianjin, is een locatie waar veel mannelijke Falun Gong beoefenaars gevangen zitten en mishandeld worden. Er zijn 5 groepen in het arbeidskamp en elke groep moet een ander product maken onder dwangarbeid. Als Falun Gong beoefenaar zat ik vast in groep nr. 3 gedurende drie jaren, en ik werd gemarteld en gedwongen om slavenarbeid te verrichten.

Gedwongen om slavenarbeid te doen met ongenezen gebroken ribben

Groep nr. 3 produceerde houten bloemen, ballonnen en elektrische spoelen. Het merendeel van deze producten werd geëxporteerd naar Zuid Korea. Er werden vele taken toegewezen aan groep nr. 3 en zelfs tijdens de maandelijkse familie bezoekdag, moesten met vertraging opgelopen taken afgehandeld worden door over te werken. Elke dag moesten we overwerken. De bewakers van groep nr. 3 maakten enorme winsten op ons.

Iedere beoefenaar werd gadegeslagen door twee gevangenen. Omdat ik weigerde om verklaringen te schrijven die Falun Gong belasterden, werd ik in de tweede nacht weggevoerd. Hoofdkapitein Tong Xiuhe gaf het bevel aan kapitein Shi Guang en gevangene Fan Shigang om me mee te nemen naar de bibliotheek. Daar werd ik gedwongen om meer dan 90 graden voorover te buigen, waarbij mijn hoofd de muur moest raken. Fan Shigang gaf knietjes tegen mijn dijen  tot ik niet meer kon staan. Vervolgens werd er met houten knuppels op mijn gebogen rug geslagen tot mijn ribben gebroken waren. Er werd me nadien geen medische verzorging gegeven. Ik werd gevangen gezet in een opslagplaats voor lakens en dergelijke, en werd gadegeslagen door een gevangene. Voordat ik was hersteld, moest ik weer aan het werk.

Werkplaats voor het samenbinden van bloemen

De ateliers waar bloemen samengebonden werden, stonden altijd vol met tafels. Iedere tafel had een elektrische verwarming om sticks met kleefmiddel tot vloeistof te laten smelten, hetgeen een giftig gas vrij maakte. De werkplaats werd slecht geventileerd en de gevangenen of beter gezegd “slaven” werden omringd door de dikke giftige rook. Elke dag moesten we onze maaltijden eten in de werkplaatsen en onmiddellijk na het eten het werk hervatten. Er waren geen pauzes voor weekends of feestdagen. Na uren en uren gewerkt te hebben, werden we gedwongen materialen naar onze cellen mee te nemen om daar het werk voort te zetten.

Kapitein Shi Guang martelde beoefenaars ook op andere manieren. Na lang te hebben overgewerkt, moesten we doeken vouwen. Deze moesten volgens een perfect vierkant opgevouwen worden, anders mochten we niet gaan slapen. Deze doeken mochten niet gebruikt worden door gevangenen, maar waren voor uiterlijk vertoon als de bazen op inspectie kwamen. De doeken die werkelijk gebruikt werden door de gevangenen, lagen in een opslagplaats die donker en vochtig was. Er waren zo veel bacterien dat vele mensen ziek werden. Aangezien wij als beoefenaars de Fa niet konden bestuderen of de oefeningen doen, kregen velen van ons psoriasis op onze handen, voeten en benen. We hadden verschrikkelijke jeuk en werden bedekt met stinkende etter en bloed. Jammer genoeg verminderde het vereiste te produceren limietsaantal niet. Elke dag moesten we goedkeuring krijgen van de gevangenen die ons controleerden om naar het toilet te gaan of iets te mogen gaan drinken. Soms kregen we geen goedkeuring, ook niet wanneer we het keer op keer vroegen.

