Mijn persoonlijke ervaring van menselijke wreedheid en de dood van mijn dierbare familieleden

26-10-2014 Ooggetuigen

(Minghui.org) Mijn naam is Li Yushu. Ik ben een beoefenaar van Falun Gong uit Daxing’anling, provincie Heilingjiang. Ik ben 65 jaar oud. Na 15 jaar vervolgd geweest te zijn in de handen van de Chinese Communistische Partij (CCP), ben ik veranderd van een gezond persoon in een fragiele oude vrouw overmand door gezondheidsproblemen.

Ik verloor de controle over de rechterkant van mijn lichaam, en mijn hele lichaam is gezwollen en gevoelloos. Heel veel huid is afgebladerd vanwege de mishandeling die ik onderging en mijn linker grote teen is bedekt met zwarte vlekken. Mijn familieleden en vrienden zijn ervan overtuigd dat ik schadelijke drugs toegediend kreeg in de laatste ronde van dwangvoeding die ik moest ondergaan op de dag dat ik vrijgelaten werd.
De CCP vervolgde ook mijn familieleden. Mijn man en een van mijn broers overleden vanwege de  blijvende dreigingen, afpersing en extreme angsten.

Leugens en vervalste opnames

Ik werd in 2002 veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf en op dat moment begonnen ook de dagelijkse dreigementen aan het adres van mijn familie. Ze ondergingen enorme mentale kwelling en druk, voornamelijk mijn broer Li Shuyan (een afdelingsambtenaar van het Algemene Kantoor voor Bosbouw in Heilongjiang provincie)

In 2004 ging ik in hongerstaking om te protesteren tegen de gewelddadige vervolging in de Heilongjiang vrouwengevangenis (ook bekend als de Harbin vrouwengevangenis). Vanwege mijn protestactie moest ik nog meer wrede mishandelingen ondergaan en mijn gezondheid ging verder achteruit.

Om hun verantwoordelijkheid te ontvluchten, maakte de gevangenis vervalste materialen over mij. Xiao Lin, afdelingshoofd van het 610 Bureau, maakte persoonlijk valse beelden waarbij het hoofd van de Vijfde Divisie met mij praat en waarbij medegevangenen mij eten geven. Ze vervalsten ook opnames en probeerden mijn familie om de tuin te leiden om hun handtekening te bemachtigen waarmee ze mij nog meer konden vervolgen met de zogenaamde “goedkeuring” van mijn familieleden.

Mijn broer sterft

In maart 2005 bracht de gevangenis mijn broer op de hoogte dat ik stervende was en vroeg hem zich onmiddellijk naar de gevangenis te begeven. Mijn broer was gealarmeerd bij het horen van dit nieuws. Zijn zoon vergezelde hem naar de gevangenis. Toen ze beiden aankwamen, begonnen de bewakers onmiddellijk met dreigementen. “Jij moet tegen Li Yushu zeggen dat ze moet eten” zeiden ze. “Of anders ga jij een document tekenen waarin staat dat haar dood niks met ons heeft te maken”.

Het was tijdens de 40 dagen in eenzame opsluiting dat ik het meest gewelddadig behandeld werd. Ik was erg verzwakt en toen mijn broer me zag kon hij zijn tranen niet bedwingen. De gevangenisbewakers probeerden hem een ander document te laten tekenen waarin hij akkoord zou gaan dat ik niet mishandeld werd.

De gevangenis ging verder met mijn familie te vervolgen op financieel, fysiek en mental vlak. Ze gingen vaak naar mijn broer voor geld onder het mom dat het voor mijn medicatie was. Ze lieten niet toe dat mijn broer mij bezocht. Al deze dingen eisten een grote tol op zijn gezondheid en hij overleed eind 2005. Mijn familieleden vertelden mij niet over zijn dood tot op de dag dat ik vrijgelaten werd en naar huis mocht gaan.

Het beroep van mijn man genegeerd.

Nadat mijn broer weigerde om hun documenten te ondertekenen, ging de gevangenis verder mijn man lastig te vallen. Ze gebruikten dezelfde gemene tacktieken om mijn man naar de gevangenis te laten komen onder het mom dat ik stervende was. Mijn man spoedde zich naar de gevangenis toen hij dit nieuws vernam.

Hij kon niet begrijpen waarom ik zo wreed werd behandeld. Ik vertelde hem dat het volgen van Falun Gong’s waarden zoals Waarachtigheid-Mededogen-Verdraagzaamheid het meest belangrijke is en dat iedereen die mensen die zulke principes volgen slecht behandelt, alleen maar kwaadaardig kan zijn. Mijn man begreep dit, dus hij weigerde ook om deze documenten te ondertekenen.

