Mevrouw Wang Li heeft vervolging ondergaan sinds het begin van de vervolging in 1999. Ze pleitte voor de vrijheid van Falun Gong en werd gearresteerd en in diverse kampen opgesloten, waar ze dwangarbeid moest verrichten. Haar echtgenoot werd gedwongen van haar te scheiden en ze onderging verschillende vormen van foltering. Uiteindelijk wist ze via Thailand naar Nederland te vluchten.
1999 Start van de vervolging
Vanaf dag 1 heeft mevrouw Li geprobeerd de vervolging te stoppen. Op 21 juli 1999 werd ik hardhandig weggeschopt en geslagen door de lokale politie, nadat ik bij het provinciehuis de overheid wou oproepen de vervolging van Falun Gong te stoppen.
2000 16 december 1e arrestatie en heropvoedingskamp
Ik loop in een val. We worden naar het huis van een beoefenaar gevraagd onder het mom van een ervaring uitwisselings conferentie voor Falun Gong. We worden daar met meer dan 80 beoefenaars tegelijk opgepakt en afgevoerd naar het WuJiaPu heropvoedingskamp.
Ik word in een aparte ruimte bij een groep “speciale” gevangenen geplaatst. Deze gevangenen moesten nieuwe Falun Gong beoefenaars "transformeren"; met zijn 10'en slaan ze me volledig in elkaar. Ik kon mijn ogen niet meer openen. De dagen daarna word ik stelselmatig gemarteld. De klappen kon ik nog wel verdragen, maar de martelmethode "Het vliegtuig*” kon ik niet aan. Na dagen van martelen raakten mijn nieren beschadigd en bloed ik bij het urineren. Als ik buiten bewustzijn viel, raapten ze me op en sloegen me opnieuw in elkaar.
Ik moest wel mijn geloof opgeven of het werd mijn ondergang. Tegen mijn ziel en geweten in gaf ik ze de indruk dat ik Falun Gong op had gegeven. Na mijn zogenaamde "transformatie" mocht ik mijn familie pas zien toen mijn verwondingen geheeld waren. Na mijn "transformatie" kwamen er ook weer nieuwe beoefenaars in onze kamer. Elke dag zag ik hoe ze gemarteld werden. Uiteindelijk kreeg mijn familie me vrij op 30 december.
2001 2e Arrestatie, Kamp en vlucht.
20 januari word ik opnieuw gearresteerd, omdat ik spandoeken had gemaakt met de tekst "Falun Gong is goed". Ik word weer in het heropvoedingskamp geplaatst. Ik zie hoe de rug van een medebeoefenaar wordt gebroken, tijdens een marteling. De man raakt verlamd. De politie verteld zijn familie dat hij zelf gevallen is. Ik word vrijgelaten op 14 juni.
Eind 2001 help ik een beoefenaar aan een woonruimte, maar ze wordt gevolgd door de politie. Vier beoefenaars worden daardoor gearresteerd. Eén van hen, mijn oude buurman sterft aan de gevolgen van marteling. Met dit nieuws durf ik niet langer thuis te blijven, ik vertel mijn man dat ik nog steeds Falun Gong beoefen en ik wel moet vluchten.
2002 Gedwongen scheiding, 3e arrestatie en veroordeling zonder proces.
Mijn man wordt gedwongen om van me te scheiden. Mijn dochter belt me dat ze me mist, ik besluit naar huis te komen. Daar word ik door agenten in burger gearresteerd... Mijn buurvrouw vertelde me later dat ze al sinds maart in de buurt naar me zochten. Bij de arrestatie snijden de boeien wonden in mijn polsen. Ik word gemarteld op het “Public Security Bureau” met methoden die vreselijk pijn doen maar geen uiterlijke kenmerken achterlaten, alleen inwendig.
Ik word geplaatst in een primitieve gevangenis in KanShouSuo. Rot voedsel, geen plek om te slapen, alleen koud water. Als het water de grond raakt bevriest het onmiddellijk. Het was een zware tijd. Op kerstavond word ik zonder proces veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf.
2003 Dwangarbeid in de gevangenis
Ik word verplaatst naar de Liaoning Provinciale vrouwengevangenis. Hier moest ik 14 tot 17 uur per dag dwangarbied doen. 15 minuten pauze voor een maaltijd. Ik heb hier 8 maanden lang elke dag kleren moeten maken.
2004 Nieuwe druk
Orders vanuit de hoge rangen van de CCP veroorzaken een nieuwe golf om Falun Gong beoefenaars te transformeren. De politie maakt teams van 8 gevangenen per Falun Gong beoefenaar, die de opdracht krijgen om haar en andere beoefenaars te transformeren. Dit waren echte gevangenen, dieven, moordenaars, drugsdealers....
2005 Vrijlating en het leven daarna.
24 september werd ik vrijgelaten. Vanaf mijn vrijlating werd ik een jaarlang door de politie in de gaten gehouden, honderden agenten waren hiermee gemoeid. Ik heb een goed geheugen, dus ik kan ze allemaal herkennen. Ik leefde onder enorme mentale druk. Na een jaar onder deze omstandigheden, vind ik een manier om te communiceren met beoefenaars uit Thailand. Ik probeer een visum te krijgen voor Thailand, maar dit wordt afgewezen. Bij de aanvraag kan ik snel een blik op het scherm werpen en zie dat ik geblokkeerd ben en nergens naar toe mag.
2006 Vlucht naar Thailand
Het lukt me eindelijk om naar Thailand te vluchten. Ik vertel niet hoe, om de wegen voor andere vluchtelingen open te laten. Ik meld me in Bangkok bij de UNHCR aan als vluchteling.
2007 Vluchtelingstatus geaccepteerd
Ik krijg het vluchtelingen certificaat van de UNHCR. Mijn tijd in Thailand gebruikte ik voornamelijk om Chinese toeristen mijn ervaringen te vertellen. Zelfs in Thailand werd ik nog gevolgd door spionnen van de Chinese ambassade.
2008 4e arrestatie in Thailand
Ik word samen met 20 anderen gearresteerd op een toeristische plek, mensen met een Thais paspoort worden weer vrijgelaten, maar de Falun Gong vluchtelingen worden vastgehouden. De reden die opgegeven wordt is het illegaal verspreiden van materiaal, iets wat niet verboden is volgens de Thaise wetgeving. Zelfs in Thailand lukt het de Chinese ambassade om de Falun Gong monddood te maken.
Na 3 maanden in de Thaise gevangenis ben ik dankzij de inzet van UNHCR (Office of the UN High Commissioner for Refugees) en de Nederlandse regering nu in Nederland. Ik ben de Nederlandse regering en de Nederlandse ambassade in Thailand zeer dankbaar en heb o.a. de mensenrechtenambassadeur Arjan Hamburger in een persoonlijk gesprek kunnen bedanken.