Ballonnen werkplaats

Uiteindelijk werd ik naar een werkplaats gebracht om ballonnen te maken. Het dwangarbeidskamp had een contract met een bedrijf in het district Wuqing en een bedrijf uit Zuid Korea. Er waren dozen met ballonnen in de werkplaats en een onmogelijke hoeveelheid aan werk dat gedaan moest worden. De ballonnen zaten vol met een soort talkpoeder. Als we de ballonnen vastmaakten, spoot het poeder de lucht in. Vele mensen werkten in die kamer en deden dergelijk werk, hetgeen ervoor zorgde dat de lucht verzadigd raakte met dit poeder. Als men daar lang werkte, kreeg men last van een droge of een bloederige neus. Poeder kwam ook uit de longen als men hoestte en de longen deden erg pijn tijdens het ademen. Men kan zich alleen maar inbeelden hoeveel schade dit teweeg bracht aan het menselijk lichaam.

Onafgewerkt werk moest telkens meegenomen worden naar de cellen om daar afgemaakt te worden. Aangezien we verschillende duizenden ballonnen per dag moesten vastbinden, begonnen onze vingers te bloeden en vielen onze vingernagels uit. Het erg langdurige en intensieve werk, samen met het feit dat we gehurkt moesten zitten om dit werk te doen, maakten onze benen moe en gevoelloos.

Beoefenaar dhr. Li Wenqi had moeite met lopen vanwege de dwangarbeid. Bewaker Wang Zheng koos twee gevangenen uit om hem vast te houden tijdens het lopen. Na een tijd, toen het nog moeilijker werd voor dhr. Li om te lopen, werden twee gevangenen aangesteld om hem rond te dragen. Men bedreigde hem met de behandeling “electric therapy” hetgeen betekende dat men hem elektrische schokken toe gingen dienen met elektrische hoogspanningsstokken.

Op een ochtend toen we aan de slag gingen, zag ik dhr. Li Wenqi op een plank liggen voor een grote vergaderzaal. Er waren grote donkere paarse uitstulpingen zichtbaar over zijn hele lichaam. Hij zei dat Wang Zheng hem elektrische schokken had toegediend. Hij leek in verschrikkellijke pijn te verkeren. Ik was ervan overtuigd dat deze bewaker volledig zijn menselijkheid verloren had. Dhr. Li werd toegedekt met een laken maar niemand zorgde voor hem. Toen hij uit bed viel, liet men hem op de vloer slapen, hetgeen als een bonus werd gezien. Het dwangarbeidskamp bracht zijn familie pas op de hoogte, toen dhr. Li stervende was. De bewakers bedreigden de familie om niet te protesteren of het incident kenbaar te maken.

Werkplaats waar elektrische spoelen gemaakt worden

Elektronische spoelen werden gemaakt volgens een contract met een bedrijf uit het district Wuqing en een bedrijf uit Zuid Korea. De werkplaats bestond uit productielijnen waarbij elke arbeider een handgedreven machine ter beschikking had. Dit was erg intensief werk, met shifts die langer duurden dan tien uren per dag.

Onze handen werden altijd bloederig bij het trekken aan de koperen kabels. Het was extreem pijnlijk werk en de werkplaats was erg koud in de winter. We probeerden warm te blijven door sneller aan de machine te draaien. In de zomer was de ventilatie in de werkplaatsen erg slecht en het was er extreem heet en vochtig. Hetgeen beoefenaars te verduren kregen, ging voorbij aan wat “wreedaardig” of “extreem wreedaardig” genoemd kan worden.

Dit is alleen wat ikzelf heb moeten ondergaan en heb gezien tijdens deze drie jaren. Deze onmenselijke daden van vervolging vulden iedere hoek van het dwangarbeidkamp. Als Chinezen, Koreanen of mensen uit andere landen de mooie houten bloemen, ballonnen, of fragiele producten door slavenarbeid gemaakt, prijzen, zouden ze enig idee hebben van het bloed en de tranen die gevloeid zijn bij Falun Gong beoefenaars en andere gevangenen in dwangarbeidskampen om die producten allemaal te maken?

Bron http://en.minghui.org/html/articles/2013/3/31/138686.html

ONDERNEEM ACTIE

In Focus

Voor meer informatie neem contact op met
het Falun Dafa Informatiecentrum

+31 (0)6-46767319 (Peter Houben)
of via het contact formular