Nadat hij naar huis terug keerde, ging hij in beroep bij het lokale procuratoraat tegen de onwettige straf die ik gekregen had. Hij ging alsmaar door om gehoor te krijgen voor zijn beroep, maar hij kreeg jaren geen gehoor. Mijn man was erg teleurgesteld en toen hij me bezocht in 2005 en hij begon te vertellen over zijn beroep, brak een bewaker ons gesprek af en sleurde mij weg.

In 2006 zag ik mijn man terug. Tegen die tijd waren zijn haren grijs geworden en had hij al zijn tanden verloren. Hij zei tegen mij: “het is allemaal omdat ik me zoveel zorgen maak om jou.”

Familiebezoeken geweigerd

Mijn man reisde een lange afstand van Shandong naar de gevangenis om mij elk jaar te bezoeken. Maar vele keren weigerde de gevangenis hem de toegang om mij te zien. Ze gebruikten alle soorten excuses. Ook al werd hij steeds weggestuurd, hij probeerde mij keer op keer te bezoeken.

Mijn familie wist helemaal niets over mij en maakten zich zorgen dat ik al overleden kon zijn. Ze schreven mij vele brieven, maar ik ontving er nooit een van. Op hun beurt hoorden zij natuurlijk ook niets van mij terug.
Eenmaal hoorde ik dat er een brief voor mij van thuis was aangekomen, dus ging ik naar de afdelingsleider Zhao Xiaofan. “Ja dat klopt, er is een brief voor jou” zei hij. “Maar er zit niets in de envelop”.
Mijn man werd ziek vanwege de extreme stress en angsten.

Op een dag in 2013, vertelde het hoofd van de gevangenis aan mij dat hij familiebezoek geregeld kon krijgen, dus vertelde ik hem het telefoonnummer van mijn nicht. Zij kwam en ik was erg verheugd. Maar toen de bewakers merkten dat mijn hoofd zat met builen en blauwe plekken van de slagen, vonden ze een excuus en stuurden ze mijn nicht terug naar huis zonder mij gezien te hebben. Mijn man zat zorgelijk op nieuws over mij te wachten, maar werd opnieuw teleurgesteld.

Het duurde erg lang voordat de littekens op mijn gezicht genazen. Toen deze uiteindelijk genezen waren, vroeg ik opnieuw een familiebezoek aan, maar mijn man was op dat moment al veel te ziek om de reis te maken en om langs te komen. Mijn bijna 80-jarige zus kwam samen met mijn nicht langs, maar de bewakers maakten het opnieuw moeilijk voor hen door hun identiteitskaarten en certificaten te vragen om na te gaan of ze geen Falun Gong beoefenaars waren.

Mijn nicht antwoordde hen, “jullie vroegen aan ons om langs te komen en er werd nooit over een certificatiebrief gesproken” zei ze. “We hebben zo’n lange weg afgereisd om naar hier te komen, dus laat ons haar zien zodat we weten dat ze nog steeds hier is. De rest van de familie verwacht nieuws.” Echter, de bewakers weigerden nog steeds familiebezoek en mijn familieleden hadden opnieuw een lange afstand voor niets gereisd.

Mijn man sterft

Al die tijd wachtte mijn man angstig op enig nieuws over mij, maar de gevangenisbewakers weigerden steevast elke kans voor hem om mij nog te zien voor hij stierf. Hij overleed enkele dagen nadat mijn schoonzus en mijn nicht geprobeerd hadden mij te bezoeken. Hij was 63 jaar oud.

Ik overleefde 12 jaren van wreedaardige vervolging en slaagde er uiteindelijk in om er levend uit te komen. Vele andere Falun Gong beoefenaars en hun familieleden zijn daar niet in geslaagd.

Er zijn nog altijd vele Falun Gong beoefenaars die vastgehouden worden in detentiecentra, hersenspoelcentra en gevangenissen die de meest brutale vormen van vervolging ondergaan. De wereld mag niet toelaten dat mensen zo behandeld worden.

Bron http://en.minghui.org/html/articles/2014/9/23/3399.html

ONDERNEEM ACTIE

In Focus

Voor meer informatie neem contact op met
het Falun Dafa Informatiecentrum

+31 (0)6-46767319 (Peter Houben)
of via het contact formular