Li Zhu Qiang over de vervolging die hij onderging in ChinaEen samenvatting van zijn verhaal

09-12-2010 Ooggetuigen

Li Zhu Qiang werd vanwege zijn beoefening van Falun Gong gearresteerd in China en onderging ernstige foltering in dwangarbeidskampen, waaronder weerhouden van slaap, schokken met elektrische stokken, en slagen. Hij ontsnapte naar Hong Kong en via daar naar Thailand en kon met behulp van de UNHCR, en de Nederlandse ambassade in Thailand uiteindelijk naar Nederland komen.

Voor de vervolging

In Augstus 1998 ben ik begonnen met het beoefenen van Falun Gong. Sinds dat ik Falun Gong beoefen is mijn gezondheid verbeterd, en is mijn karakter door het volgen van de principes Waarachtigheid, Mededogen en Verdraagzaamheid steeds beter geworden.

1999 Start van de vervolging, indienen van klacht bij de overheid

Op 23 juli 1999, ben ik naar het klachtenbureau van de overheid gegaan om de overheid op te roepen de vervolging van Falun Gong te stoppen. Onderweg naar het klachtenbureau werd ik aangehouden door de politie, dit nadat zij uitgevonden hadden dat ik Falun Gong beoefen en een klacht bij de overheid wilde indienen. Ik werd gedurende meer dan een uur door de agenten in elkaar geslagen, gekidnapped en afgevoerd naar de Nankai Fenju strafinrichting in Tianjin. Hier werd ik gedurende 10 dagen fysiek en mentaal mishandeld. Ook werd op 23 juli mijn huis door de politie overhoop gehaald. Dit was een enorme dreun voor mijn geestelijke en fysieke gesteldheid. Het was vervolging van mijn geloofsvrijheid.

1999 2e Arrestatie, Marteling en Dwangarbeid.

Op 17 oktober 1999, toen ik een brief overhandigde aan de voorzitter van de sportarena in Tianjin werd ik ter plekke opgepakt door twee CCP politieagenten. Vervolgens werd ik afgevoerd naar de strafinrichting van het plaatselijke bureau van openbare veiligheid in Nankai in Tianjin. Hier werd ik gedwongen lange tijd zwaar werk te verrichten. Ook werd ik in elkaar geslagen en werd gedwongen om koud water douches te nemen terwijl het 10 graden vroor.

1999 Shuangkou Dwangwerkkamp

Op 4 november 1999 werd ik onder begeleiding van tien agenten gewapend met elektrische schokstokken vervoerd naar het werkkamp van Shuangkou. Tijdens mijn illegale opsluiting daar, leed ik onder de mentale en fysieke mishandeling door zowel politieagenten alsook gedetineerden. Ze vertelden me onder andere dat ze niet in de problemen kwamen als ik zou sterven en dat zij de wet waren. Ze onthielden me mijn slaap 's nachts, sloegen me in elkaar en ik werd met elektrische schokstokken urenlang mishandeld. De rechterkant van mijn nek raakte daardoor ernstig verwond en de wond raakte geïnfecteerd. Onder mom van een medische operatie werd koudhartig een stuk vlees bij mijn wond weggeknipt met een schaar. Dit was extreem pijnlijk.

Ik kon de heftige mishandelingen, slaapdeprivatie en hoge voltage elektrische schokstokken niet meer verdragen en kon niet anders dan tegen de overtuiging van mijn hart in, documenten schrijven waarin ik zei te stoppen met Falun Gong. Later kwam ik hierop terug, omdat deze documenten niet overeenstemden met mijn ware gedachtes. Als gevolg werd ik heftig geslagen en elke keer als ik mijn onmogelijke deadlines in de gedwongen arbeid niet haalde, werd ik weer in elkaar geslagen. Terwijl het vroor werd ik ontdaan van mijn kleren en gooiden gedetineerden emmers koud water over me heen. Mijn lichaam schudde en beefde en ademhalen was moeilijk. Langzaam verloor ik ook het gevoel in mijn benen. Met de achterkant van een bezem pookten ze rond in mijn wond. Vervolgens gooiden ze emmers heet, zout water over me heen wat het vlees deed wijken. Het deed me gillen en rollen over de grond van de pijn. Het was een hel. Nog steeds draag ik littekens van deze mishandelingen. Mijn moeder kocht met 1200 yuan een groepleider om en daarna werd ik vrijgelaten

2001 Thuis lastig gevallen, 3e arrestatie

Mijn familie verhuisde in april 2001 om verdere vervolging te voorkomen. Thuis werden ik en mijn familie continu in de gaten gehouden en lastig gevallen, politie en specialistische monitorders vroegen continu, ook midden in de nacht waar ik was geweest en of ik nog Falun Gong beoefende. Op 13 juli 2004 hing ik een poster op en werd direct opgepakt en tien dagen vastgehouden. Ik ging in hongerstaking en werd geslagen. Na het betalen van een hoop geld kon ik naar huis.

2005 Vlucht naar Hong Kong en Thailand

Ik ontsnapte naar Hong Kong en vandaar naar Thailand. Ik arriveerde op 22 oktober 2005 in Thailand en vroeg direct VN vluchtelingenstatus aan. Op 19 april 2007 werd me de VN vluchtelingenstatus toegekend. In Thailand deed ik mee aan activiteiten om mensen te informeren over de vervolging van Falun Gong in China. Tijdens zo'n activiteit op 13 maart 2008 ontvoerden vijf of zes agenten in burger mij in een minivan naar de immigratiedienst, vandaar naar een gevangenis. Later leerde ik dat de Thaise en Chinese overheid nauwe connecties hebben en dat de Chinese ambassade achter de arrestatie zat. In de Thaise gevangennis werd ik in opdracht geslagen door de gevangenen. De linkerkant van mijn gezicht was helemaal zwart, rood en blauw geslagen. Na een vijftal dagen hoorde ik de veroordeling tot 6400 Bath in de Thaise rechtbank. Met fysieke dwang zetten ze mijn duimafdruk onder een document in de Thaise taal waarvan ik de inhoud niet ken. Na afloop werd ik opgesloten in het immigratie centrum.

Met behulp van UNHCR, de Nederlandse ambassade in Thailand en de Thaise Falun Gong stichting ben ik op 10 juni 2008 op invitatie van de Nederlandse overheid naar Nederland gekomen.

ONDERNEEM ACTIE

In Focus

Voor meer informatie neem contact op met
het Falun Dafa Informatiecentrum

+31 (0)6-46767319 (Peter Houben)
of via het contact formular